Buiten is het mooi weer en als ik beneden kom is mijn lieve echtgenote al druk in de weer met het onkruid, de graspollen en de plantjes. De winter staat voor de deur en mijn vrouw voelt als het ware de tranen van het groen al opkomen bij de naderende kou.
Om hen het leed van de vrieskou te besparen heeft zij jaren terug al een lumineus idee gekregen dat hen toekomstig lijden zal besparen. Het aanblik is vreselijk. Ze gaat gewapend met een snoeischaar, waarbij Ome Loeks nodig is om hem te vervoeren, de tuin in en komt niet eerder weer te voorschijn voordat alle schaduw uit de tuin verdwenen is. De grondkevers, steenmotten en de reeds met hun winterslaap bezig zijnde padden en kikkers lopen verdwaasd rond en zoeken hun heil onder de container.

Helaas…ook deze schuilplaats is natuurlijk maar van tijdelijke aard en uiteindelijk vinden de paar overlevenden nog een vluchtplaats ver weg onder de schutting door naar de buren.

De verwilderde blik in haar ogen zegt mij genoeg en ik ren naar de keuken om koffie te zetten. Ik weet –ervaring is een groot goed- dat ze slechts één minuut per kopje koffie uittrekt omdat de tijd dringt. De container moet vol want die wordt omstreeks het middaguur geleegd. Even dringt zich bij mij de gedachte op om stiekem naar boven te gaan en stil in een hoekje te gaat zitten wachten tot de groene tornado is gaan liggen of in elk geval is afgezwakt tot aanvaardbare proporties. Maar om vanaf nu voor de rest van mijn leven als lafaard aangemerkt te worden vind ik ook niet zo aantrekkelijk.

Dan opeens krijg ik een super idee. Gisteren had ik gehoord dat er ook nog even moet wordt gestofzuigd. Of is het stof gezogen? U ziet, ik houd me daar niet zo mee bezig. Bovendien maken die dingen meestal zo’n lawaai dat de dromerige toestand waar ik mij meestal in bevind en waarbij ik me het meest prettig voel, op onaangenaam ruwe wijze wordt verstoord. Ik roer dit expres aan om u te overtuigen van de opoffering die ik me getroost om het monster ter hand te pakken en met afschuw te zien hoe de pluisjes, stukjes kattenbrokken, broodkruimels en alle dingen die een huis zo levendig maken, in de gulzige zuigmond glijden om uiteindelijk via die grote slang in het lawaaiige monster te verdwijnen.

Als ik dan eindelijk de kamer, de keuken, de bijkeuken en de gang grondig heb gereinigd en het monster heb terug gebracht in de donkere gangkast, zit ik met een bleek en klam bezweet gezicht te wachten op haar complimentjes. Ze weet immers hoe ik me hiervoor moest opofferen?

Moe maar voldaan komt ze binnen. De handen vies, een veeg modder op haar linkerwang en met een broek aan waarvan je denk dat geen wasmachine daar ooit nog iets fatsoenlijks van kan maken. Als ze later schoongeboend en weer helemaal terug is als de vrouw zoals ik haar het liefst zie vraag ik: “vind je de kamer niet lekker schoon?”.

Ze zegt niets maar pakt de telefoon. Als ik haar vraag wie ze gaat bellen zegt ze met haar meest zonnige gezicht: “Lieverd, als jij volgende jaar op 30 april een lintje wilt, zal ik hem toch tijdig moeten aanvragen”.


5 reacties

Mup · 18 oktober 2008 op 20:04

Welkom op cx, leuke titel, paar foutjes, beetje blogachtig, maar erg leuke uitsmijter,

Groet Mup.

KawaSutra · 19 oktober 2008 op 02:49

Prima debuut.
Hoe zit dat eigenlijk, heb je haar dan ook gecomplimenteerd met de opgeruimde tuin? 😀

pally · 19 oktober 2008 op 14:43

Er zitten hele grappige, overdrijverige dingen in deze column. Wel wat blogachtig, maar dat stoort me eigenlijk niet.Welkom op cx

groet van Pally

SIMBA · 20 oktober 2008 op 08:24

Leuk!
Welkom op CX!

Mien · 20 oktober 2008 op 14:07

😆 😆 😆

Voor mij geen slingers aan de muur!

Ik heb onvoorwaardelijk gelachen.

Mien :klappen:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder