Mooi

Ik lig op een mooie dag op mijn rug in het hoge gras. Ik kijk naar de lucht waar schapenwolkjes worden gevormd. In de wolken zie ik de raarste figuren en vormen tot de mooiste luchtkastelen. Uren zou ik er naar kunnen kijken. Wanneer ik opsta en een stukje ga lopen zie ik in een weiland de pasgeboren lammetjes vrolijk door de wei dartelen. In de boom naast me hoor ik een lijster die geweldig mooie geluiden maakt. De knoppen van de boom beginnen langzaam uit te komen. Als een kind dat voor het eerst zelf de deur naar buiten open doet. Het is lente.

Wanneer ik mijn ogen dichtdoe hoor ik zachtjes de zee ruisen. Het helmgras naast me kietelt aan mijn kuiten. In de verte hoor ik vrolijke mensen naar het strand gaan. Ik heb het warm, het is wel 30 graden. Gelukkig heb ik een mooi boek bij me en kan ik dat in de zon lezen. Uren lang lees ik over onmogelijke liefdes en familiedrama’s. Het is zomer.

Het regent. Met mijn paraplu loop ik door het bos. Ik hoor de wind door de bomen ruisen. Naast me zie ik een mooie paddestoel. Rood met witte stippen, een vliegenzwam. Zo groot had ik er nog nooit een gezien. Diep van binnen denk ik aan de kabouter die altijd op de paddestoel met rood met witte stippen zat te schommelen. Even verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Inmiddels begint het aardig te stormen. Bruine bladeren vliegen me om de oren en het begint te regenen. Ik klap mijn parpaplu in, hef mijn hoofd naar de hemel en doe mijn ogen dicht. Het is herfst.

“Ja, ik kom eraan hoor, even wachten ik moet nog even wat doen.” Snel doe ik mijn jas dicht en hang mijn skikaart aan mijn jas. Ik duw me met moeite voort naar de skilift waar ik vriendelijk begroet wordt door de liftbediende. In de lift geniet ik van het uitzicht. Mooie witte pistes, met een lekker zonnetje op mijn gezicht. Wanneer ik boven aan de piste sta begint het ineens lieflijk te sneeuwen. Mooie kleine kristalletjes door engelen naar beneden gezonden. Ik geniet ervan. Het is winter.

Toen ik mijn lieve vriend vroeg wat hij mooi vond, zei hij: “Zomer… of nee, elk seizoen heeft wel iets moois.” Daarom wil ik deze column graag aan hem opdragen, en hem vertellen dat een ding nog veel mooier is dan seizoenen. Iets dat voor mij onvoorwaardelijk is, en wat ons maakt wat we zijn. Het allermooiste wat er bestaat: DE LIEFDE. Zonder deze mooie gift kan ik geen seizoen meer doorstaan.