Terwijl ik op de bel naast haar voordeur drukte, werd ik opeens zenuwachtig. Mijn nervositeit leek zich als een touw om mijn middel te spannen. Mijn handen begonnen te trillen en de rozen die ik in mijn rechterhand hield leken zelfs uit te vallen. Ik was ineens niet meer zo zeker van mijn zaak. Deed ik er wel goed aan Petra na vijf jaar weer op te zoeken? Zou ze me nog wel herkennen? En wat waren haar gedachten over de brieven die ik haar stuurde? Zou ze nog wel positief over me denken? Ik stond op het punt om rechtsomkeert te maken en hard weg te rennen, want ik voelde mezelf knap belachelijk met een bos rozen dat ik als een frikandel in mijn hand vasthield. Gelukkig was het ’s avonds laat en kon niemand mij zien staan. Het was koud en de straat was uitgestorven. Onverwacht vloog de deur open. Ze was toch thuis. Ik schrok. Met haar zwartgeverfde haar, bruine ogen en donkere huid leek ze op de schrijfster Marion Bloem. Ze keek me verbaasd aan. Ik stamelde “hoi” en propte de rozen tussen haar vingers.
“Jij bent de laatste die ik hier verwacht, maar je bent het echt, zie ik”
“Ach ja, ik was in de buurt en wilde weten hoe het met je ging.”
Ik zag dat ze met veel make-up een blauwe plek onder haar ogen probeerde te verbergen.
“Het gaat zijn gangetje. Je weet dat ik 40 uur in de bakkerij werk?”
Ze schonk koffie voor me in.
“Melk en suiker, dank je.”
Ik roerde in mijn kopje en zei enigszins huichelachtig dat ze er goed uitzag.
“Dank je.”
Mijn blik viel op een paar glasscherven. Ze probeerde ze met haar voet weg te moffelen. Ik moest denken aan de tijd dat ze slechts 35 kg. woog. Misschien zij ook wel.
Ze lachte verlegen. Een tijd lang wilde ze me niet meer zien, omdat ik haar ongevraagd had opgezocht in het ziekenhuis.
Ik keek uit het raam en dronk mijn kopje leeg. Een auto stopte voor haar huis. Ik stond op, want ik wilde haar niet samen met haar vriend zien. Ik deed een laatste poging om een antwoord te krijgen op vragen waar ik al jaren mee rondliep.
“Misschien ben ik wel egoïstisch en kom ik alleen maar omdat ik niet zonder je kan. Dat is ook de reden waarom ik destijds in het ziekenhuis langskwam. Maar je wist me vroeger altijd op kritieke momenten op te peppen. Maar waarom accepteerde je mijn hulp niet toen je die nodig had?”
“Ik was ziek, voelde me niet goed. Daarna wilde ik een nieuw leven beginnen.”
Ik liep de deur uit als een met rood bestrafte voetballer. Het bezoek had niets opgeleverd. Op de trap passeerde ik haar vriend. Hij zei niets, omdat hij geen idee had wie ik was. Bij de bushalte aangekomen, keek ik omhoog naar haar raam. Ik zag haar silhouet afgetekend tegen het licht. Haar lichaam bewoog licht heen en weer. Misschien huilde ze, maar haar bewegingen leken meer op een aanval van de slappe lach.

Categorieën: VC-Eddy Kielema

15 reacties

bert · 29 juli 2005 op 14:08

[quote]Gelukkig was het ’s avonds laat en kon niemand mij zien staan.[/quote]
Erg mooi geschreven Eddy.
Soms moet je in het leven dit soort dingen gewoon doen! Meestal leidt dit tot een heel positief hernieuwd contact. Heel soms leidt het tot weinig of niets, maar dan heb je wel de hand toegereikt en er je best voor gedaan.
Vriendschap, genegenheid en eventueel liefde moeten daarna toch van twee kanten komen.

Het is voor mij altijd positief verlopen toen ik na mijn opleiding zo’n 25 jaar geleden bepaalde schoolvrienden van de MAVO periode opnieuw opzocht. Sommigen waren inmiddels getrouwd of woonden al samen. Van sommigen heb ik de adressen met veel moeite kunnen achterhalen.
Met al deze vrienden heb ik nu nog steeds een heel goed contact. 🙂 🙂 🙂

WritersBlocq · 29 juli 2005 op 14:11

Ik raakte altijd de draad kwijt als er heel veel verteld werd in 1 column. Dat is door deze column verleden tijd. Petra is ook verleden tijd, want wie het laatst lacht… hoewel het helemaal niets om te lachen is, je weet dat ik dat niet zo bedoel.
Dapper ben je, als je zo’n actie onderneemt. De vraag ‘wat als…’ wegvegen door te doen. Kortom: wederom een stukje perfectie van jou én jouw hand. Groetje, Pauline.

Li · 29 juli 2005 op 14:58

Eigenlijk vind ik het een sentimenteel levenslied, en dat is niet lullig bedoeld.
Het is een verhaal met een lach en een traan. Komedie en tragiek voert de lezer naar een open einde. 😉

champagne · 29 juli 2005 op 15:31

Ik vind het getuige van moed, dat je zoiets aan durft te gaan.En stel nou inderdaad dat ze nadien heeft gelachen, Eddy, dan is ze je niet eens waard!
Ik vind het een mooi geschreven stukje, ik hou van verhalen met een persoonlijk tintje eraan.

klungel · 29 juli 2005 op 15:33

Bij deze moest ik mij dwingen na te denken en te lezen. Ander mis ik de koppelingen die er in zitten. (ligt aan mij hoor :-))

Dus bij de tweede keer vond ik hem mooi. Geen woord te veel zou ik zeggen.

’t Doet vast pijn, zo’n ontdekking\beleving. En nog meer als je weet dat je kunt helpen maar het moet laten gaan.

Outsider · 29 juli 2005 op 16:48

Ik heb het verhaal met interesse en plezier gelezen, maar het roept toch wat vraagjes bij mij op. Dit is echter totaal niet bedoeld om te kritiseren. Als dit nu echter weer door iedereen verkeerd begrepen wordt, dan reageer ik verder ook nergens meer op.

Ten eerste vraag ik mij af: hoe wist de Ik dat die vriend niet thuis was. Het zou een zeer pijnlijke situatie zijn geweest, als hij daar voor de deur stond met zijn rozen en de vriend zou open doen.

[quote]Een auto stopte voor haar huis. Ik stond op, want ik wilde haar niet samen met haar vriend zien.[/quote]

Hoe wist hij dat het haar vriend was? De Ik keek wel uit het raam, maar het is toch een bovenverdieping?

En waarom begint hij nog een gesprek als hij weet dat hij moet maken dat hij wegkomt, omdat die vriend er aankomt.

Eddy Kielema · 29 juli 2005 op 17:17

Bedankt voor de bemoedigende reacties!

Antwoorden op je vragen zullen we nooit krijgen, Outsider, omdat die niet in het verhaal staan. Maar het zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat de ik-figuur eerst heeft gekeken of de auto van de vriend er stond en toen heeft aangebeld. En hij herkende ook de auto vanuit het raam toen die voor het huis stil hield (vanuit een bovenverdieping kun je immers ook auto’s zien). Maar het kan ook heel anders gegaan zijn. Misschien liep hij wel bewust het risico om haar vriend tegen te komen toen hij aanbelde, maar kreeg de ik-figuur alsnog de kriebels toen hij een auto voor haar huis zag stoppen en hij meteen weg wilde, omdat het gesprek niet goed liep. We zullen het helaas nooit te weten komen.

Troy · 29 juli 2005 op 17:51

Weer iets totaal anders dan ik tot nu toe van je gelezen heb. Wederom verassend en mooi geschreven. De vraagtekens die mij resten zijn prima. Ik hou er sowieso niet van om alles kant en klaar op m’n bord geschoteld te krijgen 🙂

Grt Troy

Outsider · 29 juli 2005 op 19:05

[quote]Ik hou er sowieso niet van om alles kant en klaar op m’n bord geschoteld te krijgen [/quote]
Nee, dat hoeft ook niet, maar ik denk dat het verhaal boeiender zou zijn geworden als hij bijvoorbeeld zijn angst om die vriend thuis te treffen erin verwerkt had. En als een verhaal te veel vragen oproept, dan wordt het ook minder geloofwaardig. De lezer denkt dan al gauw: hij heeft het allemaal maar bedacht.

Mosje · 29 juli 2005 op 21:05

Er rest mij na het lezen van dit verhaal slechts
één vraag: hoe houd jij in ’s hemelsnaam een frikandel vast?
😛

KawaSutra · 29 juli 2005 op 21:44

Aan het einde van het verhaal was ik de ‘ik’-persoon. Knap om mij als lezer in enkele zinnen al te transformeren tot hoofdpersoon van het verhaal. Ik ben gek op dit soort verhalen die meer gevoelens naar boven halen dan een ooggetuigenverslag. 🙂

Wright · 29 juli 2005 op 22:01

Mosje,
die bos rode rozen lijkt te verwijzen naar de zogenaamde ‘boeketreeks’. Vandaar de link met de frikadel… 😛

melady · 30 juli 2005 op 00:15

[quote]en propte de rozen tussen haar vingers.[/quote]

Auw..met doornen?

En het is toch frikadel ipv frikandel.

emaessen · 30 juli 2005 op 02:37

Met weemoed denk ik aan de tijd dat vrijgezelle heren met prachtige serenades, het lawaai van parende katten overstemmen, onder het raam van hun schone bemindes. Ach waarom ben ik zo’n stomme kaaskop en woon ik niet in Napels?

Ondertussen kijk ik verlekkerd naar de verveeld ogende bevallige getrouwde dames en bedenk dat, in mijn hoofd meer iets wil dan mijn ogen.

Groet Eric

Louise · 30 juli 2005 op 08:04

Weer een tipje van de sluier opgelicht van het Petra(?)-mysterie…
Wat lief, die rozen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder