“BLIJF VAN MIJN VRIENDIN AF, SPLINTER!” Dat was het laatste wat ik die avond meekreeg. Daarna ging bij mij het licht uit. Toen ik weer bij kennis kwam, leek het wel alsof mijn gehele lijf pijn deed. Ik lag in bed in een ziekenhuis. Sylvia zat op een stoel, pal naast mij. “Thomas. Eindelijk. Hoe is het?“ fluisterde ze bezorgd. “Wat is er gebeurd?” vroeg ik me aarzelend af. Sylvia negeerde mijn vraag en pakte mijn hand vast. Dat deed écht pijn. “Meende je dat, wat je vorige week zei?“ vroeg ze op haar beurt. “Ik weet echt niet wat ik gezegd heb,” kreunde ik verder. ”Dat je nog steeds van me houdt en niet zonder mij kan,” vervolgde ze vlug. ”Oh ja, Syl, echt. Sinds je mij verlaten hebt, is mijn leven een groot drama.” Het grote woord was er uit. Sylvia kneep nog eens extra in mijn hand en kuste mij. “En Floris dan?” vroeg ik, voor de zekerheid. “Och Thomas, toen ik zag hoe hij jou van de ene kant van het café naar de andere hoek sloeg, en daarna op jou bleef inbeuken en schoppen terwijl je hulpeloos op de grond lag, ja toen, toen was ik er echt helemaal klaar mee. Ik heb hem de bons gegeven.” Weer kuste ze mij. De tranen biggelden over mijn wangen. ”En jouw moeder, Syl? (*) Die was toch zo voor die Floris?” begon ik weer, toch nog een beetje bezorgd. Ze legde haar wijsvinger op mijn lippen. “Jij gaat eerst helemaal herstellen. Laat mama maar aan mij over.” Ik zakte weg, in een diepe slaap.

De hele daaropvolgende week moest ik nog het bed houden. In de loop van die week werd ik gebeld door Johan, organisator en programmamaker van de ‘Roerdonkse Feestweken,’ een muziekfestival dat jaarlijks in mijn geboortedorp plaatsvindt. Johan was tevens een oude vriend van mij. “Thomas! Vriend!”begon hij dan ook. “De Feestweken bestaan dit jaar 40 jaar, en het lijkt me geweldig als jij, samen met jou band, het festival komt afsluiten.” Johan had ons, jaren geleden alweer, een eerste podiumoptreden gegund, en ook later had hij ons met raad en daad gesteund. Met andere woorden; ik stond wel bij hem in het krijt. “Tjonge, ik weet het niet Johan. De band ligt op zijn gat, dat weet je toch. Ik geloof niet dat de jongens er nog veel zin in hebben.” “Please please, Thomas,” hield Johan aan. “We moeten nog een grote publiekstrekker hebben om echt te kunnen knallen. En voor jullie zou het toch een geweldige comeback betekenen, of niet dan?“ “Ik zal zien wat ik kan doen Johan, maar ik heb er een hard hoofd in,” besloot ik.

Wel, ik aan het bellen met de overige bandleden; Ginger, Jack en Eric, en tot mijn stomme verbazing stemden ze alle drie meteen in. Ze hadden verder toch niet veel om handen, erkenden ze eerlijk, en ze vonden het geweldig om weer eens met de hele club het podium te mogen betreden!

De ‘Roerdonkse Feestweken’ verkochten geheel uit! Op onze avond werden we door Johan aangekondigd: “Na lange tijd hebben we ze weer bij ons op het podium! De band die Roerdonk muzikaal internationaal op de kaart heeft gezet. Eindelijk, en speciaal voor deze gelegenheid weer bij elkaar, en hopelijk niet voor het laatst. Dames en heren. Geef ze een warm applaus: Forever together!”

We openden onze set met ‘Purple rain,’ op verzoek van Sylvia, die zich vooraan tegen het podium had gepositioneerd. Een koel zomerbriesje speelde met haar lange rode haren. Kortom; Good vibrations all around. Toen ik verder ging met een akoestische versie van ‘Sylvia’s mother,’ zag ik haar zowaar een traantje wegpinken. Vervolgens gingen we helemaal los. De band, het publiek en ik; we werden één. De sfeer, het podium, de uitzinnige bezoekers, WOW! Het was geweldig. Voordat ik onze afsluiter inzette, trok ik Sylvia in één vloeiende beweging aan haar arm het podium op. Samen zongen we ‘Born to be wild,’ ons lijflied, ons beider favoriet. Wat zeg ik, het was, het was; het ultieme geluksmoment.

Na ons optreden gingen we met z’n vijven aan een tafeltje zitten aan de rand van de vloer die voor het podium lag. De gekleurde verlichting voorzag de bomen rond het festivalterrein van een sfeervolle gloed. Mensen complimenteerden ons met onze show. Sylvia keek trots naar mij. De euforie van het moment. Ik kon het gewoon niet laten. Ik stond op van mijn stoel en schreeuwde: “En nu! Nu geef ik een rondje!” Applaus van mijn kompanen Eric, Ginger en Jack. In koor zongen ze: “Kijk, zo kennen we hem weer!” Door een zee van platgetrapte plastic bekers baande ik mij een weg naar de bar. Daar bestelde ik vier bier en een cola, en rekende gepast af. Het barmeisje overhandigde mij het dienblad en kneep in mijn hand. Ze knipoogde.
(*) zie: Sylvia’s moeder / 27-05-2015

 

Categorieën: FictieVerhalen

Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

8 reacties

StreekSteek · 10 augustus 2016 op 13:27

Ik wil me nooit met intenties bemoeien, alleen met de rest…
Is dit een feuilleton? Zo niet, dan zou ik het barmeisje aan het eind veranderen in een verpleegster.

Mien · 10 augustus 2016 op 13:44

Ik mis een beetje smeuïgheid. Het verhaal en onderwerp lenen zich er wel voor. Nu lees ik het meer als een verslag van een verslag.

NicoleS · 10 augustus 2016 op 14:19

Mooi. Ik houd van romantiek❤??

Meralixe · 10 augustus 2016 op 14:51

Toen ik stopte met lezen had ik een beetje ’t gevoel van ‘niet onaardig maar wat is er nu precies verteld.’ Als het dan toch zo is dat de geschiedenis zich zal herhalen met dat barmeisje dan zal dat waarschijnlijk niet voor iedereen duidelijk zijn.
Die verwijzing via dat ‘(*) zie: Sylvia’s moeder / 27-05-2015’ zou ik nooit in een column steken. Dat zal waarschijnlijk voor de meeste lezers te omslachtig zijn.
Nu durf ik wel niet beweren dat dat bij mijn schrijven altijd zo is maar één van de eigenschappen van een column is wel dat die in één ruk moet kunnen worden gelezen. Zo iets in de zin van een introductie, een eigen interpretatie en een clou.

Esther Suzanna · 10 augustus 2016 op 19:03

Ik heb je columns in het verleden gevolgd, deze reeks, en vond deze tijdens het lezen zo ‘lief’, dat ik even dacht – Hé, wat een watje opeens haha – tot de barjuffrouw. Toen dacht – héhé, hij is niks verandert…

Leuk om je te lezen!

Thomas Splinter · 11 augustus 2016 op 22:04

Hartelijk dank voor jullie reacties en opmerkingen. Een waarlijk Happy end voor Splinter als Rock-artiest. Voor diegene die de complete reeks nog eens wil nalezen ** (wat ik me best kan voorstellen)

** zie: Dat schept een band / Ik stop met de band / Spring eens uit de band / Sylvia’s moeder / Bruiloft met bloedbad 1 + 2 / Happy band.

Nachtzuster · 12 augustus 2016 op 23:26

Jouw reactie is net zo leuk als de column zelf! Je hebt een fijne schrijfstijl, lekker vlot en spannend. Soms neem je grote stappen, soms doe je eens stapje terug en ga je meer voor de details, zoals in dit verhaal. Dat houdt het geheel in evenwicht. Well done!

Thomas Splinter · 13 augustus 2016 op 16:00

Hey Nachtzuster, hartelijk dank voor deze leuke reactie op mijn reactie. Dat geeft de burger moed. Thks.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder