Ik ben nog van de generatie kroontjespennen en inktpotjes. Ik heb mijn rode, blauwe of gele pennetje nog in zo’n vreemd inktpotje gedoopt. Het begon met vrij rechte letters tussen de lijntjes. Wat later verdwenen de lijnen en mijn handschrift werd minder strak, minder leesbaar. Ik keek niet op een krulletje meer of minder.
Op die dag hadden we afgesproken. Ik moest toch nog nieuwe banden voor mijn motor halen dus het ging in een moeite door. Tussen neus en lippen hadden we al wat gebabbeld over het schrijven met en op haar.

Terwijl de monteur mijn motortje onder handen nam en ik in het gras vol spanning aan het wachten was, ’t gebeurt tenslotte niet elke dag dat ik nieuwe banden laat plaatsen, kreeg ik van haar een berichtje. Of ik nog durfde. En of ik nog durfde. Ze stuurde namelijk twee berichtjes

Je ziet het wel eens in films of je leest het in een boek. Dat een man en een vrouw afspreken en dat de vrouw door haar bloemetje op een bepaalde manier te presenteren dat de vreemde man weet dat de kust veilig is. Dat kan met een bloemetje, een bloempotje, een set golfstokken of wat dan ook. Soms kan het andere betekenissen hebben dan of de kust veilig is. Het kan ook betekenen dat de koffie klaar staat of dat de koffie klaar staat en je binnen kunt komen. In dit geval, in ons geval, deed ze het met een fiets. Als de fiets links stond was de koffie klaar, als de fiets rechts stond was de koffie klaar en ik kon binnen komen als ik dat wilde en als ik dat durfde.

Schrijven deed ik al graag toen ik het nog niet eens kon. Ik was soms blij dat ik op school zat, want daar hadden ze papier, kroontjespennen en inktpotjes. We waren thuis nogal arm.
Door het schrijven op de computer kreeg ik kennis met en door een bijzondere jongedame. Al gauw ging het over schrijven, letters, metaforen, en over het schrijven met andere materialen dan inkt, inktpotjes. Op andere materialen dan papier en lege schoendozen. Je kunt ook schrijven met je tong? Het was eruit voor ze er erg in had. Dacht ik toen. Het was een hele bijzondere ervaring. Op school had ik al wat ervaring opgedaan met het schrijven buiten de lijntjes. En dan nu voor het eerst schrijven zonder handen en in het begin met mijn ogen dicht. Zelden zo dicht met mijn gezicht op de letters en zinnen gezeten met mijn tong uit mijn mond. Papier is geduldig zeggen ze wel eens. Ik keek niet op een krulletje meer of minder. Bij de puntjes op de i maakt ze zo’n grappig geluidje.

Het was vaak afwegen met dat schrijven met kroontjespen en inktpot. Als de pot nog vol zat met inkt moest je gokken hoever je de rode of blauwe kroontjes pen er in moest dopen. Eenmaal het juiste niveau bereikt kon ik mijn concentratie volledig op het schrijven zetten. Dan kon ik de kroontjespen in de inktpot stoppen tot dat ie tegen de bodem van het inktpotje tikte. Soms was er net te weinig inkt aan mijn kroontjespen om een woordje af te maken. Moest ik weer dopen en zat er te veel aan. Ik ging nogal slordig om met de vele vlekken.
Haar fiets stond zo voor het huis dat ik zeker wist dat de koffie klaar stond. Ik had er wel zin in en kon een sterk bakje wel gebruiken. Vooral toen ze naar beneden kwam geschrijd. Want dat kon ze. Schrijden. Ik wilde het liefst meteen bij haar binnen maar ze wilde eerst dat monstertje van mij eens van dichtbij bekijken. Ze vond hem prachtig, stoer. Zo’n zwarte stoere motor paste wel bij me, zei ze. ‘Koffie?’

Wanneer ik weer eens zalig aan het schrijven was keek ik vanuit mijn ooghoeken of er voldoende ruimte op de regel was. Ik haatte onderbrekingen, toen nog wel. Of het moest juist goed uitkomen bij een woord waarbij ik twijfels had of er een streepje tussen moest staan. Bij het overschrijven van stukjes tekst keek ik vooruit bij het indopen van de inktpot naar mogelijke mooie letters. Ik had namelijk favoriete letters. En dan zo groot mogelijk liefst, de hoofdletters.
Toen ik voor het eerst bij haar binnenging kon ik het niet geloven. Nog nooit heb ik zoveel keer achter elkaar dingen gedaan die ik niet kon geloven. Dat begon al met die fiets. Dan dat schrijden van haar. Ik dacht nog toen ik trillend achter haar de trap op liep. Waar gaan die mooie benen naar toe?
Als er niets tussen kwam zou ik geschiedenis schrijven. Ze wist het, ze raadde het. Ze raadde elke letter, elk woord dat ik op haar had gezet. Zonder handen en met mijn ogen dicht. Ik had mijn zinnen nu eenmaal op haar gezet.

Schrijven met een rode of blauwe kroontjespen en die dopen in een inktpotje. Soms was het topje van de kroontjespen wat afgesabbeld. Ik had al rap door dat je maar beter met rechts kunt schrijven. Met links ging ook maar dat gaf toch een heel ander gevoel. Linkshandig was anders. De mouwen van linkshandigen, die zagen er niet uit. Of ze moesten schrijven met een boogje. Dat vond ik dan weer wel knap.
Ik schreef op haar mijn meest favoriete letters. Het slangetje, de Z van Zorro en letters met veel puntjes erop of eronder. En toen ik voelde wat haar favoriete letters waren schreef ik die ook nog eens extra vet. Vanaf dan waren dat ook mijn favoriete letters. Onder het schrijven deed ik alsof ik haar gladstreek maar echt nodig was dat niet. Er zat geen haartje op.

De blauwe of rode kroontjespen die ik zo zalig in dat inktpotje kon dopen had wel eens kuren. Soms ging het puntje een beetje uit elkaar. Dan had ik ineens twee puntjes waartussen vaak van die kleine natte bolletjes papier bleven hangen. Voor letters en woorden schrijven op de gewone manier was dat niet handig. Later merkte ik dat het juist bij vrij tekenen vaak tot verrassende resultaten leidde.
Op de lager school had ik al moeite om mijn pen voor de laatste keer uit de inktpot te halen en die met een roze papiertje af te kuisen. Het roze deed me aan eetpapier denken. Ik kon niet stoppen met schrijven op haar. Haar roze deed me aan eetpapier denken. Zonder handen en met mijn ogen op een spleetje trok ik zomaar een verticale lijn, ik bevond me tenslotte recht voor haar en niet opzij.

De kroontjespen lag in een soort van verlaagde gleuf van bakkeliet, de kleur was donkerrood tot marmerbruin. Ik kon nooit aan de buitenkant van het inktpotje zien hoeveel inkt er nog in zat. Vooral niet als ik met het inktpotje had geschud. Ik had een mooie grip, vond ik zelf en hield de kroontjespen in de kroontjespenhoudersgreep. Met drie vingers aan het koper waar de kroontjespen in een soort vernauwd gaatje zat. Het pennetje zat met de gebogen kant in het dunne ronde spleetje.

Ogen als kooltjes, tetjes als snuitjes van een jonge hond. Onder het schrijven, zonder handen, stak ik mijn armen uit alsof ik had gescoord. Op de tast naar het licht want ik had mijn ogen nog steeds op een spleetje. Waar haar haar ooit stond lag mijn neus op het scherpst van de snee. Ze liet me schrijven. Zinnen kwamen op alsof het niet kostte. Uit mijn ooghoeken keek ik wat opzij of er ruimte genoeg was zodat ik het woord niet moest afbreken. Ik had nu eenmaal mijn zinnen op haar gezet.


9 reacties

Harrie · 18 juni 2012 op 16:43

Lezen en schrijven zonder handen tot kunst verheven. Bijna vlekkeloos schoon, Louis. Heel af en toe stoort mij de ver doorgevoerde herhaling een beetje. Ik snap wel dat dit lekker leest. Maar soms iets te. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Libelle · 18 juni 2012 op 16:57

Ondubbelzinnig, leuk haarstukje waar ik persoonlijk wel pap van lust en tegelijkertijd tietenvel van krijg. Dan is het met een potlood en een gummetje maar behelpen. Om een puntje aan te zuigen!

Pierken · 18 juni 2012 op 18:32

Het langste gedicht ooit gelezen, Louis. Ik heb het rijm, de komma en de es niet eens gemist. Je dweept zo sierlijk binnen de lijntjes, maar maakt lange krullen bij de gé. Het spel tussen letters en lichaam win je met verve. Edoch, eens met Harrie en hopelijk onbedoeld laat je ook mij hier en daar verslikt achter in overmatig eetpapier. Mooie combinatie tussen titel en verhaal!

Nachtzuster · 18 juni 2012 op 20:36

Een mooie column, bol van de dubbelzinnigheden. Knap gevonden titel. Flirten met woorden vind ik dit.
En over dat linkshandige, ach, hoe een herkenbare nostalgie. Altijd vlekken op het papier en een 4 voor netheid.
Lang leve de rollerball!

Yfs · 18 juni 2012 op 21:56

Altijd een uitdaging om een column van jou te lezen en een nog grotere om erop te reageren. Ik ben verschrikkelijk visueel ingesteld en dan is deze ‘spielerei’een ware dirty-mind-teaser! Met alle respect gaat mijn voorkeur toch uit naar de Parker Rollerball net als de nachtzuster haha. (mét navulling paraat!!) :duivel: :klappen:

lisa-marie · 20 juni 2012 op 10:39

Na een tijdje pas de draad gevonden en dan begrijp ik hem steeds beter.

Sagita · 20 juni 2012 op 12:07

[code]Zinnen kwamen op alsof het niets kostte.[/code]
Je zegt het zelf! 😉

Mien · 20 juni 2012 op 17:28

Hij is mooi Lowie!

Mien

arta · 21 juni 2012 op 11:57

Mooi onderwerp!

Een idee om deze column eens zonder handen over te schrijven? 😀

Goed geschreven!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder