Het geval Mees

De ramen van zijn kamer had Mees afgeplakt. Dat weerde de zon en, daar was het hem vooral om te doen, de boze blikken van buiten. Als het aan mees lag, kwam er geen lichtval naar binnen. Slechts kunstlicht was toegestaan het bed, het nachtkastje en de met teven en kale poezen beplakte muren te verlichten. Posters uit zijn pubertijd waar hij geen genoeg van kreeg. Hij bleef ernaar kijken. In gedachten was hij met elk afzonderlijk de hort op gegaan. In zijn wildste fantasieën zelfs met meerdere tegelijk. Maar in de praktijk was dat er nooit van gekomen.

Mees was een mens van het eenzame soort. Volgens zijn moeder had hij het daar zelf naar gemaakt. Een ellendig bedmens noemde ze hem. En terecht. Mees bakte niets van zijn leven. Niet bij machten er iets van te maken, zag hij lijdzaam toe hoe de tijd vervloog. Het liefst vanuit zijn bed, als het kon de hele dag, weggestopt onder de dekens, alleen. De eenzaamheid had zijn passie verteerd. Hij vond het allemaal best!

Dat Mees niets van zijn leven maakte was niet zijn keuze. Hij wilde best, maar de maatschappij had zijn lot bepaald. Al van kinds af aan werd hij, geheel ten onrechte, benadeeld en gedwarsboomd. Zijn knutselwerkjes, de mooiste van de klas, overhoringen, examens en scripties werden consequent te laag beoordeeld, gewoon omdat mensen hem niet mochten. Zijn vrienden pikten stelselmatig en doelbewust zijn potentiële vriendinnen in. De sociale- en financiële dienstverleners waren er op uit om hem kapot te maken. En zo ging het maar door. Tot aan zijn sollicitaties toe.

Net nadat hij er, na twee teleurstellende sollicitaties, de brui aan wilde geven, was hij Bart, zijn buurman, tegen het lijf gelopen. Nieuwsgierig naar de man die al jaren naast hem woonde, had Bart een gesprek met hem aangeknoopt. Een gesprek waarin Mees meer dan hem lief was uit de doeken deed. Met de nodige gevolgen. Puur uit meelijden en tegen beter weten in had Bart de openhartigheid van Mees beloond.

Bart een koele ondernemer, maar ondanks dat een beste man, wilde Mees wel een kans geven. Een proefperiode van zes maanden met uitzicht op een vast contract. Mees moest alleen wel beloven er echt voor te gaan. Omdat Mees geen andere keus had, hij was tenslotte weer arbeidsgeschikt bevonden en de herinneringen stapelden zich op, was hij de arbeidsbetrekking aangegaan. Hij beloofde het.

En zo kwam het dat Mees nu al vijf maanden met de nodige tegenzin werknemer was. Een noodzakelijk kwaad waar hij een broertje dood aan had, maar, hoe ongemotiveerd ook, hij ging. Het waren de rekeningen die hem iedere morgen weer op de been hielpen. Want zijn honk was hem heilig.

De ochtend

Een zonnestraal die zich een weg door de barricade van antraciet grijze vuilniszaken had gebaand, landde op het gelaat van mees. ‘Bah’, dacht hij, ‘weer een dag.’ En wat voor een! Dit was een dag van het akeligste soort. Vandaag was het concours; er werd iets van hem verwacht. Vandaag moest Mees het onderste uit de kan halen. Presteren! Volgens Bart was het nu of nooit.

Met het lood in zijn schoenen, zijn ziel onder de armen en een finke tegenzin begaf Mees zich, nog meer dan elke doordeweekse dag, naar zijn werk. Toen hij het plein opliep, zag hij tot zijn afgrijzen versiering hangen. Het hele pand was gehuld in vlaggen en slingers. ‘Ja, wrijf het er nog even in’, tierde hij in stilte. ‘Dat vervloekte concours’.

Madame Jury

Het was warm, drukkend warm in de anders zo koele werkruimte. Hoewel hij nog geen poot had uitgestoken zag Mees er uit alsof hij zich in het zweet had gewerkt. ‘Vast de airco’, mompelde Mees terwijl hij met het uiteinde van zijn mouw het luie zweet van zijn voorhoofd veegde, ‘Moet ik zo functioneren? Mooi niet!’ Opgelucht ging hij bij de pakken neer zitten en sloot zijn ogen. Hij had een excuus.

De pinnige klanken van een vrouwenstem deden Mees opschrikken. ‘Of u inspiratie aan het opdoen bent?’, herhaal de de vrouw. ‘Ja, zoiets’, bromde Mees binst hij haar van teen tot top bekeek. Uit haar mantelpakje maakte hij op dat het madame Jury moest zijn. ‘Mooi’, zij ze met een stem die plotseling veel zwoeler leek en zette een doos op zijn werkblad. Ze knipoogde. ‘Uw materialen voor vandaag’, bracht ze te berde alvorens ze zich omdraaide om de ruimte te verlaten, ‘ik wens u veel succes met de opdracht’.

Mees keek de vrouw na. Deze dame, maar vooral de parmantige wiegbewegingen van haar kont maakte indruk. Het viel hem op dat zich nergens doordrukkende naden aftekenden. Zou ze…

De daad

Mees kiepte de doos op zijn werkblad, terwijl hij stiekem de bewegingen van de vrouw bleef volgen. De vrouw maakt iets in hem los. Een verloren gevoel. Vanuit zijn ooghoeken zag hij dat ze haar tred stokte, halt hield, zich voorover boog en naar haar pump reikte om, naar het zich liet aanzien iets te fatsoeneren. Haar rokje trok zich strak. Mees werd er door gegrepen. Aandachtig bekeek hij het. Zijn ogen dwaalde van beneden naar boven en weer terug. Ze zochten een naad, maar vonden niets. Totdat… zijn blik weer halverwege heen en weer was. Daar ontwaarde hij een genotzalige lekkernij; een sappige pruim. De gladde glanzende huid langs de schede van de vrucht deden hem hem verstijven. Wel had hij ooit.

Nu hij al enige tijd naar de delicate pruim gluurde, kon hij zich niet aan de indruk onttrekken dat deze voor hem was. Sterker nog hij wist het zeker. Madame wilde dat hij het zou bewerken. Dat kon niet anders. Hij kreeg spontaan zin. Zonder aarzeling ging Mees recht op zijn doel af, greep met zijn linkerhand de zijdezachte vrucht en kneep er zachtjes in. ‘Jezus wat een gevoel!’ Kleine druppels vocht vormden zich op de tedere huid en maakten contact met zijn vingers. ‘Heerlijk’

Vanuit haar voorovergebogen positie keek madame hem goedkeurend aan. ‘Jij weet er wel raad mee’, fluisterde ze hem toe. Mees voelde zich aangemoedigd en liet de passie zijn lichaam overnemen.

Terwijl hij met zijn ene hand de zachte pruim voorbewerkte, liet hij zijn andere in de doos verdwijnen, haalde hem er weer uit om vervolgens op de tast het hele werkterrein te verkennen. Met speels gemak vond hij de vlezige kers waar hij naar zocht. Hij rolde hem behendig tussen zijn vingers. ‘Ik zal haar eens laten zien wat ik kan’

Mees rechtte zijn rug en maakten zijn handen vrij om zichzelf te prepareren. Behendig haalde hij zijn spuit tevoorschijn en liet zijn hand er over gaan. Voldaan, voelde hij hoe zijn zak puilde van het het zoet room. ‘Die ga ik zo helemaal leeg spuiten; de vruchten zullen baden in mijn hemelse crème’, lispelde hij zelfgenoegzaam. Hij was zichzelf niet meer of juist steeds meer.

Hij haalde zijn vinger lang de opening van zijn spuitzak en lepelde wat vroegtijdig vrijgekomen room er af, doopte de vinger in het openstaande honingpotje, haalde hem er weer uit en wreef de zalige roomzoete combinatie over het puntje van zijn tong. Hij werd gek van opwinding. Madame jury gaf geen kik, ze genoot in stilte.

Mees voelde dat passie en hartstocht zijn lichaam en geest naar een hoogtepunt dreven. Nu moest het gebeuren. Hij moest het afmaken. Deze vrouw moest gillen van genot terwijl hij afrekende met het zeer van jarenlange zelfverwaarlozing. Dit was het kantelpunt in zijn leven.

Madame was ondertussen en face voor hem komen staan om goed zicht te hebben. Ze volgde elke handeling van Mees. En was duidelijk onder de indruk.

Mees had er geen oog meer voor, hij ging tot het gaatje . Ongeremd bewerkte hij de aangereikte vruchten, roerde in de honingpot, zette zijn handen om zijn volle roomspuit en spoot uiteindelijk in een vlaag van extase de hele kelk en al het vruchtvlees vol met zijn zalige room. Alleen de glimmende rode kers was nog zichtbaar.

Thuis

Uitgeput, maar voldaan, presenteerde Mees zijn meesterwerk aan madame. Net als Bart, die het schouwspel al enige tijd vanuit de deuropening volgde, was ze sprakeloos. Het duurde dan ook enkele minuten voordat een woord de ruimte vulde.’Bravo!’

‘Je mag blijven’ riep Bart. En van de Jury kreeg hij een tien en een kaartje. Zijn dessert was buitencategorie . Een toetje met allure!

Als herboren trok Mees die dag de deur van Zuivelhuis de Zoete Zaligheid achter zich dicht, spoedde zich naar het dichtstbijzijnde asiel alwaar hij Dounia (een kortharige teckel) en Minoesj (een Mexicaanse kale kat) tot de zijne maakte. Zijn geluk kon niet meer op; dit was bestaan! Thuis pakte hij het kaartje uit zijn zak en belde.

Categorieën: Thema column

13 reacties

Meralixe · 5 augustus 2013 op 07:41

Erotiek of porno? ?:-)
En he…. wat een aanloop. Een zestal alinea’s om een soort mafkees te omschrijven… :no:

    brilmans · 10 september 2013 op 12:42

    Marelixe,

    Geen erotiek of porno, slechts pareidolia, uw geest nam een loopje. 😉
    Verder moeten we concluderen dat mijn schrijfsels u niet welgevallen. Ooit schrijf ik er een speciaal voor u, a la Privé, maar voorlopig nog niet. 😛

    Vriendelijke groet Brilmans

Libelle · 5 augustus 2013 op 08:40

Prachtige column! Zo maak je van een toetje een hoofdgerecht.
Ik denk dat het Meralixe is geweest, die ons een rad voor de ogen draait.

Blanchefort · 5 augustus 2013 op 13:28

Goed verhaal.
Ik gok op Spencer.

Sagita · 6 augustus 2013 op 10:50

Deze column is geschreven door Brilmans.
groet Sa!

arta · 6 augustus 2013 op 11:13

Ik ga voor Nachtzuster.
De schrijfstijl deed me denken aan één van haar ‘werkverhalen’.

Nachtzuster · 6 augustus 2013 op 16:34

Ik lees hier duidelijk Harrie elementen in.

LouisP · 6 augustus 2013 op 17:49

Grappig stukje…
’t had van mij echt mogen zijn.
Meralixe, denk ik

Yfs · 6 augustus 2013 op 23:40

Inderdaad een lang ‘voorspel’
Ik ga voor Harrie die zich uitgeleefd heeft!! 😛

Mien · 19 augustus 2013 op 01:06

Ik lees tussen de regels een stijlvolle Yfs. Knap geschreven.

brilmans · 10 september 2013 op 12:36

Zo, ik ben weer terug van vakantie. De communicatie vanaf de camping liep niet zo soepel, maar daar heb ik nu geen last meer van. Zal proberen weer wat van me te laten horen. Iedereen bedankt voor deze reactie, was benieuwd hoe hij aan zou komen, ben niet ontevreden.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder