Pim stond buiten. Zijn bruine ogen hield hij strak gericht op de gevel van Johan’s huis, wachtend op de geringste beweging. De gordijnen waren gesloten, de kleine voortuin lag er mistroostig en verloren bij. Hij ritste de sluiting van zijn jas wat meer omhoog, de kou trok onverbiddelijk langs zijn benen naar boven.

Hij moest die Johan spreken, onmiddellijk.Want wat het ook was, over welk kunstje of kracht hij beschikte, hij wilde er meer van weten. Eigenlijk had hij wel gevoeld dat er iets bijzonders was aan Johan. Door zijn leven heen had hij zich het talent eigen gemaakt om mensen te kunnen doorgronden. En Johan was anders. Dat was hem meteen al opgevallen.

Zijn gedachten gingen terug naar zijn eerste schooldagen in Innsbruck. Hij was nog maar zes jaar en de taal niet machtig. Alle leerlingen droegen een uniform en stonden in de houding toen de leerkracht het klaslokaal betrad. Zijn zwaktes kwamen al snel aan het licht en werden niet getolereerd. De lat daalde regelmatig op zijn achterste neer en zijn klasgenoten verbeterden hem ruw. Tot hij een van hen werd en was. Hard en meedogenloos.

Hij leerde de taal. En sloeg Hermann, een gedrongen sproetige pestkop met een hard gezicht, tegen de grond. Hermann huilde niet, was ook niet boos. Hij feliciteerde hem met zijn zojuist hervonden moed en zelfvertrouwen.
‘Ik wist dat je het in je had,’ sprak hij,  zijn brede mond vertrekkend in een lach,waardoor zijn onregelmatige rij tanden zichtbaar werd. Hermann diepte uit zijn zak een stuk Metworst op en bood hem een stuk aan. Tegelijk zetten ze hun tanden in het taaie stuk vlees. Het smaakte verschrikkelijk, maar Pim vertrok geen spier. Het beklonk hun vriendschap.

Wist hij maar zeker of Johan van hetzelfde hout gesneden was. Ergens vermoedde hij dat er iets volslagen verschilde van het gebruikelijke, en dat wilde hij onderzoeken. Er klonk geluid bij de voordeur van het huis en hij veerde op. Haastig stelde hij zich verdekt op achter de bosjes bij de buren. Johan mocht niet aan hem ontsnappen. Daar had hij te lang voor gewacht.

 

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

5 reacties

Karen.2.0 · 21 oktober 2017 op 10:28

Wat een eng kind, die Pim. Als ik lees zie ik beelden in zwartwit. Goed geschreven, Nicole, door naar 8! 😉

    NicoleS · 21 oktober 2017 op 10:52

    Haha grappig. Het speelt zich af in de avond. Leuk dat je in zwart-wit ziet.

NicoleS · 21 oktober 2017 op 10:52

Er zit wat tijd tussen deel 6 en 7 doordat ik twijfelde of ik wel verder moest met Pim en Johan. Bruun heeft me aangemoedigd verder te schrijven. Vandaar dat ik toch doorschrijf. ?

Arta · 21 oktober 2017 op 15:04

Fijn dat je verderschrijft!
De serie is echt de moeite waard!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder