Afgelopen woensdag stond ik op Amsterdam Centraal op mijn trein te wachten. Ik voelde me die dag heerlijk. Het zonnetje scheen, mensen waren vrolijk, de hele omgeving werd weer een beetje groener, kortom ik voelde de lente in mijn hele lijf.
In de menigte die met mij stond te wachten hoorde ik een schelle stem er bovenuit krijsen. Ik dacht: nee toch, er zullen nu toch geen mensen ruzie aan het maken zijn? Vanuit mijn rel en rampentoerisme-instinct begaf ik mij beetje bij beetje in de richting van waar het kraaiterreur vandaan kwam. Vervolgens werden de contouren van een meisje van net over de twintig zichtbaar, die aan het telefoneren was. Zo op het oog een schattig opgemaakt poppetje op hakjes, ongeveer 1.65 meter lang, maar met een bakkes waar de honden geen knäckebröd van lusten. Er kwamen naast woorden ook mortierbommen, clusterbommen, torpedo’s en granaten uit haar mond vliegen. Zoiets als: “ godverdomme Marjolein, ik heb je toch gezegd dat ik niet tevreden ben? Ik wil gewoon mijn geld terug! Ik ben de klant en het gaat om mijn tevredenheid toch? Jij bent een secreet en een achterlijk wijf. Het interesseert me niet wie of wat je erbij haalt, je gaat mij terugdokken en daarmee basta!”.

Zo aan haar taalgebruik en toon te horen dacht ik dat het om een of andere miljoenendeal ging. Hoe kan iemand zich (over de telefoon nota bene) zo boos maken. Er moet toch iets ernstigs of iets verschrikkelijks gebeurd zijn, dacht ik bij mijzelf. Je hoort het wel vaker, dat mensen belazerd zijn door één of andere malloot die ze heel erg hebben vertrouwd. Bij dit meisje had ik een soortgelijke scenario in gedachten. Die arme meid dacht ik.

En het kabaal ging verder. Het meisje bleef ook in de trein doortetteren: “Marjolein je hebt alles verknald. Ik kan niet meer in de spiegel kijken!”. Toen kreeg ik echt met haar te doen, want dat je door iemand opgelicht wordt hoef je jezelf niet de schuld van te geven, maar dat je daardoor niet meer in de spiegel kan kijken geeft wel de ernst van de situatie aan. Die arme meid heeft zoveel ellende dacht ik, dat ze zelfs moeite heeft om haarzelf te aanschouwen.

Na wat onaangename blikken van passagiers die het geschreeuw zat waren leek er een eind te komen aan het gesprek van deze dame. “ Marjolein, ik ga hier achteraan! Je hebt mijn haren helemaal verkloot! Weetje? Je bent een kapper van niks. Als je al mij niet kan vlechten en kleuren dan heb ik medelijden met mensen die ooit jouw klant worden”……

Mijn klomp brak niet. Mijn klomp verbrijzelde en werd fijngemalen. Ik betrapte mijzelf op schaterlachen en onbegrip tegelijk. Ik hoorde nu haar verhaal zo’n 10 minuten aan en al die tijd ging het dus om een haarkleur en wat vlechten?

Ik probeerde toch om me in haar te verplaatsen; als ik naar de kapper ga om wat te laten knippen en op te scheren en ik zie dat ik vervolgens groene krulletjes heb met paarse uiteinden dan is de kans groot dat ik me ook wel een beetje ga opwinden. Echter dit meisje ging zó uit haar pannendak, dat ze voor mijn gevoel bijna een hartverzakking kreeg. Bovendien, als zij zich in die mate opwind over dat “probleem”, hoe ziet haar alledaagse leven er dan uit in hemelsnaam??

Ach.. Wellicht zullen mensen van dit kaliber bij mij meer vragen opwekken dan antwoorden. En dat ligt ook niet helemaal aan die mensen hoor. Bovendien ben ik de domoor die er aandachtig naar luistert.

Één ding weet ik wel: ik zal nooit mijn haren laten vlechten of verven bij ook maar iemand die Marjolein heet.

Categorieën: Diversen

6 reacties

LouisP · 25 april 2011 op 09:03

De opzet, de intentie van het stuk is best geniaal.
Onderstaande alinea is écht goed in deze:
“En het kabaal ging verder. Het meisje bleef ook in de trein doortetteren: “Marjolein je hebt alles verknald. Ik kan niet meer in de spiegel kijken!”. Toen kreeg ik echt met haar te doen, want dat je door iemand opgelicht wordt hoef je jezelf niet de schuld van te geven, maar dat je daardoor niet meer in de spiegel kan kijken geeft wel de ernst van de situatie aan. Die arme meid heeft zoveel ellende dacht ik, dat ze zelfs moeite heeft om haarzelf te aanschouwen.”

Maar je ontkracht bib het sterke punt door het direkt daarna zelf te relativeren. En die laatste zin is jammer.

Ferrara · 25 april 2011 op 10:34

Een dergelijk gebeuren vraagt om een column, ik vind hem goed gelukt. Tja, die laatste zin…lastig hoor een goede uitsmijter. Ik worstel daar ook veel mee.

Mien · 26 april 2011 op 08:35

Een leuk vervlochten clou-column met schreeuwende kleur en grachtengordelstress.

Mien met Strokapsel

pally · 26 april 2011 op 16:56

Ha, ha, geinige column! Wel met een zwak uitsmijtertje…misschien van krielkip-eitjes? 😉

groet van Pally

Dees · 26 april 2011 op 21:13

Een vrouw en heur haar 😀 Leukie column!

sylvia1 · 27 april 2011 op 10:04

Ja, er wordt wat afgeschreeuwd in mobieltjes in de trein… Inderdaad goed columnmateriaal.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder