Er ging een wereld voor me dicht. Handig ontdeed ze zich van de in die periode o zo noodzakelijk aangebrachte irrigatiekurk.
Met een sierlijke rodeobeweging slingerde ze de bloedspons achter één van de aan de overkant geparkeerde auto’s. Het ontstane volle zicht op de vitrine van de slager en de geur van vale knoflooklikeur deden mijn libidohormonen remigreren naar waar ze vandaan kwamen; de hypofyse. Lenig lijnde ze de open wond op mij uit.
Soms moest ik één van mijn onvoorwaardelijke voornemens voor haar verbijzonderen. Dit was zo’n moment. Bevangen door de ietwat nuffig riekende opkruipende putlucht, knikte ik mijn heup in een hoek naar voren. Vanuit die positie veinsde ik, om het geheel nog ergens op te laten lijken, een beweging dat leek op heen en weer. Na wat onhandig gemor en geprut pakte ik haar schouder vast en door de bewegingen die daarop volgden keerde de mannelijkheid, hoofdzakelijk geprikkeld door oerinstinct, weer in mij terug.

Lang mocht de liefkozing niet duren. Bij het horen van een de straat inrijdende auto schoot Debby overeind. Snel trok ze alles omhoog, omlaag, strak, glad en rende zonder mij te delen in haar volgende plannen huiswaarts. Versuft bleef ik achter. Ik was niet meer bij machte om achter haar aan te rennen en liet de auto bewusteloos langs mij heen glijden. Met het ontritste lid nog immer in het gareel volgde ik gedwee mijn wegspurtende meisje. Na 50 meter slenteren moest ik mij bij de Scheveningse hoofdader een halt toeroepen vanwege een plots passerende colonne ramptoeristen.
Vanuit twee van de passerende auto’s hoorde ik vaag bekende Duitse strijdkreten gebrald worden. Die waren duidelijk voor mij bedoeld. Later in bed besefte ik me dat dit vermeende leedvermaak hoogstwaarschijnlijk een reactie was op mijn ontritstheid. Er werd mij wellicht in het Duits toegeschreeuwd alwaar de slagboom voor diende.

De voordeur van ons poppenhuis stond wagenwijd open. Het enige wat ik hoefde te doen was deze te sluiten en het uitgerukte kledingspoor te volgen naar het slaapvertrek. De weg naar boven rook naar haar parfum. Mijn lief had zich aan de bedrand opgehesen en was al tijgerend op haar buik in slaap gevallen. Daar lag ze, zo naakt als een slak. Mijn piem hing inmiddels als een lelletje door de rits. Tijd voor een grapje.
In de badkamer vulde ik de tandenborstelbeker met handwarm water en vervoerde die naar mijn slapende prinses. Met in de ene hand een mok lauw water en de andere hand mijn ontmantelde sloopkogel, goot ik een aantal druppels water over haar benen. Misschien wond het haar wel op? Het idee alleen al?! Potdikke, wat was ze mooi! Ik voelde aan mijn water dat dit mijn kans was.
Het resultaat was slechts een aanzwellend gesnurk vanuit mijn bewusteloze eega. Ook een meer verspreide guts ontwaakte haar niet. Pas vanaf het moment dat ik het hele glas tussen benen en billen omkeerde, keerde er leven in haar terug. Als door een bij gestoken schoot ze overeind en keek mij met grote ietwat agressieve ogen aan.

‘Wat doe je nu!!!’ Kirde ze verwilderd hardop. ‘ …Plasseks…,’ bevestigde ik haar op zekere, maar lamme wijze. Verbijsterd keek ze naar hoe ik naast het bed stond met één hand op de rug en in de andere hand haar normaal grootste vriend.

Meer als ‘Ach, Godverdomme, lul. Kijk nou! Alles is zeiknat. En nu!?’ kwam ik niet te weten. Het wond haar duidelijk merkbaar toch op een andere wijze op dan ik had gehoopt. ‘Heb je nog nooit met iemand plasseks gehad?!’ probeerde ik mij er nog uit te redden. ‘Ja, het is goed met je! Je gaat toch niet over iemand heen staan zeiken?! In bed nog wel!!’ vermaande ze me luidkeels toe terwijl ze mij met haar ogen fusilleerde. Ze zag er geenszins de humor van in. Geleidelijk aan zag ook ik in dat ik wel erg veel water had gebruikt. En de lijfgeur van onze naakte aanwezigheid maakte het gebruik van water ongeloofwaardig. Een beetje beduusd verschoonden we samen het bed, waarna we gelukkig alsnog vol overgave de liefde bedreven.

Het gesprek over de functie van een verjaardagskalender had het beoogde effect teweeg gebracht. Dat bleek de volgende morgen tijdens een ochtendplas. De blauwe BIC naast de wc-kalender was vervangen door een goud beglitterde arceerstift van Lies.

Aan de keukentafel onderbrak ik de stilte door te vertellen in welke hoedanigheid ik afgelopen nacht achter haar aan was gelopen. Met; ‘Dat moet een koddig tafereeltje zijn geweest voor de passerende automobilisten,’ sloot ik de beleving af. Maar mijn lieve lief wilde het niet meer over de late voorgaande nacht hebben. Ze negeerde me.
Wel leidde het tot een reactie toen ik haar zo oprecht als mogelijk bedankte voor de penverwisseling op het toilet. Bewust ontweek ik daarmee het daadwerkelijke nut. ‘Ja, goed hè? Het kalenderjaar is vandaag opnieuw begonnen.’

Nieuwjaar in midden juli! bedacht ik me. Trots liep ze naar de kalender om te zien wat de volgende afspraak was. ‘Je zus is morgen jarig!’ schreeuwde ze opgetogen vanuit het toilet. ‘En volgend jaar op die dag?’ beantwoorde ik haar enthousiasme. Driftig hoorde ik haar daarop bladeren, maar een reactie op mijn vraag bleef uit.

Na kort beraad kon ik mijn liefste overtuigen dat het vandaag op het strand beter toeven zou zijn dan thuis. De ochtend had de zon weer hoog op haar paaltje geplaatst en met een aangenaam briesje in de rug vertrokken we naar de brandende kustlijn. Even raakte ze onderweg de auto aan waarover ze zich die afgelopen nacht had ontfermd. Of ze het er om deed weet ik niet, maar ze lachte mij er lief bij toe.
Aan de overkant van de straat, tussen twee auto’s in, was een flock zeemeeuwen een dispuut aan het uitvechten met elkaar. De hyena annex luchtpaling van de Nederlandse kust. Belust op aangevreten aas en patat, gepaard gaande met dat immer aanwezige jammerende gehoon. Ze waren slaags geraakt om een dode muis. De grootste van de groep had ‘m in zijn snavel geklemd en de rest belette hem het opstijgen met hun prooi in zijn bek.

Onbesuisd besloot ik polshoogte te nemen, waardoor de groep uit elkaar spatte. De vogels zochten hun toevlucht in de hoogte. De grootste patatmeeuw liet bij het ten hemelen gaan van schrik de staart van het bruine muisje aan zijn snavel ontsnappen. Met een flatsend geluid landde het vaalgrijze diertje op de motorkap aan de overkant waar ik Debby had achtergelaten.

‘GATVER!’ krijste Deblief volvet, bij het aanzicht van haar eigen extractie. Het bleek een Obee te zijn. Een sponsachtig diertje met slechts een lijfje en een staart. Het eet zich vol waarna het een eenzame dood sterft in de wc of vuilnisbak. Zo niet dit exemplaar. Bij vlaagjes verziekte het de zilte ochtendlucht. Maar, een mooier relikwie als herinnering aan één van de mooiste nachten uit mijn leven kon ik mij op dat moment niet voorstellen. Met een ferme graai zocht ik de hand van de eigenaresse van het diertje en trok deze mee naar het strand. ‘Zou Luuk er al zijn? Ik heb dorst!’


8 reacties

Libelle · 10 oktober 2012 op 17:56

Op elk potje kleeft wel een dekseltje.
Persoonlijk houd ik niet zo van de term ‘de liefde bedrijven’. Het is meer een aanduiding die in een proces verbaal van een boswachter thuis hoort.

Ferrara · 11 oktober 2012 op 12:09

De titel is in elk geval hiermee verklaard.
Wat mij betreft een smakeloze aflevering dit keer.

Meralixe · 11 oktober 2012 op 13:57

Pierken, afgaand op de reacties geen al te groot succes he! Ik denk, een beetje te plat voor de doorsnee column x lezer.
En toch, hier en daar hilarisch goed geschreven, dat dan weer wel.
:hammer:
Steek eens uw energie in een voor de doorsnee lezer meer aannemelijk thema maar dan wel in dezelfde geuren en kleuren verteld en U wordt één van de betere, zo niet de beste schrijver op column x.
:pint:

Pierken · 11 oktober 2012 op 15:26

Dank voor je oprechtheid, Meralixe. Ik dacht al dat het aan mij lag, maar dat verklaart waarom ik het met een emmer op schoot geschreven heb. Was even vergeten dat er regels zijn voor goede smaak en liet me buiten die reglementen om even m’n gang gaan. Ik zal de rest op zijn Belgisch gezegd kuisen van platitudes. Ook dank voor je vertrouwen in mij. Wie weet wordt het nog wat. Ik vind het lastig om na zo lange tijd zonder publiek geschreven te hebben de openbaarheid in te schatten. Daar is dit een prima podium voor. En goed onderbouwd commentaar helpt bij het schaven en schuren.

arta · 13 oktober 2012 op 14:07

Ik vind deze aflevering niet smakeloos, moest er wel om lachen.

Rekening houden met het ‘lezerspubliek van ColumnX’, brrr… Krijg spontaan een allergische reactie. Schrijf vanuit je hart en probeer daar de vorm in te vinden, die jou past. Zeker weten dat dat gewaardeerd wordt!

Pierken · 13 oktober 2012 op 21:15

Onder ons gezegd en gezwegen hoef ik m.i. verder niks aan te passen. Smakelozer dan dit wordt het niet. Leuk om te vernemen dat het op verschillende manieren gelezen wordt.

Sagita · 17 oktober 2012 op 12:52

Gatver! roep ik net als Deblief, maar je moet gewoon doorgaan met schrijven. Je schrijft goed en dat ik gatver roep, zegt meer over mij dan jou! Ik heb sowieso iets van: seks moet je doen, moet je voelen en niet over praten of schrijven. Dus je confronteert me nogal met het een en ander. Maar ik vind ook dat geen onderwerp taboe mag zijn, dus gewoon doorgaan!! En ik lees het wel!
groet Sa!
P.s. ik zou aan zo’n nachtje niet terugdenken als mijn mooiste nacht in mijn leven! En is iemand na zeven biertjes al zo beschonken? Ik kan me wel voorstellen dat je geen erectie meer kan krijgen maar dat lukte nog wel! 😆

Pierken · 19 oktober 2012 op 15:28

Scherp, Sagita! En tsja, platte seks laat zich lastig vertalen. Vandaar dit keer voor een absurde vorm gekozen. Thnx voor de aanmoediging.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder