Mijn favoriete spot voor flauwekulletjes en aardigheidjes is de Spar bij ons in de buurt.
En het valt op, in zo’n kleine winkel heb je veel sneller aanspraak dan in de anonieme mega AH.
Voor mij als kletsmajoor bij uitstek vormen die toevallige ontmoetingen een constante bron van vermaak. Het is natuurlijk niet altijd raak, vriendelijk bedoelde opmerkingen vallen vaak in een zwart gat; mensen kijken me soms aan met zo’n peilloze leegte in hun blik dat alle ironie genadeloos naar me wordt teruggekaatst.
Maar vanochtend kwam ik een hoogbejaarde dame en haar dochter tegen,bij de kassa.
Allebei boodschappen gedaan en apart afrekenen.
De zak eigenheimers ,het pak speculaas en de kipfiletjes van moeder eerst.
‘Ma, je portemonnee’, sprak de dochter, een krachtdadig zakentype met design bril die waarschijnlijk even een uurtje van haar bureau was weggelopen om moeder te bevoorraden.
De oude dame, een grijs doorzichtig permanentje, waar ik van bovenaf op kon kijken, en alle jaarringen van het voorbijgevlogen lange leven in haar gezicht geëtst, tastte wijfelend in haar jaszak.
‘Ik.. weet niet ..of ik die bij me heb..’, zei ze breekbaar.
‘Jawel, niet aanstellen ma, je hebt ‘m net nog in je rechterzak gestoken.’
Ik schrok even van de toon waarop ze moeder benaderde. Was dit gebruikelijk binnen hun relatie of was ik hier getuige van de eerste fase van verbale bejaardenmishandeling.
‘Oh ja’, ze toverde een kleine beurs tevoorschijn.
‘Dat is een goeie smoes mevrouw ‘, zei ik.
Ze draaide zich om met twinkelende ogen en de mooiste glimlach van de dag.
‘Ach meneer, ik probeer het altijd even,wie weet trapt ze erin.’
Ze rekende af en voegde haar dochter en passant toe;
‘Als je maar weet dat het allemaal van de erfenis afgaat’.
En met haar hand voor haar mond besmuikt tegen mij;
‘Dat wordt straks geen erfenis maar ergernis, maar dat weten zij nog niet’.
‘Dat heb ik gehoord ,nou we schudden haar wel leeg hoor, daar kunt op rekenen,’ mengde haar dochter zich in de conference.
‘Ach , mevrouw , als ik u zo zie kunnen ze nog wel even wachten., zei ik, wijd en zijd bekend om mijn charmanterigheden.
‘Jawel, maar ik ben al 92 hoor.’
‘Dat is u niet aan te zien.’
‘Dat zeggen er wel meer,maar daar heb ik zo weinig aan als ik in de spiegel kijk.’
En voordat er nu klaagzangen over voortschrijdende ouderdom gingen ontstaan en ons praatje al te klef werd, maakte haar dochter er op magistrale wijze een einde aan.;
‘Kom op ma, niet te lang met vreemde mannen praten,we gaan.’

Categorieën: Algemeen

7 reacties

dj_Eddy · 11 januari 2008 op 13:45

Bestaat de Spar nog? Vroeger had je ook nog de Vivo. Ook zo’n winkel waar alleen maar ouderen leken te komen. Als die vrouw 92 is, dan is haar dochter inmiddels ook al rond de 60, toch? Weer een mooie column.

KawaSutra · 11 januari 2008 op 13:55

Een beetje slordig neergezet maar bij zo’n pracht verhaal neem ik dat voor lief.

SIMBA · 11 januari 2008 op 14:08

[quote]niet te lang met vreemde mannen praten,[/quote]
Triest als je dat zelfs op je 92ste nog niet mag.
Lekker vlot geschreven stukje, beetje gerommel met spaties en komma’s maar zoals kawa al zei…
😀

pally · 11 januari 2008 op 14:52

Erg leuk weer, Trawant, maar misschien een beetje te veel haast met de boodschappen?

kleine hint: koop volgende keer een zakje spaties voor na de komma, huismerk 😀

groet van Pally

Mup · 11 januari 2008 op 15:22

Heerlijk echt stuk, ik heb genoten, wat een leuk mens,

Groet Mup.

Dees · 12 januari 2008 op 12:41

Leuk, vooral de uitsmijter…

pepe · 13 januari 2008 op 08:42

Hij is leuk, maar ook de reactie van Pally mag er zijn 😆

Op naar de volgende column, na de boodschappen van Pally te hebben gedaan;-)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder