In Chili sta je overal in de rij. Bij de bakker, de supermarkt, de bus, de metro en vooral bij de bank. Al bij binnenkomst is het me duidelijk: dit is een rij van een vol uur. Maar net als alle anderen sluit ik gelaten achteraan. De rekeningen moeten tenslotte betaald worden en internetbankieren is hier voor de meesten vooralsnog een utopie. Dus spendeer ik regelmatig een uurtje in dezelfde rij – voor het storten van de huur en het betalen van achtereenvolgens de elektriciteitsrekening, de gasrekening en de telefoonrekening. Algemeen Publiek, daar hoor ik als buitenlander bij. Blauwe linten lopen slingerend tot aan de balie en markeren de weg, die tergend langzaam gelopen wordt. Gelukkig is het warm binnen. Dat kan van de meeste huizen niet gezegd worden. Hoewel het nog niet vriest zoals het dat in Nederlandse winters kan doen, is het in huis ronduit onbehaaglijk. Ik mopper dan ook niet al te hard als ik merk, dat in de bank een normale temperatuur van minimaal twintig graden heerst. Ik kan zowaar mijn winterjas even uittrekken. Lekker, een uurtje opwarmen!

De mevrouw achter me snottert en snuit constant haar neus, als ze niet hoest of de laatste roddels in de krant leest. Het kleine zakenmannetje staat zoals altijd in de rij naast mij, die van de Vaste Klanten. Hoe kan het toch dat ik hem er altijd zie, op welke dag en tijd ik ook naar de bank ga? Een oma heeft haar kleinzoon totaal niet in de hand en blijft hem maar vermanen om niet naar buiten te rennen, uiteraard zonder enig effect. Een ongeduldig type tikt ritmisch met een folder tegen een paaltje, tot iedereen er langzaam gek van wordt.

Ik staar naar al die verschillende gezichten. Huishoudsters en garagemedewerkers die hun zuurverdiende salaris komen storten. Mannen met stropdas die pas in de rij hun strookjes invullen, want dat scheelt weer een minuut. En altijd die mobiele telefoons. Ik weet niet wie heeft verzonnen dat de bank een goede plaats is om te bellen, maar er worden complete zakelijke deals gesloten en familieruzies uitgesproken terwijl de hele rij kan meegenieten. We zijn anonieme getuigen van de nieuwste soap.

Wij, klanten, worden er een beetje giechelig van. Maar ach, ook hier raak je aan gewend. De bewaker groet me als hij me ziet. Ons kent ons, dat dan weer wel. Wanneer het eindelijk mijn beurt is, houdt het betalingssysteem ermee op. Gelukkig kan ik wel mijn kleingeld achterlaten en ben ik op tijd om een boete wegens betalingsachterstand te vermijden. Ik trek de rits van mijn jas hoog op en stap de kou weer in. Er hangt regen in de lucht. Vanuit een auto klinkt de stem van Axl Rose: [i]Said, woman, take it slow / it’ll work itself out fine / All we need is just a little patience[/i]. En ik lach. Ja, dat is wat je hier nodig hebt. Geduld, heel veel geduld.


Quinn

Vertalen, muziek, concerten, vrienden, reizen, schrijven. En koffie.

6 reacties

SIMBA · 25 juni 2007 op 08:25

Leuk Quin, dit soort verhalen uit een, voor mij, vreemd land!

arta · 25 juni 2007 op 16:35

Weer leuk geschreven, Quinn!
🙂

pepe · 25 juni 2007 op 20:28

Mooie column!

Het mooie van die andere landen en culturen is dat zo ook zo heerlijk de tijd hebben en nemen voor alles. Geduld is de gave waarmee zij geboren worden, zo heel anders dan hier, waar kleuters al snel worden klaar gestoomd om te rennen naar de toekomst.

Li · 25 juni 2007 op 22:19

[quote]Hoe kan het toch dat ik hem er altijd zie, op welke dag en tijd ik ook naar de bank ga?[/quote]

Waarschijnlijk zegt of schrijft hij ergens hetzelfde 😀

Als je in een wachtrij staat, is mensenkijken het leukste tijddoodverdrijf dat er is.
Ik keek gezellig met je mee!

Li

WritersBlocq · 26 juni 2007 op 21:52

Altijd weer grappig om te lezen hoe het leven een paar uurtjes vliegen hier vandaan totaal anders is – en toch hetzelfde. We zijn net mensen 🙂

Ciao, Pau.

KawaSutra · 30 juni 2007 op 03:50

Juist die kleine nuances geven de ideale herkenning. Het is echt een lust om jouw beschrijvingen te lezen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder