Veel te veel is niet goed. Schrijver zit met handen in haar. Hij heeft al zoveel woorden geschrapt. Met rode pen door tekst gegaan. Grote moeite met zeer kort verhaal. Dat baarde nog de meeste zorgen. In zo weinig woorden alles vertellen. Dat lukte zelfs Willem Schraper niet. Vijftien jaar al was hij schrijver. Begonnen als ‘lik me het vestje’. Maar nu eindelijk ‘in driedelig kostuum’.

Iedereen was over hem heen gevallen. ‘Kill your darlings!’, riep de lezerscrowd. Moord en brand, als wilde kraaien. Maar aan  toegeven deed Willem niet. Totdat hij besloot te gaan dichten. In gedichten werkten lange zinnen niet. Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden warden weggepoetst. Nader tot zijn lezers kwam hij. In aanvang waren de gedichten taai. Zware kost om zomaar te verteren.

Jan had niet het eeuwige leven
Slechts 65 jaar was hem gegeven

Zolang vangen was een hele kunst
Sardientjes, paling, mosselen verleenden gunst

Verstrikt raakte hij in eigen netten
Maakte met zijn laatste adem kortemetten

Vissen doet onze Jan niet meer
Wel nog happen, keer op keer

Hij mist steeds haak en loodje
En hagelslag op zijn witte broodje

Ook Truus kan maar amper wennen
Zonder Jan door het leven rennen

Een kleine aquarium biedt wat troost
Iedere dag brengt Truus een toast

Op Jan, zittend op een eiland
In het midden, op de kant

Zuidwester op zijn kleine gipsen hoofd
Hengeltje in zijn hand, wat verdoofd

De vissen zwemmen rond hem heen
Best liefelijk, maar eigenlijk ook gemeen

Iedere dag mist Truus haar Jan
Vijf aardappels minder in de pan.

Eerste poging van een jonge dichter. Stelt hij zijn publiek nu gerust? Met zinnen onopgepoetst, zonder rijke woorden? Of is het triestigheid die regeert? Willem zal het nooit niet weten. Willem wil het nooit niet weten. Hij schrijft gewoon omdat het moet. Iets zit hem achter de veren. Het geeft zwaar gemoed, amper geduld.

De woorden die in hem zweven. Ze moeten vroeg of laat eruit. Aan tafel, zelfs op het toilet. De woorden, ze dringen en pushen. Vragen om blauwe, rode, zwarte inkt. Ach lieve Willem, laat ons leven? Je bent het aan jezelf verplicht. Nog nooit hebben wij jou doodgezwegen.

Maar helaas, zelfs woorden raken op. Niets staat op het bord geschreven. Een kuil met berg er bovenop. Dat is wat van Willem rest. Niemand weet hem nog te vinden. Uitgezonderd eigen teksten, woorden en geschriften.


6 reacties

Mien · 3 augustus 2016 op 18:05

Jammer dat de zinnen niet doorlopen, uitgezonderd het gedicht. Verder prima stuk. Caféstukken goed geïntegreerd.

NicoleS · 3 augustus 2016 op 18:10

Prachtig verhaal. Rijk en vol. Zo lees ik ze graag.?

Arta · 3 augustus 2016 op 23:07

Ik vind dit een mooie drieluik!

van Gellekom · 4 augustus 2016 op 09:57

Heb er van genoten. In alle opzichten

Mien · 1 september 2016 op 12:18

Dit was mijn inzending voor de maandelijkse schrijfwedstrijd augustus 2016.

Thema: Verwerk drie CX Café Klassiekers in 1 stuk. Het stuk moet een geheel vormen, maar het begrip geheel mag in ruime zin worden opgevat.

Bedankt voor jullie reacties.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder