De klok slaat 11.00 ’s ochtends. Groep zeven van basisschool “De Regenton” maakt zich op voor een bijzondere spreekbeurt.
“Nou Jantje, het is zover. Kom maar naar voren. We zijn erg benieuwd.”
Jan staat op, geeft een kort knikje naar de meester en loopt doelgericht op de lessenaar af. Ondertussen haalt hij het papiertje uit zijn zak dat zijn moeder die ochtend netjes heeft opgevouwen. Elke beweging die Jan maakt wordt nauwgezet gevolgd door verwachtingsvolle kinderogen. Het jongetje in de achterste hoek ziet Jan naar voren lopen en begint zachtjes te huilen. Niemand schenkt er aandacht aan. “…Uchum.. Deze spreekbeurt speelt zich af in een tijd dat reageerbuisbaby’s nog leuk waren en je ze gewoon op de markt kon kopen, vrij van de bureaucratische rompslomp die tegenwoordig aan een adoptieprocedure is verbonden.” Jantje had een bijzonder rijk vocabulaire voor zijn leeftijd.
“Eigenlijk is het scheldwoord ‘reageerbuisbaby’ niet correct, die term is pas later ontstaan. Oorspronkelijk sprak men over…” Hij pauzeerde bewust even “…buisbaby’s.”
Enkele kinderen keken snel over hun schouder heen naar achteren.
“Buisbaby’s waren over het algemeen mooie baby’s met een kenmerkend bleke, zeer gevoelige huid en waterige oogjes. Ze werden na hun geboorte direct in een glazen buisje gestopt zodat elke klant kon zien hoe vers en hoe mooi ze waren. Over de moeders van buisbaby’s is niet veel bekend. Ik vermoed dat het vaak aan lager wal geraakte heroïnehoertjes betrof die liever een setje naalden kochten dan een potje Olvarit. In het begin waren de mensen verbaasd, of zelfs verontwaardigd over het feit dat een hele baby in zo een kleinen buis paste, maar naar gelang de buisbaby’s in populariteit groeiden, verdwenen ook de bezwaren. De vreugde was echter van korte duur. Al snel kwam men tot de conclusie dat buisbaby’s helemaal niet zo lief en gemakkelijk waren als de folders maandenlang hadden beweerd…”
Een afkeurend gemompel steeg op in de groep, maar na enkele momenten hief Jan zijn handen op en maande tot stilte.
“Slechts enkele minuten na het ontkurken van de buis lieten de kleine rakkers hun ware aard zien: ze jankten om alles en iedereen en bleven dat hun hele leven doen. Ik zal jullie de technische details besparen, maar het heeft te maken met het hormoon dat voor de schrikreactie zorgt. Een normaal mens heeft hooguit drie of vier van die hormonen, maar bij buisbaby’s wordt het in grote getale aangemaakt.”
Nu keek iedereen achterom waardoor Henkie, die net was gestopt met huilen, zich kapot schrok en weer in tranen uitbarstte.
“Goed, doordat buisbaby’s dus op alles en iedereen met een schrikreactie reageren, ontstond er al snel het spreekwoord: “Hij jankt als een, reageerbuisbaby.” Het feit dat ze overal om moesten janken maakte het er voor de kersverse ouders ook niet gemakkelijker op.”
“Nou ,dat is ook de understatement van het jaar!” riep ineens iemand uit.
“Sssst!” klonk het van alle kanten. Jan glimlachte flauwtjes en vervolgde zijn relaas.
“Voor vele ouders werd de druk van een permanente huilebalk teveel. Buisbaby’s werden massaal geretourneerd of verdwenen, hoe triest ook, op de composthoop in de moestuin. Uiteindelijk bleek slechts een handjevol ouders in staat om het hoofd boven water te houden. Speciaal gefabriceerde geluidsdichte wiegen, betonnen slaapkamers en heel veel valium hielpen hen daar bij. Echter, toen de buisbaby’s een jaar of tien werden en naar buiten mochten hielp dat niet meer. De medische wereld stond voor een raadsel. Diverse experimenten boden geen uitkomst en uiteindelijk werd er besloten dat het dichtkitten van het trommelvlies in combinatie met een dagelijkse hoeveelheid ritalin, de meest leefbare oplossing was. Een compromis, maar vanwege de wet kon het niet anders. Door de zware medicijnen en het teveel aangemaakte hormoon ontstond er helaas een neveneffect waar niemand op gerekend had. De vochtbalans werd zodanig verstoord dat er in het gehele lichaam ophopingen ontstonden. Dat zorgde ervoor dat buisbaby’s niet alleen de godganse dag door jankten, maar ook heel dik en dus lelijk werden…”
Plotseling keek Jan recht in het gezicht van Henkie. Met een blik vol medelijden zei hij: “Het spijt me zo Henk. Ik had geen idee…”
Henkie schoot vol en dikke tranen biggelden uit zijn opgezette gezichtje en iedereen, inclusief de leraar, huilde met hem mee.

Categorieën: Gein & Ongein

11 reacties

Mien · 15 juni 2011 op 08:22

De reactie van een buisbaby blijft adembenemend.
Leest wrang weg die dubbele lagen in de column.
Goede column. Ik geef een 8 voor de spreekbeurt.
Wel een wijs ventje die Janneman. :hammer:

Mien

phoebe · 15 juni 2011 op 10:00

Dit is nog eens een spreekbeurt!! 😀

SIMBA · 15 juni 2011 op 12:04

Science Fiction! Erg leuk 😀
Ik vraag me af, of een kind uit groep 7 het woord “understatement” gebruikt…..

Nimrod1979 · 15 juni 2011 op 12:17

Normaal gesproken niet. 🙂
Bedankt voor jullie reacties!

Dees · 15 juni 2011 op 12:26

Whaha, mijn fantasie slaat heerlijk op hol met dit schrijfsel. Helemaal leuk.

lisa-marie · 15 juni 2011 op 18:29

realistische sciene fiction 😀

sylvia1 · 15 juni 2011 op 22:53

Over cyberpesten gesproken 😀

Maar heb toch het gevoel dat ik ‘m niet lees zoals ie bedoeld is. Vrees ik.

Nimrod1979 · 16 juni 2011 op 07:17

Geen bedoeling hoor. Gewoon gein&ongein! Thanks voor de reacties!

Mup · 16 juni 2011 op 10:45

‘Struikelde’ ook even over understatement, maar sluit me verder volledig aan bij de andere positieve racties,

Groet Mup

LouisP · 16 juni 2011 op 10:52

“Nou ,dat is ook de understatement van het jaar!” riep ineens iemand uit.
“Sssst!” klonk het van alle kanten. Jan glimlachte flauwtjes en vervolgde zijn relaas.

Laat ik dat nu juist het leukste vinden uit dit stuk…daar moest ik echt om lachen

arta · 17 juni 2011 op 08:35

Ik vind em leuk.
Origineel, goed geschreven, leuk.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder