Omdat het jaar iets meer dan 365 dagen duurt, moeten we er af en toe iets bij aanplakken. Eens in de vier jaar is dat zelfs een hele dag. Moderne atoomklokken geven aan wanneer we op seconden niveau de zaak moeten aanpassen. De wetenschap dat er geregeld een hele dag tussen moet, is echter al heel oud: in 237 voor Christus werd dit in het decreet van Canopus bepaald. Het is een dag waarvan de een vindt dat hij of zij dan voor niks werkt terwijl de ander blij is met wat extra tijd. Hoe geef je zinvolle invulling aan deze bonusdag? Ik vraag me vanuit een natuurlijke nieuwsgierigheid dan af wat er zou gebeuren als we zo’n inhaaldag niet hadden. Gewoon doortellen dus. Als ik het goed heb beredeneerd, zouden we per vier jaar een dag achter gaan lopen. Op een mensenleven van tachtig jaar zijn dat twintig dagen, nog geen maand. We zouden onze levensverwachting aanzienlijk moeten ophogen om in januari op ons halfrond herfst en zomer te kunnen beleven. Het zou het hele systeem waarmee we ons bestaan wat zekerheid geven op zijn kop zetten. Wij hebben al moeite met zomer- en wintertijd. Waarom tekenen wij Europa op de globe trouwens altijd boven? In een universum zonder randen maakt dat helemaal niets uit. Naast de traditionele suprematie die wij ons ten opzichte van de zuidelijke landen aanmatigen, bevestigt het een vast en vertrouwd wereldbeeld. Zonder deze schrikkeldag was het leven nog saaier. Verschrikkelijk!

Robert
29 februari 2012

www.robertbeernink.nl

Categorieën: Algemeen

1 reactie

Mien · 7 maart 2012 op 20:45

Ach, alles in vieren toch?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder