Hij was de allereerste persoon die ik ontmoette, eigenlijk nog vóór ik helemaal geboren was. Op misschien wel het meest intieme en meest belangrijke moment van mijn leven, was hij mijn mental coach. De huisarts. Niet omdat ik of mijn geboorte zo speciaal waren. Welnee, dat was heel normaal zo’n 30 jaar geleden. Je huisarts was de rots in de branding, te allen tijde. Je huisarts luisterde, troostte, gaf raad, steun en had voor alles een oplossing. Van onschatbare waarde, maar gewoon in het ziekenfonds.

Een soort duizenddingendoekje, een wonderzalfje voor elk probleem. Hij was arts, psycholoog, vader abt, maatschappelijk werker en vroedvrouw. Hij had alle touwtjes stevig in handen en liet ze ook niet los. Alles in eigen beheer.

Deze multifunctionele handyman kende al zijn patiënten bij naam en was de grondlegger van het legendarische onleesbare doktershandschrift.

Vandaag de dag is de huisarts meer en meer een manager, zo schreef projectleider François Schellevis van het Nivel laatst in de Volkskrant. Hij delegeert meer en het beroep is verzakelijkt.

Dat is een understatement. Meneer de dokter heeft zich namelijk compleet onbereikbaar gedelegeerd. Totaal weg gemanaged.

Al deze gedelegeerde taken blijken in de praktijk enorme drempels. Stuk voor stuk hindernissen die overwonnen moeten worden.

Ik vraag me af of de huisarts op deze manier zijn hele doel(groep) niet voorbij streeft.

Patiënten dus, hulpbehoevende mensen. En juist deze mensen moeten ontzettend sterk in hun schoenen staan om al die drempels te kunnen overwinnen. Geestelijk en jawel, lichamelijk. De zwakkeren in de samenleving trekken dat niet. Natuurlijk niet.

Antwoordapparaten en eindeloos in de wacht hangen. Korte telefonische bereikbaarheid op de meest onmogelijke tijden. Assistentes in de frontlinie, speciaal opgeleid om het kaf van het koren te kunnen onderscheiden en de pas in het leven geroepen noodtroepen.

Deze noodtroepen in de vorm van professionele assistenten, vangen veel van het werk op.
Ze geven injecties, schrijven vervolgrecepten uit en doen routinecontroles. Dat is hard nodig, viel er in de Volkskrant te lezen, want de gemiddelde huisarts heeft 2500 patiënten.

Zijn deze drempels eenmaal genomen, dan heb je een heuse afspraak om live tegenover je eigen dokter te zitten.

Verwacht geen geruststellende inleiding. Meneer de dokter rammelt je kwaal in de computer om er vervolgens met behulp van de help functie een passend medicijn uit te laten rollen. Het recept wordt meteen online verzonden naar de betreffende apotheek. Je krijgt een hand, een gepeperde rekening en in nog geen 10 minuten sta je weer buiten.

‘Want,’ gaat Schellenvis verder. ‘Ook het opstellen van richtlijnen, waarin voor de meest voorkomende kwalen staat beschreven wat een arts moet doen als een patiënt voor een consult komt, heeft bijgedragen aan de professionalisering.’

De conclusie van de onderzoekers zal niemand verbazen: Huisartsen doen meer in minder tijd.
Het systeem werkt goed, is efficiënt en goedkoop.

Maar de waardevolle troostende arm van mijn eigen mental coach is verdwenen. Deze was niet te delegeren, te kostbaar.
Inderdaad, onbetaalbaar.

Louise


8 reacties

Ma3anne · 2 mei 2004 op 19:45

Niet alleen voor de patiënten is dit een vervelende wending. Ik kreeg een afscheidsbrief van onze huisarts. Hij stopt er vervroegd mee. O.a. omdat hij niet meer achter de verzakelijking in zijn beroep staat. Hj kan zijn werk niet meer uitvoeren zoals hij het graag zou willen…
Zulke artsen bestaan gelukkig ook nog, maar als die allemaal gaan vertrekken… dood- en doodzonde.

Prima column!

Shitonya · 2 mei 2004 op 19:45

Tja, er zijn nu eenmaal veel meer mensen dan 30 jaar geleden en alles moet sneller en efficienter. Er is geen tijd meer voor uitgebreide huisarts bezoekjes. Je hebt ook zoveel mensen die voor het kleinste wissewasje al naar de huisarts gaan, waardoor de wachttijden gigantisch worden…
Wel aardige column 🙂

Mosje · 2 mei 2004 op 20:17

Valt allemaal reuze mee toch? Sommige artsen nemen zelfs de tijd om sex met hun patienten te hebben.
😛

pepe · 2 mei 2004 op 22:25

helaas te waar, vroeger ging je naar de dokter als je ziek was, nu moet je eerst een afspraak maken en kijken of de dokter tijd heeft, zodat je ziek kan zijn.

over ziekenhuisafspraken zal ik maar zwijgen.

Dees · 2 mei 2004 op 22:41

In kleine dorpen kun je ze nog wel vinden. Maar ze worden steeds schaarser, dat wel. Kwalijke ontwikkeling en goede column erover!

Louise · 2 mei 2004 op 23:22

Hi allemaal,

Eigenlijk een onderwerp dat redelijk ver van me af staat, normaal schrijf ik “dichter bij huis.”

Omdat ik eens wilde oefenen in het puur technisch schrijven, zonder te drijven op een emotie, heb ik de Volkskrant gepakt en een onderwerp geprikt.
De combi “huisarts – manager” was gelukkig zo absurd dat ik er wel een verhaaltje over uitgeperst kreeg.

Nu ik de reacties van jullie hier zo lees (bedankt!!), kom ik erachter dat ik een sterk detail mooi gemist heb. De artsen die die ene arm verwisseld hebben voor een innnige omhelzing…
“dahag m’vrouwtje, legt u uw kleren maar op die van mij…” 😉

sally · 2 mei 2004 op 23:42

Ik weet niet hoe het er in de toekomst uit zal zien. Maar wij hebben tot nu toe niets te klagen over onze arts. Maar ik denk dat hij mij wel ziet zitten want neemt altijd wel zeeeeeer ruim de tijd.
Dit is ook een manier om stof voor een stukje te vinden.
groetjes
sally

Irma · 3 mei 2004 op 19:20

Misschien moeten ze zijn ’titel’ veranderen, want de huisarts van vandaag de dag geeft veel te vaak ‘niet thuis’.

Creatieve manier om een ‘column eruit te persen’. Da’s wel gelukt!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder