De mistzon heeft het matglazen licht aangezet waar ik dwars doorheen hol. Spinnendraden versperren me teder de weg met hun parelkoorden die aan me blijven kleven, mijn gezicht vochtig maken en me aan het landschap vastbinden zonder ook maar enigszins te knellen.
Plagerig en uitdagend is hun schoonheid. Ongrijpbaar.
Verdwenen, als ik er iets van in mijn handen wil nemen. In schril contrast ligt er plotseling een dode halfvergane haas schuin over het pad voor mijn voeten. Zijn ingewanden vuurrood. Het roodbruin met witte bont verscheurd en vuil. Hij lijkt tijdens het rennen te zijn geschoten, de voorpoten vooruit gestrekt, alsof hij nog snel de aarde in wou duiken, die hem wreed tegen hield. Zijn ogen kijken me fel aan, al zien ze niks meer. Die ogen, het rood en zijn vluchthouding schrijven zich in mijn hoofd en nestelen zich daar.
De idyllische ochtend maakt plaats voor een wrede realiteit.

Ook de schapen die in het geelwitte tegenlicht een contrasterend lint om hun contour hebben gebiesd kunnen dat gevoel niet verdrijven. Ik blijf lang stilstaan tussen twee hoge heggen om naar hen te kijken. Naar het helle tafereel met de uitgeknipte beesten in het weiland aan de dijk. Een kijkdoos, waarin mijn blik geruststellend kan versmallen. Er is geen gevoel van tijd. Ik rust er uit van dingen die onbenoembaar zijn. Het gejaagde gevoel waar ik vandaag mee ben opgestaan begint langzaam te vervagen. Alleen het haasbeeld zit hinderlijk in mijn hoofd gestanst en laat zich niet verdrijven.

Ik loop automatisch terug naar de plek waar hij lag, om nogmaals te kijken.
Hij is weg. Geen kadaver meer te zien.
Als er mensen gepasseerd waren op dit smalle stille pad had ik ze moeten signaleren.
Ik huiver omdat ik geen overgebleven sporen zie van oprapen of wegslepen of van bloed.
Hij lag er toch wel echt?
In een sukkeldrafje met mijn schouders te stijf en te hoog loop ik naar huis. Weg van die plek, die me verontrust. ‘Wat ben je stil, zegt mijn echtgenoot, even later, is er wat? ‘Nee,’ zeg ik, meer tekst heb ik niet voor het moment. Een rilling gaat door me heen. Ik ben bezweet en koud. En alleen.

De haas draait zich met zijn gehavende lijf om in mijn hoofd. Het doet pijn.

Ochtend
van spinrag
dat teder snijdt
zo dun zo scherp.
Vormt beesten
bloedende beesten
in mijn hoofd
die ik verdwenen
kijk.

Categorieën: Diversen

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

24 reacties

Prlwytskovsky · 21 oktober 2007 op 13:12

[quote]die aan me blijven kleven[/quote]
I.p.v. “me” zou ik “mij” schrijven, vanuit mijn visie dan, he?

Maar Pally ….. tjemig: wat heb je dat mooi verwoord. :kus:

WritersBlocq · 21 oktober 2007 op 14:06

Ik had psies hetzelfde als Peter hier boven!

Beryl · 21 oktober 2007 op 14:18

Wat een heerlijke column voor een lome zondag. Genot om te lezen!! :wave:

lagarto · 21 oktober 2007 op 14:39

Gewoon ‘mooi’ Pally, dat is alles wat ik wil zeggen.

Troy · 21 oktober 2007 op 15:59

Wow, Pally, Echt: Wow. Dit is meer dan mooi, dit is gewoon een heel sterk staaltje schrijverskunst. Dichterlijk, tot de verbeelding sprekend en erg indrukwekkend. Ook het gedicht op het eind is prachtig en is een perfecte afsluiter van deze tekst. Column van de maand wat mij betreft.

Ik moest tijdens het lezen denken aan de sfeer van de muziek en tekst van het nummer Hounds of love van Kate Bush. Een aanrader, de hele plaat overigens!

I found a fox, caught by dogs
He let me take him in my hands
His little heart, it beats so fast
That I am ashamed to be running away
From nothing real, I just can’t deal with this
I feel ashamed to be there.

Nogmaals, erg mooi, Pally.

geertsjohn · 21 oktober 2007 op 19:06

Alsof ik het zelf was. Je ruikt zelfs de geur van de vochtige, koude weide. Prachtig geschreven!

arta · 21 oktober 2007 op 19:19

Onder de indruk!
🙂

KawaSutra · 21 oktober 2007 op 20:54

[quote]Een kijkdoos, waarin mijn blik geruststellend kan versmallen.[/quote]
Prachtig geschreven Pally, waar columns en poëzie geruisloos samen komen.

pepe · 22 oktober 2007 op 07:30

Lekker hoor nu heb ook ik dat beeld voor ogen de rest van de dag;-)

Wat mooi heb je dit weer geschreven en ons mee genomen op jouw pad.

FatTree · 22 oktober 2007 op 08:59

Misschien is het het tijdstip waarop ik dit lees, maar ik denk dat als ik dit s’middags in de zomer zou lezen op een terras dat hetzelfde beeld bij mij naar binnen zou komen. Wat ontzettend goed geschreven zeg! Het leek in mijn geestesoog net een kaleidoscoop met extragratis scherpe ochtendlucht in je neugaten!

Ge-no-ten!

Dees · 22 oktober 2007 op 09:45

Ik krijg er enorm de rillingen van. Van het beeld, het verdwijnen ervan, niet van jouw woorden. Want het is perfect geschreven.

DreamOn · 22 oktober 2007 op 10:48

Prachtig mooi!

Liefs DO.

lisa-marie · 22 oktober 2007 op 13:30

Ik werd er helemaal in meegenomen, kon het zelfs voelen.
Het ontroerde mij en ik heb genoten van deze schitterende column.

Anne · 22 oktober 2007 op 14:31

Pally,
Strak geschreven, en daardoor des te effectiever in zijn beklemmende werking. Maar de kunst is juist om een geschreven stuk zowel beklemmend als bevrijdend te kunnen laten zijn. Dat is je gelukt. De bevrijding zit hem in de schoonheid van de vormgeving en in jouw geloof in de mogelijkheid van vermenging van leven en waarneming, ook een paradox.
Erg mooi.

Mosje · 22 oktober 2007 op 20:30

Vandaag ben ik in een zeikbui. Zal wel komen omdat ik een paar wijntjes achter de kiezen heb 😉
Jezus Pally, wat heb jij lange inleidingen nodig voor mooie gedichtjes. Durf jij nou niet die gedichtjes zichzelf te laten zijn? In je antiliefde stukje was dat ook al zo.

Gewoon.
Een gedichtje schrijven.
En het helemaal zichzelf laten zijn…
Zonder uitleg.
Ja ja, je kunt het!

Li · 22 oktober 2007 op 21:41

[quote]waar columns en poëzie geruisloos samen komen[/quote]

Mooier kan ik het niet zeggen…

Li

pally · 22 oktober 2007 op 22:33

Heel erg bedankt voor de vele positieve reacties: Beryl, Arta, Lagarto, Geertsjohn, Lisa-Marie, Dees.
Troy)Extra dank voor je uitgebreide reactie met het liedje
Kawa, Li) Ja, dat bedoelde ik !: samenvoegen van proza en poëzie
Pepe) Sorry en dank
Fat tree) dank voor je uitgebreide reactie
Anne) je analyse zegt me dat je heel goed mijn bedoeling hebt begrepen.
Mosje) Sorry, De column was hier geen inleiding voor een gedicht. Het gedicht enkel de afsluiting. En als experiment geprobeerd de twee disciplines te verbinden
( zie Kawa en Li)
Ik begrijp wel wat je hier zo subtiel 😀 duidelijk wil maken: n.l. dat goede poëzie geconcentreerd proza is en daardoor soms sterker.
Soms zelfs proza overbodig maakt.

groet van pally

SIMBA · 23 oktober 2007 op 10:13

Die halfvergane haas bleef maar hangen in mijn hoofd, ik heb eens tijdens een ochtendwandeling een dood hert zien liggen; dat beeld had ik nu weer voor me. Voor altijd verbonden met een mistige ochtend.

pally · 23 oktober 2007 op 10:23

Dank je Sim, dat je dat even laat weten!

groet van Pally

DreamOn · 23 oktober 2007 op 12:28

…je bent mij vergeten, pally… 🙁

Een hele verdrietige DO, die dit typt door een mist van tranen…

pally · 23 oktober 2007 op 12:48

Oh, DO toch, ik had je erbij staan zelfs voluit als Dream-on, daarom weet ik het nog en toen ging er even iets mis met typen en was je blijkbaar verdwenen….In het klad zie ik je inderdaad ook geschreven staan, niet huilen!
En natuurlijk: alsnog erg bedankt voor je reactie! :kus:

DreamOn · 23 oktober 2007 op 15:59

Ik ben weer blij! 😀 😀 😀

schoevers · 23 oktober 2007 op 20:09

Pally,

Wat mij betreft een heel mooie combinatie van verhaal en gedicht.
Prachtig.

Hans.

BerntHulst · 24 oktober 2007 op 10:42

Schilderen met woorden, en ik bewonder je schilderij!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder