Gisteren stapte ik over op een middelgroot treinstation. Ik zag daar iets aandoenlijks, dat in mijn ogen ook prachtig was. Een klein meisje ging met haar moeder of verzorger klaarstaan voor de trein. Het was echt een heel klein meisje, ze zag eruit als drie of vier. Misschien was ze echter wel ouder, maar dan had ze een groeiachterstand. En dat kan best, want dit meisje had het niet makkelijk.

Ze bewoog zich voort met een soort omgekeerde rollator, waar ze ‘in’ stond. Ze had hele kromme beentjes en wiebelde daardoor als ze zich voortbewoog in haar rollatortje. Maar ze had een echt lief hoofdje, dat lachend de wereld inkeek, en ze had een geanimeerd gesprekje met haar moeder, die uitlegde hoe ze verder zouden reizen, in een andere taal.

De overduidelijk grote beperking zat het meisje in de weg, maar niet haar humeur. Ze had een leuke dag of avond. Dat was overduidelijk aan haar moeder of zeer liefhebbende verzorger te wijten. Die mevrouw was volop bepakt, geen idee of dat voor een dagje uit of voor een tweeweeks verblijf was. Het meisje had het zwaar genoeg met haar karretje, maar uit niets bleek dat ze het als een last zag. Ze had een etui om haar nek, met daarin misschien belangrijke papieren over haar identiteit. Voor zo’n kleintje was het nogal een grote etui. De moeder deed veel werk om de reis te veraangenamen. Ze waren met zijn tweeën op pad en het meisje had het leuk.

Ik werd gegrepen door emoties over dit kleine schepseltje dat met een flinke handicap moet leven, en haar waarschijnlijke moeder die haar met veel inspanning zoveel levensvreugde geeft. Gewoon erg mooi. Ik bedacht me hoe uitzonderlijk het is, een klein kindje dat met een soort looprekje door het leven moet. Geen krukken – waarschijnlijk te belastend – en geen rolstoel, zodat ze leert lopen binnen haar beperking. Een goede keuze van iemand die echt nadenkt over zinvolle hulpmiddelen.

De trein kwam aan (gelukkig een gelijkvloers type, dat stapt makkelijker in) en moeder en meisje stonden dichtbij. Ik had haar al horen vertellen dat ze slechts kort zouden reizen, omdat ze zouden gaan overstappen. Mijn respect en bewondering voor de moeder bleef toenemen, want dit was overduidelijk al een overstap geweest. En het was gisteravond koud, een winterdag die rond het vriespunt was blijven hangen. Bij het opengaan van de deuren wilden ik en een andere passagier het tweetal voor laten gaan, maar daar kwam niets van in; wij moesten eerst instappen.

Eenmaal in de trein kon ik haar rollatortje beter bekijken. Het felgekleurde apparaatje had handremmen en was duidelijk maatwerk. Ik was op een klapstoeltje op het balkon gaan zitten, maar toen ik zag dat het meisje nog geen plek had stond ik op. De moeder vroeg mij om het stoeltje naar beneden te houden, zodat zij het meisje op de zitting kon neerzetten. Wederom allemaal met een glimlach. De moeder bleef Bij haar dochter, het rollatortje en haar andere spullen staan. Ik ben iets verderop gaan zitten en bedacht me: het is voor deze mensen, eerst en vooral het meisje, maar ook haar moeder, dat we er een mooiere wereld van moeten maken. Zij verdienen het.


Rvpcc

Ruben van Praagh (1978) is schrijver. Naast essays en columns schrijft hij ook voor bedrijven; van training tot business plan. Ruben komt uit Utrecht, is getrouwd en heeft vele interesses, waar hij ook over schrijft. Dit zijn, bijvoorbeeld, astronomie, economie, maatschappij & politiek, auto's, muziek, en gedragswetenschappen.

6 reacties

Mien · 3 januari 2017 op 20:01

Helemaal niets mis met deze column. Dat is ook wel eens fijn. Voor alle doelgroepen. Dankjewel Ruben.

pally · 3 januari 2017 op 21:31

Mooi en invoelbaar geschreven, vooral door de details.

Karen.2.0 · 3 januari 2017 op 21:50

Zeker mooi, was je nog niet tegen gekomen hier (want mijn eigen bestaan hier is nog kort). Ik ga de rest ook lezen 😉

NicoleS · 4 januari 2017 op 08:23

Mooie column. Met aandacht en liefde geschreven.

Bruun · 4 januari 2017 op 13:51

Wat een mooi, vertederend verhaal. Met een warm gevoel gelezen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder