3.2 DE BOLBLIKSEM

Ella liep naar het keukentje om een glaasje fris in te schen­ken toen het gebeurde. Een knal als een enorme ontplof­fing klonk door de flat en alle lampen doofden. Nog voor het helemaal donker was, zwol uit een stopcontact in de keuken een vuurbal aan met een straal van zeker vijfendertig centime­ter. Eenmaal los van het stopcontact, schoot de bal de keuken door, in de richting van de kamer, net toen Ella de keuken in wilde lopen. Als een voetbal ving ze de vuurbal met twee armen op waarna die zich meteen over haar leek te versprei­den en haar lichaam in een vreemde gloed zette. Ella wankelde. Als een soort wandelende toorts liep ze als van­zelf de keuken in, zonder gil of kreet, viel voorover tegen de kraan en het was weg. Dat wat eens de vuur­bal was geweest verdween via de koperen leidin­gen in het niets. Dat alles was gebeurd in nog geen twee secon­den. Wit van schrik en ontzet­ting deden Pien en Jojo dat waarvoor ze hadden ge­leerd: kalm en beheerst maar vrese­lijk bezorgd over hun harts­vriendin verleenden zij eerste hulp nadat ze de ambulance hadden gebeld via een gelukkig onbescha­digde telefoonlijn.

Het was eigenlijk vreemd, gezien de intensiteit van het ge­beurde, dat de lichamelijke verwondingen van Ella mee leken te vallen. Er waren alleen wat brandwonden zichtbaar op haar armen, daar waar ze de vuurbal zo ongewild had opgevangen. Ze was echter nog steeds niet bij ken­nis. In het ziekenhuis konden ze niets anders doen dan wachten en haar voortdurend goed in de gaten houden. Het was een academisch ziekenhuis dat voor die tijd de beschikking had over de meest moder­ne apparatuur. En dat was het vreemde: alle elektrische in­strumenten die normaal gebruikt werden om de conditie van een patiënt te controleren, bleken bij Ella niet te werken. Meters deden het niet, gaven volstrekt grillige, onwil­lekeuri­ge of onmogelijke data weer of tolden zomaar zonder te stoppen in het rond. De artsen konden dat niet anders verkla­ren dan door de elektrische lading die Ella had getroffen uit de wandcontactdoos. Ze waren dan ook niet in staat enige indicatie te geven over de fysieke toestand van hun patiënt. Ze konden alleen beschikken over gegevens als de bloeddruk en de gegevens die haar lichaam op andere dan elektrische wijze ontnomen konden wor­den. Bij toerbeurt zaten Pien en Jojo aan haar bed, hielden haar hand vast en praat­ten voortdurend, om haar van hun aanwezigheid te doordringen. Ella’s ouders kwamen en wilden haar laten overbrengen naar een zie­kenhuis in hun eigen stad. Maar dat bleek niet nodig. Na vijf dagen licht­te Ella een ooglid op, fluisterde bijna onhoorbaar ‘Jojo…’ tegen Pien en viel weer weg in haar trance. Het was echter het begin van het herstel. Die dag opende ze nog drie keer haar ogen en elke keer iets langer. Na drie dagen was ze hele­maal ontwaakt en na zes dagen kon ze naar huis want ze man­keerde blijkbaar hele­maal niets. Van het voorval in haar flat kon ze zich niets meer herinneren maar dat was volgens de artsen op zich niet abnormaal.

Categorieën: Vervolg verhalen

Willem Tukker

Jaan is een open verhaal waarvan nog onbekend is hoe het verder gaat, laat staan hoe het ooit eindigt. Mysterieuze mystiek? Wellicht. Sensitief en gevoelloos? Ongetwijfeld. Het speelt zich minimaal maar een quarkbreedte van ons af en zodra het bij elkaar komt zal het ons tussen nu en nooit gaan raken.

2 reacties

troubadour · 12 juli 2015 op 10:21

Toch, Willem, verheft het verhaal zich niet boven dat van een goed opstel, laten we zeggen van de Havo.
Ik zou wat korter door de bocht gaan in mijn vertelkunst en méér laten gebeuren! Leuke, spannende dingen.
“Het viel niet alleen de artsen op dat Ella’s slip geheel was verdwenen, de viscose had de elektrostatische inductiegolf niet doorstaan”, ik lul maar wat.

Mien · 12 juli 2015 op 19:04

Duidelijk gevalletje coup de foudre van Zeus of Professor Zonnebloem. Ik twijfel. Wel leuk geschreven. :yes:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder