Vroeger logeerde ik heel graag bij mijn Opa en Oma op Schouwen-Duiveland. Opa nam me wel eens mee uit vissen, we gingen dan naar het water bij de Zeelandbrug en we zaten op de dijk, lekker in het gras. We visten niet alleen, maar we vingen ook krabbetjes in een grote zwarte emmer en we zochten de hele dag naar kokkels. Oma maakte de vis schoon en ze bereidde postelein of zeekraal. Als ik dit vertel aan jongeren in mijn omgeving, dan weten ze vaak niet wat ik bedoel: Zeekraal, postelein? Nog nooit van gehoord!

Veel van onze familieleden hadden en hebben wel iets met de zee en het strand, naast het feit, dat er in de families van vaders- en moederskant een aantal schippers en een aantal vuurtorenwachters waren en natuurlijk naast het feit, dat alle echte Zeeuwen wel “iets met de zee” hebben.

Zo was onze Pa in zijn jongere dagen een actieve jutter. Dat had hij vroeger geleerd, aan de stranden van Schiermonnikoog en Westerschouwen. Ook in ons dorp en daarbuiten lag er vaak (waar dan ook) wel iets aan  de kant van de weg, wat hij nog kon gebruiken: Een dode radio die hij weer wilde laten zingen, een plant met verstuikte bladeren die hij zou laten revalideren, een depressieve schemerlamp die hij zou opvrolijken, een in de steek gelaten stoel… Werkelijk de gekste dingen nam hij mee naar huis!

Toen een van zijn elf televisies voorgoed weigerde ook maar iets in beeld te brengen en alleen nog maar een ijselijk hoge piep liet horen, na lang aandringen, besloot mijn vader nog altijd niet tot euthanasie. Hij liet het gevaarte voorzichtig in een dekentje in zijn kruiwagen ploffen. Mijn grote sterke broer hielp hem een handje. Hij beval mijn broer mee te gaan naar de spoedeisende hulp van AVA Elektro destijds op ons dorp en ik ging mee.

We liepen (minstens drie meter) achter onze Pa aan, die met de grote televisie in de kruiwagen op zijn grote klompen naar de winkel stekkerde. We trokken zeker de aandacht, dat was onvermijdelijk, maar mijn broer en ik schikten ons in dat lot.

Een iets oudere dorpsgenoot fietste voorbij, hij zag ons en hij schalde door de straat: Hey, gaan jullie vissen of zo? Mijn broer en ik wisselden een blik van verstandhouding. Jazeker, we gaan vissen, bromden we terug. De fietser stopte. Waar gaan jullie dan op vissen, vroeg hij, een beetje lacherig, een beetje pesterig. Mijn broer keek hem strak aan, hij deed een stap richting de vervelende vent. Ja, we gaan vissen, herhaalde hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was om met z’n drieën achter een kruiwagen met een kapotte tv door het dorp te wandelen.

Op karpuin, zei mijn broer. Karpuin? Onze dorpsgenoot keek verbluft. Wat is dat voor een vis? Mijn broer en ik bleven strak en onverschillig kijken en we maakten aanstalten onze weg te vervolgen. We lieten het figuur vertwijfeld achter en we liepen verder. Wij lieten ons niet kisten.

Pa was al bijna bij AVA Elektro met zijn kruiwagen. Het was gelukkig niet heel erg druk op het dorp, maar we hoorden duidelijk, dat de overvliegende zeemeeuwen er de grap best wel van inzagen…

…maar ze hadden geen zin in karpuin.

Categorieën: Maatschappij

A. Saman

A.Saman leest (en schrijft) verhalen en gedichten [www.pixelsandpoems.nl]

12 reacties

NicoleS · 16 september 2016 op 07:12

Ik ben zelf in een vissersdorp opgegroeid dus herken dit wel. Er was helaas geen strand ?. Mooi open stukje met gevoel geschreven.

Mien · 16 september 2016 op 08:17

Heilig, die familie in het Zeeuwse. Behalve de broer dan. 😉 Het enige wat ik kan beamen is dat een karpuin na het eten zwaar op de maag ligt. Niet echt een fijn fisje. 🙂 Wel een leuke column.

Meralixe · 16 september 2016 op 08:40

Oei, het is een beetje verwarrend maar ik heb begrepen dat ‘Zeeuwse draak’ en ‘Antonia’ één en dezelfde zijn. Of, ik ben nog niet goed wakker…:D

Humor schrijven IS waarschijnlijk één van de moeilijkste facetten van de schrijverij. De schrijver vertrekt nog meer dan anders van uit het eigen denken en heeft misschien wel echte situaties als bijzonder grappig ervaren. Dat allemaal overbrengen naar de lezer en het grappige overeind houden lukt zoals hier niet altijd.
Je kan het een beetje vergelijken met het tonen van vakantiefoto’s. De toner (terug van vakantie) geniet nog na als hij (zij) de kijker tracht te doen meegenieten, dit terwijl de kijker het, door een onvoldoende inlevingsvermogen, een beetje saai vindt.
Ach, het blijft uiteraard wel een mooie schets uit je jeugdjaren waarbij enkel de clou een beetje de mist in ging. Bij het een drietal meters achter je pa aanlopen liep ik er zelfs even bij. Mooi dus.

    Zeeuwse Draak · 16 september 2016 op 18:58

    Meralixe, gevoel voor humor is tegelijkertijd persoonlijk en universeel… en inderdaad, zo plezant was het allemaal niet 😉 Ik schrijf verder als Zeeuwse Draak en ik streef ernaar, in het begin van elke maand een nieuw (dus ‘versgeschreven’) tekstje in te leveren ter beoordeling. Antonia.

StreekSteek · 16 september 2016 op 09:39

Jeugd idylle mooi neergezet, goed van toon, maar naar zo’n clou zou je wat meer toe kunnen werken om hem de juiste waarde mee te geven.

van Gellekom · 16 september 2016 op 12:45

Prima geschreven. Vooral niets meer aan veranderen.

Zeeuwse Draak · 16 september 2016 op 19:00

Super bedankt weer Van Gellekom! Ik blijf mijn best doen. Hartelijks, A.

pally · 16 september 2016 op 23:50

Ik vind dit erg leuk geschreven, zie het voor me. Zou een mooie film kunnen zijn. De clou begrijp ik niet goed, maar dat doet er helemaal niet toe.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder