“Wat een moedeloos makende bedoening.”
Anton zit naast me op het terras, met zijn ongeschoren gezicht en ongewassen haar probeert hij zijn kater te verbergen achter een grote zwarte zonnebril. Hij heeft de avond hiervoor iets teveel Chivas op. Anton is altijd heel gezellig als hij lekker aan de Chivas Regal zit, of ‘Chievjes’, zoals hij zijn lievelingswhisky koosnaamt. In het begin zijn het vaak diepzinnige gesprekken over de wereld, het wel en het wee, politiek, werk, literatuur, liefde. Chivas vindt hij vooral heel lekker als hij gewoon even naar vrouwelijk schoon wil kijken, zegt hij me altijd. Na een paar glazen, als ik inmiddels alweer ben overgeschakeld op een gewoon biertje, wordt hij aanhankelijker en begint hij ook tegen wildvreemden te praten. Meestal eindigt een hele avond ‘Chievjes’ dan ook bij de taxistandplaats waar Anton even zijn relatie vergeet en de intellectueel uithangt door dingen te roepen als “Eej Frank! Lawenadehoeregaan! Lawenadehoeregaan!”, waarna hij vervolgens de hele taxi onderkotst. Het zijn altijd gezellige avonden.

Gisteren was ik er niet bij en de whisky is blijkbaar hard aangekomen. “Geen whisky meer voor mij”, verzucht hij. “Ik drink nooit meer, dat zweer ik hier en nu op onze vriendschap.” Met een grafkop en vastgeklampt aan zijn fles water zit hij onderuitgezakt naast me om, op mijn aandringen, een nieuwe bloesjesdag te overleven. Ik trek meestal zo begin juni mijn schoenen uit om ze pas half september weer aan te trekken. In die tussentijd loop ik op blote voeten of op slippers. En op slippers lopen zal ik. Blaren en spierpijn ten spijt. Het zomergevoel creëren desnoods barbecuen in de stromende regen.

Anton interesseert dat allemaal dan weer geen reet. Hij zit met zijn zonnebril op zijn hoofd een beetje rond te kijken en zich te ergeren aan de plebejers die voorbij wandelen. Hoewel er inderdaad tientallen opgepompte fitnessverslaafden en andere bouwvakkers langslopen, wordt mijn oog toch voornamelijk afgeleid door de Hoegaarden-meisjes (u kent ze wel, uit de reclame). “Waarom zitten we hier eigenlijk?” mompelt Anton. “Iedereen komt hier voor hetzelfde: Dat eeuwige baltsgedrag, die onuitstaanbare paringsdans en jij werkt er vrolijk aan mee En waar draait het op uit? Echtscheidingen, grenzeloos ingekakte stelletjes. Van dat vreugdeloze neuken. Ik kots daarop! Ik doe er niet aan mee, hoor.” Kijk, het wordt weer gezellig.

Anton ratelt nog een kwartier door maar mijn aandacht wordt afgeleid door het groepje meisjes een paar tafeltjes verder.

Daar fladdert een rokje omhoog. Ik kan daar gewoon niet goed tegen dus kijk de andere kant maar uit. Ook daar ben ik niet veilig. Een serveerster komt op ons af, met de haren los, de arm geheven met het dienblad in de hand, pronte borstjes die vrolijk de wereld inkijken, ogen die licht lijken te geven terwijl ze in slowmotion op het terras, wat zeg ik, ons tafeltje, nee, op mij, afloopt. Mooie muziek begint te spelen, zonnestralen schijnen op ons en deze jonge vrouw, deze Mooiste Vrouw Ooit zit nu al tot aan het einde der tijden op mijn netvlies gebrand. En als ze Helena heet, start ik hier en nu een nieuwe Trojaanse oorlog.1

“Heren! Kan ik jullie helpen?” vraagt mijn toekomstige echtgenote, mijn muze.

Ik kijk naar Anton. Anton zit met rechte rug in zijn terrasstoel. Hij is opeens een stuk breder, lijkt het wel. Zijn buikje is ook weg.

Hij zet zijn zonnebril af en kijkt de serveerster aan.

“Heeft u ook Chivas?”

1. vrij naar ronald giphart


6 reacties

Funambule · 17 augustus 2007 op 21:36

Leuk verhaal

pally · 17 augustus 2007 op 22:02

Geestig verteld verhaal

SIMBA · 18 augustus 2007 op 07:35

[quote]waarna hij vervolgens de hele taxi onderkotst. Het zijn altijd gezellige avonden. [/quote]
Kei-gezellig! 😀
Leuk stukje!

lagarto · 18 augustus 2007 op 08:52

Ik vind hem werkelijk HEERLIJK.
Alsof ik er bij was toen ik het las.
Complimenten van: Lagarto

arta · 18 augustus 2007 op 10:48

Heel sfeervol en lekker leesbaar geschreven!
🙂

Trukie · 19 augustus 2007 op 13:54

Hoi Fjag, zoals gewoonlijk weer een mooi stukje van jouw hand. Diepgang, een boodschap, mooie tekstvondsten.
Alleen vind ik het meer een begin van een roman dan een column. Ik wacht op meer. Het personage is neergezet.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder