Kerst. Het feest van de geboorte: de geboorte van het kind; de geboorte van de onschuld.
Het begin van een leven. Een heldere toekomst. Een onbeschreven blad: vol groeven, vrij van blaam.
Kerst. Het feest van de tijd: de tijd van reflectie; de tijd van bezinning.
Het einde van een jaar. Een duister verleden. Een volgeschreven blad: vol grieven, vrij van faam. Wat zou ik toch graag overtuigd katholiek zijn. De zekerheid dat je in de hemel komt, lijkt mij zo’n geruststellende gedachte. Voor katholieken is het leven als een monopolybord met een oneindige voorraad verlaat-de-gevangenis-zonder-te-betalenkaartjes. Een weesgegroetje hier, een mea culpaatje daar. Dan zijn er nog die hangjongere en die duivelse vriend van ‘m waar je al je schulden op kunt afschuiven. En mocht je het echt te bont maken, dan kunnen de jongens van het bureau er wel voor zorgen dat de bewijslast in rook opgaat.
Er zijn heel wat mensen die zich mogen doodschamen voor wat hun club – en diens aanhang – dit jaar heeft laten zien. Ajacieden, ja. Feyenoorders, zeker. Maar bovenal, katholieken. Want vergeleken bij de slechte jeugdopleiding van hun club is al het andere kinderspel. De synagogen hebben een koosjere reputatie, de moskeeën ogen halal, maar het vlees dat de kerken tot zich nemen blijkt allesbehalve onbevlekt. Toegegeven, men heeft zich wel altijd aan een strikte morele code gehouden: alleen minderjarigen, want anders zou er sprake zijn van homofilie, en dat kan natuurlijk niet.
Door alle aandacht dit jaar voor kindermisbruik staat Casa Dios meer dan ooit bekend als die tent waar alles om het kruis draait. Waar de daders de slachtoffers, en de hoeders de daders, met de mantel der liefde bedekken. Waar vloeken verboden is en ‘lul’ alleen letterlijk in de mond genomen wordt. En waar ‘onder de dekens liggen’ een geheel eigen betekenis heeft.
De blote feiten daargelaten, hebben de kruisvaarders hun eigen imago ook geen dienst bewezen met hun openbare zelfbevrediging. Zo besloot de paus aanvankelijk om alles ketterhard te ontkennen. In zijn jaarlijkse paasconference – nota bene een optreden ter nagedachtenis aan de kruisiging en wederopstanding van Het Wonderkind! – liet hij, de plaatsbekleder van Christus op Aarde, het na zijn rechtmatige plek aan de schandpaal in te nemen. In niet minder dan vijfenzestig talen zweeg hij over het kindermisbruik in de rooms-katholieke kerk. Weg verlossing van de zonde. Weg overwinning van het kwaad.
In tegenstelling tot de voorzitter van de leesclub achtten andere bijbelbobo’s het wel wijs de slachtoffers en hun affaire nog eens over de tong te laten gaan, met nog meer imagoschade tot gevolg. Zo riep kardinaal Angelo Sodano, onder luid gejuich van de fanclub, de paus op niet te luisteren naar “het kleinzielige geroddel van nu”. De prediker van het pauselijk huis, Raniero Cantalamessa, maakte het helemaal bont door middels een brief ‘van een niet nader genoemde Joodse vriend’ de kritiek op het misbruik in de kerk te vergelijken met “de meest schandelijke aspecten van het antisemitisme”. En least but not last, beweerde kardinaal Tarcisio Bertone dat niet het celibaat maar homoseksualiteit aan de basis ligt van pedofilie. In die laatste twee gevallen dwong de toorn van de wereld het Vaticaan afstand te nemen van de uitspraken.
Sindsdien zijn de excuses niet van de lucht. Voor godenzonen wellicht een vernederende les nederigheid, maar het zou pas echt een waardevolle geste zijn als men meer dan alleen ‘de daad’ bij Het Woord zou voegen. De aankondiging dat de keurmeesters van In Den Heilige Doofpot – naar goed gebruik van dubieuze slagers – een eigen onderzoek zouden gaan instellen, was echter een belediging van blasfemische omvang aan het adres van de slachtoffers. De hoop dat de daders door externe onderzoekscommissies ook daadwerkelijk een menselijke maat genomen wordt, vervliegt steeds verder nu onlangs gebleken is dat veel belastende dossiers hun eigenaren zijn voorgegaan naar de Eeuwige Brandstapel.
Wellicht is de stap van misdienaar naar misdadiger klein, maar het huisvesten van criminelen is een strafbaar feit. Net als het verduisteren van bewijslast. Aangezien de kerkgemeenschap keer op keer aantoont over geen enkel zelfreinigend vermogen te beschikken, ligt de buitenwacht de schone taak met elke schijnheilige smeerlap de kerkvloer aan te vegen.
In het licht van dit alles leek het mij onontkoombaar dat de kudde van zich zou laten horen. Dat de moreel superieure christen deze zonden zou veroordelen. Dat men voor de verandering de hand eens in eigen boezem zou steken en dat dit sanctuarium voor pedofiele travestieten uit barmhartig protest massaal zou leeglopen… En er gebeurde niets. Geen boe of bah. Niets. Blijkbaar is een kinderhand inderdaad gauw gevuld.
Dat is eigenlijk nog het meest shockerende aan het hele gebeuren. Niet het feitelijke misbruik zelf. Dat was al decennia lang een publiek geheim. Niet de doofpottencultuur. Noem eens één instantie waar geen tapijt ligt om van alles onder te vegen. Nee, het massale gebrek aan integriteit van de schapen die zich wekelijks laten voorstaan op compassie voor de medemens, maar die in deze donkere dagen geen krimp geven. Triangolo doloroso. Dàt is pas een schandelijke daad.
“All that is necessary for the triumph of evil is that good men do nothing”, aldus de Ierse politicus en filosoof Edmund Burke. Met zijn uitspraak “Wir haben es nicht gewusst” legde kardinaal Simonis zijn vinger dan ook onbedoeld maar met pijnlijke precisie op de zere plek. Het Duitse volk is altijd medeplichtigheid verweten aan de misdaden van de Tweede Wereldoorlog, omdat het de andere kant opkeek en daarmee het regime vrij spel gaf. Ontoelaatbaar en onvergeeflijk, zo luidt de consensus. De houding van de gemiddelde katholiek inzake de kinderziekte van speelgoedparadijs De Hijgende Herder is echter niet anders. Door braaf elke koopzondag weer op te komen draven, maakt men zich schuldig aan passief meeneuken. En daarmee nomineer ik de katholieke kerkganger voor de Zondebok 2010.
Maar ze hebben hun overtuigingen sluw uitgekozen, die lamzalige katholieken. Hun avatar is een stuk vergevingsgezinder dan ik. Even een paar mèèèh culpa’s, en alles is weer vergeven en vergeten.
4 reacties
arta · 28 december 2010 op 11:14
Ik onderschrijf jouw boodschap, Sneeuwgans, maar van mij had het iets compacter verpakt kunnen worden…
Harrie · 28 december 2010 op 12:27
In mijn bos wordt ook alles onder het bladerentapijt geveegd. Dierlijk wat daar af en toe gebeurt. Geen beest is heilig in mijn bos. Zelfs de hertjes niet. Bah.
Prlwytskovsky · 28 december 2010 op 18:13
Vooral dat laatste, dat culpa’tje: dat hakt er in.
En ja, lang van stof of niet: ik vind het wel iets hebben. Ik mag dit soort schrijfsels wel.
LouisP · 28 december 2010 op 18:20
Sneeuwgans,
interessant stuk met hele mooie originele zinnen erin..
louis