Die dag was mijn kill-death op Counter-Strike 45-3; een ratio van 15.00. De statistieken stuurde ik trots op naar mijn bevriende medespelers. Ontzag en bewondering voor mijn prachtige prestaties kwamen binnen via mijn koptelefoon. Deze was verbonden met Teamspeak 2.0. Niet veel later klopte mijn moeder aan. ‘Houd het kort, moeder!’ schreeuwde ik. ‘Ik ben bezig onsterfelijk te worden en deze intermezzo komt mij niet goed uit.’ Mijn moeder negeerde dit en zei: ‘Ik heb een vakantiebaan voor je gevonden! Morgen begin je op een administratiekantoor. Kun je lekker centjes verdienen en zit je niet meer de hele dag achter die stomme computer!’ De deur werd dichtgeklapt. Op Teamspeak 2.0 hadden mijn vrienden alles meegekregen. Het werd angstig stil, totdat iemand het woord durfde te nemen. ‘Gaat het, Nick?’ – ‘Ja… het gaat wel. Maar ik voel me niet zo lekker. Ik ga even liggen.’
Hieronder leest u enkele eenzijdige briefwisselingen met vrienden. Deze pogen een intense indruk te geven van mijn driedaagse ervaring
20:29 – terug van de eerste werkdag
Geachte Schopenhauer,
U had gelijk toen u schreef dat het ergste nog moest komen. Zojuist heb ik Dantes inferno aan den lijve ondervonden, in een laatkapitalistisch jasje weliswaar. Vandaag had ik mijn eerste werkdag bij Administratiekantoor de Witte Neger. Bij de ingang prijkte de slogan: “Uw administratieve zorgen zijn nu onze zorgen.” Ik zocht naar wachttorens, maar die waren goddank nergens te bekennen. Ik werd terstond voor een bakbeest van een computer neergezet en kreeg 500 inkoopfacturen aangereikt. “INBOEKEN!” schreeuwde de opzichter. “Jawoll, herr Opzichter!” schreeuwde ik, zoals mij was geleerd tijdens het introductiegesprek.
Anders dan in Dantes Inferno waren niet de demonen mijn grootste vijand, maar de klok. Die dekselse klok! Een ouderwetse met secondewijzers. Precies voor mijn neus! Alsof de duuvel ermee speelde, Schop! Ik had 8 uur detentie gekregen en rekende uit dat dat 28.800 seconden waren. De klok begon een obsessie te worden. Elke verstreken minuut was een kleine triomf voor mijn geest. Het enige lichtpuntje van deze duistere dag! De laatste 10 seconden telde ik hardop af. Het werd niet gevolgd door vuurwerk, maar door een dof geluid van dode zielen die in looppas naar de uitgang sloften. We waren even vrij, maar niemand keek gelukkig.
Thuis at ik mijn stamppot boerenkool, terwijl mijn bloedverwanten vroegen ‘hoe mijn dag was’. Ik zei: ‘Momenteel ben ik niet in staat om een dergelijke vraag te beantwoorden, daar mijn geest inmiddels in een comateuze toestand verkeerd door al het leed dat mij is toegedaan vandaag.’ Ik liep naar boven en startte snel een potje Counter-Strike op, om zodoende mijn geest weer aan de praat te krijgen.
Maar ik stop nu met schrijven. Morgen om 8 uur moet ik weer op appel komen en heb er nu al de schrik in. Ik ga nu nog even enkele uren genieten van mijn eenzaamheid. Want schreef u niet ooit ‘Wie geen plezier vindt in eenzaamheid, zal niet van de vrijheid houden?’
Ik spreek je, Arthur!
20:51- Terug van de tweede werkdag
Geachte Louis Ferdinand Celine,
U had gelijk toen u schreef: ‘Voor mensen, en voor hen alleen, moet je altijd bang zijn.’ Gisteren schreef ik al aan onze gezamenlijke vriend, Arthur Schopenhauer, over de tragiek van arbeidsproductiviteit als ziekelijke schimmel van het laatkapitalisme. Maar daar hoef ik u natuurlijk niet mee lastig te vallen, aangezien u als één van de eersten een scherpe observator was van deze opkomende misstand. Sta mij daarom toe om een korte karakterbeschrijving van mijn nieuwbakken collega’s te geven, om daarmee uw citaat te bevestigen.
Peter: een man van in de vijftig wiens favoriete grap: ‘Wat is een Turk in een politieauto? Altijd schuldig!’ is. Peter is ook fan van woordgrapjes en deinst niet terug om er minstens vijf per uur te maken. Peter liet vandaag een foto van hem en zijn vriendin zien. De foto was genomen in een kebabzaak. Hapje gegeten na een avond jeu de boules. In het kader van humor vroeg ik wie zijn vriendin was. Dat vlees aan de spies, of het levende varken dat naast hem stond? Peter werd boos en gaf aan dat ze nog niet zo dik was toen hij haar ontmoette. Tegenwoordig gaan ze samen naar de sportschool, alwaar ze al 10 apparaten hebben kapotgemaakt. Zijn sterkste kwaliteit is dat hij geen 9 tot 5 mentaliteit heeft, maar daarentegen een ‘ik ben een leeggezogen ziel zonder passie- mentaliteit. Ideaal voor zijn functie.
Emilie: deze adolescente jongedame komt naar eigen zeggen ‘rechtstreeks uit de collegebanken’. Ze is naar eigen woorden: ‘Executive senior invoice stempeler’, wat er op neer komt dat ze elke factuur van een stempel met ‘ingeboekt’ moet voorzien. Ze werkt hier omdat ze geld wil sparen, zodat ze met dat geld negerkindjes in Afrika bewusteloos kan gooien.
Egbert: een man van wie ik ‘normaal moet doen, want dan ben ik al gek genoeg’. Egbert is een determinist die niet veel op heeft met zijn vrije wil, zo stelt hij zelf, maar dan met simplistische woorden die zijn beperkte vocabulaire weergeven.
Ik ben zeer bang voor ze, Louis! Help mij, alsjeblieft!
11:12: terug van de derde werkdag
Geachte Herman Brusselmans,
U had gelijk toen u schreef dat de mens niet gemaakt is om te werken, maar gemaakt is om te sterven. Daar zou ik aan toe willen voegen dat de mens gemaakt is om te lijden. Hoewel Peter op mijn werk daar anders over denkt. Die zegt dat er brood op de plank moet komen. Zou Peter zich bewust zijn van het feit dat ik geen broodplank heb? Bovendien lust ik helemaal geen brood met korsten. Alleen volkorenbolletjes die vers zijn gebakken, kan ik nog net aan. Maar ik hou vooral heel erg van kip. Ik ga drie keer per week naar de poelier. Waarom ik u al die dingen vertel? Vandaag ben ik goddank ontslagen en daarom heb ik tijd om triviale dingen te vertellen!
Hoe ik dat voor elkaar gekregen heb? Deserteurs werden in vele oorlogen hard aangepakt. Executies kwamen geregeld voor. Dit dreef ze vaak tot waanzin, waardoor ze ‘zichzelf in de voet schoten’. Dit gebeurde zo vaak dat het nu een spreekwoord is geworden. Ironisch gezien wordt dit spreekwoord vaak gebruikt door mensen die nog nooit een vuurwapen hebben vastgehouden. Met een wapenverbod gaat dat natuurlijk ook lastig. Ook ik kon mezelf dus niet in de voet schieten en daarom verkoos ik een andere methode. Peter had zojuist zijn woordgrap: ‘Is het goed dat ik naar decibel?’ verkondigd. Dit was mijn momentum. Ik deed mijn broek uit en legde een drol op het bureau. ‘Hoeveel decibel ging gepaard met deze drol produceren?’ vroeg ik. Vervolgens liep ik fluitend naar buiten.
U schuwt ranzigheid ook niet in uw pastiches, dus bedankt voor de inspiratie!
Kallem an!
Een vrije zomervakantie
Die bewuste ochtend werd ik wakker en startte ik meteen Counter-Strike op. Mijn kill-death ratio was hoger dan ooit tevoren: 17.68! Tranen sprongen in mijn ogen van geluk. Eindelijk was ik vrij van de maatschappelijke ketens! Maar tegelijkertijd besefte ik dat dit slechts uitstel van executie was. Weldra zou ik mezelf serieus in de voet moeten schieten.
0 reacties