Midden jaren zeventig haalden mijn ouders opgelucht adem toen twee artiesten op televisie verschenen die eruit zagen alsof ze dagelijks naar de kerk gingen. Tussen al het langharige tuig dat Toppop onveilig maakte, waren [url=http://www.richardandkarencarpenter.com/index.html]The Carpenters[/url] een stijf gekapt duo dat uit de jaren vijftig ontsnapt leek. Broer Richard zat roerloos achter de piano en Karen stond in een vormloos jurkje achter de microfoon. Ik vond ze er niet uitzien, maar was wel geïntrigeerd door hun verschijning. Richard bleek het muzikale brein achter zoetsappige hits als ‘Close to you’ (geschreven door Hal David en Burt Bacharach) en ‘We’ve only just begun’. Zus Karen was echter de onbetwiste blikvanger. Ze was gezegend met een prachtstem. Hoewel het duo zich naar buiten toe als een hecht en onafscheidelijk stel presenteerde, ging achter die façade een gecompliceerde broer-zus relatie schuil. Karen was een onzekere vrouw die sterk leunde op haar broer. Hun verstandhouding begon barstjes te vertonen toen Richard jaloers op zijn zus werd, omdat zij alle aandacht kreeg. Om zijn leven een beetje draaglijk te maken en de stress de baas te zijn, slikte hij overdag slaaptabletten, waardoor hij bijna continu high was. Karen raakte geobsedeerd door haar gewicht en viel ten prooi aan anorexia nervosa in een tijd dat er nog weinig over die ziekte bekend was. Tot overmaat van ramp liep hun populariteit tegen het einde van de jaren zeventig sterk terug.

[img align=left]http://image.allmusic.com/00/amg/pic200/drP100/P113/P11387CFP0X.jpg[/img]Om de commerciële neergang te keren, maar vooral om onder het juk van haar broer uit te komen, nam Karen in 1979 een solo-album op met een paar erotisch geladen disconummers. Ze wilde wel eens wat anders dan de suffe seksloze liedjes die ze met haar broer zong. Grote namen als Rod Temperton (die later ‘Thriller’ voor Michael Jackson zou schrijven) en producer Phil Ramone (die veel met Billy Joel werkte) verleenden hun medewerking aan de plaat. Karen had er de tijd voor omdat Richard besloot af te kicken. Maar toen hij uit de kliniek ontslagen was, raadde hij haar sterk af om de plaat uit te brengen. Hij zag zijn zus liever niet in de rol van sekspoes. Bovendien had hij een hekel aan disco. Karen werd hierdoor aan het twijfelen gebracht en liet de opnames op de plank liggen. Erg jammer, want het was de ideale mogelijkheid geweest om uit de dwangbuis van The Carpenters te ontsnappen. Pas zestien jaar na de opnames werd het (overigens uitstekende) album alsnog op cd uitgebracht.

Begin jaren tachtig trouwde Karen met een foute zakenman en probeerde ze haar werk met The Carpenters weer op te pakken. Helaas bleek het publiek enigszins uitgekeken op hun bijna karikaturale pose van ‘all American boy and girl’. Karen bleef worstelen met haar gewicht, scheidde van haar man en overleed in 1983 onverwacht aan een hartaanval. Het jarenlange lijnen had zijn tol geëist. Een succesvol solo-album had haar het zelfvertrouwen kunnen geven dat nodig was om los te komen van haar tot last geworden imago van onkreukbare vrouw. Broer Richard zag dat helaas anders.


15 reacties

SIMBA · 16 april 2007 op 08:29

Ja! De Carpenters hebben mij ook altijd zo geïnteresseerd ondanks dat ik hun muziek niks vond.
Apart leventje.
Vroeger bij het kinderkoor zongen we trouwens nummers van the Carpenters; heerlijk om te zingen als je nog niet weet wat je zingt. 😉

arta · 16 april 2007 op 09:02

Prachtig beschreven wat roem met een mens (of twee) kan doen!
Ben nu wel benieuwd geworden naar Karen’s soloalbum, trouwens…
🙂

DriekOplopers · 16 april 2007 op 10:34

Nog steeds vind ik hun muziek perfect. Echt grote klasse, zit subliem in elkaar. Maar het drama dat zich achter de schermen heeft afgespeeld is natuurlijk verschrikkelijk. Toch weerhoudt dat me er niet van, te genieten van hun werk.

delta75 · 16 april 2007 op 11:02

Dit is voor mijn tijd, en ik hou niet zo van geschiedenis 😆

Toch speciaal ja!

Eddy Kielema · 16 april 2007 op 13:12

’t Is ook wel een beetje voor mijn tijd, want toen ze hun grootste successen hadden, was ik nog maar een peuter. In hun nadagen zag ik ze voor het eerst op tv met hits als ‘[url=http://www.youtube.com/watch?v=lrlf6VvDjQw&mode=related&search=]Jambalaya[/url]’ en ‘Please Mr Postman’. Ik vond ze maar een heel vreemd stel en zag ze als een soort aliens. Iets klopte gewoon niet. Gek, want anderen vonden ze juist ‘zo gewoon’. Maar ik weet niet of ‘gewoon’ nog een compliment is, sinds Jan Smit er op voorstaat zo ‘gewoon’ te zijn gebleven…

Mup · 16 april 2007 op 14:33

Ze waren ook voor mijn tijd, maar ik ken de nummers die de top ooit gehaald hebben, wel. Van mensen die zo onnatuurlijk hun best proberen te doen om er als een modelburger uit te zien, krijg ik direct de kriebels, die lijken onecht, maar gezien wat ze allemaal hebben moeten meemaken, triest, dat gun je niemand,

Groet Mup.

Eddy Kielema · 16 april 2007 op 17:59

Met het topic Titelgevecht in mijn achterhoofd borrelde er net tijdens het koken een andere titel in me op: knellende familieband. Dat dekt iig de lading.

schoevers · 16 april 2007 op 18:22

Niet voor mijn tijd en prima om te lezen.
Triest einde helaas.
Haar hijgliedjes had ik nog willen horen.

Groeten,

Hans.

KawaSutra · 16 april 2007 op 18:34

Ik kon toch altijd nog wel aardig wegdromen op die prachtige stem van Karen Carpenter. Mijn broers hadden al hun lp’s. De latere neergang is een beetje langs mij heen gegaan. Des te interessanter om dat nu in deze prima vorm weer terug te lezen. Tragisch, dat wel.

WritersBlocq · 16 april 2007 op 18:57

Ik heb aan twee bands zeer slechte persoonlijke herinneringen. The Carpenters is er 1 van.

Toch, doordat ik iemand ben die geen namen/situaties blijft relateren aan iets of iemand, kon en kan ik niet anders dan ze goed vinden. Behalve ‘mr. postman’, dat vind ik een zeiknummer.

Familieziek, goede titel. ‘Familiemaagband’ had ook gekund, alleen hadden ze die toen nog niet.

Goed geschreven!

Li · 17 april 2007 op 00:31

Deze column past weer perfect in de ‘Eddy-Kielema-looks-back’ galerij. En de Carpenters? Eén nummer vond ik wel te pruimen maar daarna kreeg ik gaapneigingen.

Li

Dees · 17 april 2007 op 08:30

De tragiek van the American dream op zijn best, die Carpenters. En inmiddels mag je alweer gewoon toegeven dat ze prachtige nummers hebben geproduceerd.

Hoewel ik het beeld van Kermit de Kikker ook nooit meer uit mijn hoofd krijg:

Why do bijrrds suddenly apeajrrr 😀

Dees · 17 april 2007 op 08:33

‘Familieziek’ vind ik trouwens juist een mooie titel, passend. Gezien de oorspronkelijke betekenis van het woord en de afloop van Karen Carpenter.

Eddy Kielema · 17 april 2007 op 10:29

The Carpenters zijn idd wel ideaal om te parodieëren. Dat gebeurt ook in de filmversie van Starsky & Hutch. The Carpenters zien was sowieso al bijna lachwekkend. Maar hun verhaal blijft in- en intriest natuurlijk.

Ik kwam er trouwens achter dat Familieziek ook de titel van een roman van Adriaan van Dis is. Maar dat is een onbedoelde toevalligheid.

Anne · 19 april 2007 op 22:14

Jaaa, de Carpenters, en dan met name de stem van Karen Carpenter. Schitterend. Het maakte de nummers tot honing voor mij, heerlijk om naar te luisteren hoe vaak ik ze ook hoorde. Dat was inderdaad not done, zo’n twaalf jaar geleden. Ik herinner me een woordenwisseling tussen twee medestudenten destijds, die kibbelden over de waarde van de Carpenters. Ik vond ze toen al heel fijn maar weet niet meer of ik dat durfde toe te geven. Ik geloof het wel maar het is best mogelijk dat ik mezelf in de loop der tijd meer lef heb toegedicht dan ik werkelijk had.
Hoe dan ook, leuk stuk. Enne, ik vind de titel juist heel goed gekozen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder