In een cirkel zitten ze in de zon, intiem en ontspannen, met de ruggen naar de buitenwereld. Een klein binnenplaatsje in een bijbehorend stadje, omgeven door kornoelje en een paar wilgjes-in-wording. De zee is in de buurt, maar dat zie je hier tussen de huisjes alleen aan de lucht. Toen ik klein was bestond dit stadje voor mij uit niet veel meer dan de weg naar school, de weg naar de huizen van mijn vriendjes, het winkelstraatje en een paar smalle steegjes waar onze ouders nooit kwamen (volgens mij pasten ze er niet eens in, met hun grote hoofden vol volwassenheid en hun koffertjes met haastige spoed).

Dit stratenwebje was ingebed in een sprookjeswereld waar de natuur het altijd leek te winnen van door mensenhanden gehouwen steen. Met klimop begroeide leegstaande oude huizen! Bosjes met schaduwen waar je schatten kon begraven, of gewoon kon kijken naar het stof dat dwarrelde in de paar zonnestralen die tussen de boomkruinen door de grond bereikten. En vergeet de zee niet… Een stadje waar het altijd zomer was. En áls het winter was, lag er sneeuw.

Zoals er voor kinderen een stad is [i]achter[/i] de stad, een deelverzameling van straten, huizen en geheime plekken vol betekenis die alleen zij zien, bestaat er ook een tienerstad van zomeravonden vol verlangen, en bleke dagen vol verwarring en kameraadschap (herinner je je de zeedijk nog, en de kreek?). Een stad van kantoren, ratraces en slijtende dromen voor volwassenen. Een bejaardenstad in sepiatinten, waar wandelingen alleen nog voeren langs herinneringen, vastgelegd in steen en tak, langzaam oplossend in het avondrood.

Onlangs kwam ik er terug, voor het eerst sinds een jaar. Een bizarre gewaarwording! Hebben de mensen die zijn achtergebleven eigenlijk wel geleefd? Je ratio zegt je dat ook in hun lichaam vrije zuurstofradicalen naarstig bezig zijn ouderdom te planten, maar het is niet aan ze af te lezen. Ik voel me een tijdreiziger, teruggekomen uit een toekomst waarvan we vroeger altijd dachten dat we die samen zouden delen, naar een heden dat voelt als een verbleekte polaroidfoto van het verleden.

Het weerzien met oude bekenden is warm en voelt [i]goed[/i], maar als we wandelen lopen we niet meer door dezelfde straten. Mijn deelverzameling is de hunne niet meer, en hoe kan het ook anders? Voor mij liepen de wegen altijd al naar de horizon toe, voor hen kwamen ze er altijd vandaan. Levenslijnen, vanuit de palm naar de gespreide vingers voor mij, en vanuit de vingers naar een veilige vuist voor hen.

We zaten buiten. Ik keek naar het cirkeltje van mensen in de zon, dacht na over wat ik hierboven beschreef, en voelde melancholie. Maar waarom eigenlijk? Ze volgen een andere weg, met een ander ritme. Maar we warmen ons aan dezelfde zon, en het mistige ruisen van de zee maakt geen onderscheid. Het bloed onder de huid met onze levenslijnen stroomt onverminderd hard. En dat zal zo blijven, of we de hand nu openen of sluiten.

Categorieën: Diversen

14 reacties

Kees Schilder · 16 februari 2006 op 14:32

Echt heel mooi.Sfeervol. Een schilderij van een column.Top

Chantal · 16 februari 2006 op 14:58

Wat ongelofelijk mooi, zeg! Een prachtige column! 🙂

Anne · 16 februari 2006 op 15:14

Mooi. Beeldend beschreven op een manier die voor mij ook echt beelden oproept. Goed gezien, dat van die deelverzamelingen. Veel vondsten die niet opschepperig worden gepresenteerd, maar gewoon in het verhaal zijn gezet omdat ze erin horen.
Mooi. Mooi. Mooi.
Anne

Nana · 16 februari 2006 op 15:36

Mooi, kreeg de kriebels. Zou veel citaten eruit willen halen om te onderstrepen hoe mooi, maar een simpele stukje zin, zegt soms heel veel:

maar als we wandelen lopen we niet meer door dezelfde straten 😉

senahponex · 16 februari 2006 op 16:05

[quote]hun koffertjes met haastige spoed). [/quote]
Prachtige column, rembrandt kan aardig met een penseel overweg om iets prachtig weer te geven.
Maar hij heeft hier in jou zijn evenknie gevonden met de griffel.

Heel mooi

Outsider · 16 februari 2006 op 16:10

Mooie, sfeervolle en ook beetje tragische column en dat laatste moet ook, indachtig de woorden van Gerard Reve: Als het niet tragisch is, dan is het niets waard.

Archangel moet het mij maar niet kwalijk nemen dat ik zijn column misbruik om even een gedichtje van Alice Nahon onder de aandacht te brengen, dat voor mijn gevoel ongeveer dezelfde sfeer heeft als deze column.

De mensen van voorbij,
zij blijven met ons leven,
de mensen van voorbij,
zij zijn met ons verweven
in liefde, in verhalen,
die wij zo graag herhalen,
in bloemen, geuren, in een lied
dat opklinkt uit verdriet.

Mug · 16 februari 2006 op 17:24

Ik geloof dat het inmiddels al gezegd is, maar werkelijk prachtig Archangel!

Er wordt wel eens geklaagd over dat er te veel columns worden ingestuurd per persoon, maar columns zoals deze kunnen er naar mijn mening niet genoeg zijn. Het was al te lang geleden dat je iets schreef…

Ma3anne · 16 februari 2006 op 18:01

Zo lees ik ze graag.

KawaSutra · 16 februari 2006 op 23:17

[quote]Dit stratenwebje was ingebed in een sprookjeswereld waar de natuur het altijd leek te winnen van door mensenhanden gehouwen steen. [/quote]Mooie zinnen, mooie beeldspraken, kortom mooi verhaal met een aansprekende melancholische ondertoon.

Nana · 17 februari 2006 op 09:36

Toen ik dit las, dacht ik meer aan Brel. 😉

Fred · 17 februari 2006 op 10:04

Mooi!!!

Trukie · 17 februari 2006 op 15:43

Je kunt mooi schrijven.
Verbazend mooi.
Had ik niet achter je gezocht 😛

archangel · 17 februari 2006 op 15:51

[quote]Had ik niet achter je gezocht[/quote]

Verdomd, nou je het zegt, ik ook niet! Het zal niet meer voorkomen, sorry!

melady · 18 februari 2006 op 00:57

mooi heel mooi Mieg

Geef een reactie

Avatar plaatshouder