De provinciale weg, normaliter ver van mijn oog, is opeens dichterbij gekomen. Auto’s lijken vlak langs onze boomgaard te scheren. Bij de fietsenzaak van ‘Henk’ in de verte, waar anders nauwelijks een glimmertje van waar te nemen valt, kan ik bij wijze van spreken vanuit het keukenraam een nieuw rijwiel met verende vork uitzoeken. Kaalslag. Echtgenoot, in het gewone doen behoorlijk coöperatief heeft na dertig jaar opeens een zware variant van de snoeikoorts te pakken. Het begint ongevaarlijk. Al had ik me beter meteen achter de knieën kunnen krabben, als hij losjes opgooit dat het erg goed snoeiweer is. Onze Weigelia, een tot boom geworden struik, zó rijk bloeiend met roze bloemen in het voorjaar, dat de vele wandelaars hem met open, soms volle mond kwijlend fotograferen, wordt het eerst genoemd. ‘Hij heeft zoveel oude en dooie takken aan de binnenkant, daar moet echt eens iets aan worden gedaan, maar ik wil wel dat jij erbij bent’. Dat klinkt goed, echtgenoot houdt alvast rekening met mijn snoeigevoeligheid.

Terwijl ik voorzichtig veel ongeregelds uit de tuin graaf en nieuwe planten poot, kan ik mij eerst nog redelijk vinden in zijn tamelijk voorzichtige, maar allengs steeds rigoureuzere snoeibeleid. Tot er alleen een paar kale takken overblijven. Dat doet pijn, maar oké, ik houd me sterk. Dertig jaar lang niks aan gedaan, dan moet er natuurlijk wat radicaler geopereerd worden. Maar de snoeikoorts van echtgenoot slaat in steeds grotere hevigheid toe. Er valt niks meer tegen te doen. In een soort vlaag van verbijstering moeten alle ons omringende bomen er aan geloven. De oude halfdode vlier wordt een zielige kapstok voor hoogstens drie jassen, de treurberk houdt nauwelijks nog wat te treuren over en de wilg wordt knot. De provinciale weg begint steeds gevaarlijker te naderen. Het lijkt of er opeens allemaal rode auto’s langs rijden, om mij te waarschuwen.
’Zo is het goed, nou is het wel genoeg, ik ga koffie maken’.

Die koffie brengt de koorts niet naar beneden, er wordt met verhit hoofd verder gegaan. De rem is er af. Ook twee bomen aan de rand van de boomgaard moeten er aan geloven.
‘Het wordt heel prachtig in het voorjaar, zul je zien. Dat loopt allemaal zo weer uit. Dit moest echt nodig gebeuren en nu heb ik er zin in’, sust hij.
‘Ja, dat zie ik’, huil ik bijna.‘Over drie jaar, dan groeit het misschien weer een beetje’. Langs de sloot ontstaat een ware kaalslag. Ik weet dat ik hier niks tegen kan doen. Dat voel je aan na een lang huwelijk. Hoe kaler het in de hoogte wordt, hoe voller op de grond. Dat geeft nog even lichte troost en uitstel. Die krullende takken overal. Zoals bij de kapper: als je lange krullen zijn afgeknipt, maar nog wel dichtbij onder je stoel liggen.
Pas definitief wordt het, als het hulpje ze in het haarluik schuift.

Dat zal vandaag ook gaan gebeuren: met kruiwagens vol wordt de takkenhaag achterin de boomgaard gespekt. Hij wel, de bofkont. Het lijkt of hij me uitlacht.

Categorieën: Mannen & Vrouwen

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

11 reacties

SIMBA · 21 maart 2011 op 10:48

:hammer: (geen emocion met een zaag hier)
Ik vind snoeien ook heerlijk, ik kan me helemaal in jouw echtgenoot verplaatsen!
Het komt goed hoor Pally 🙂

Mien · 21 maart 2011 op 17:57

Ik zou die druïde van Harrie inschakelen Pally. :hammer:

Leuke column en snoeilief van jouw husband om overzicht te houden in de tuin.

Laat de lente maar komen.

Mien Bloesem

LouisP · 21 maart 2011 op 18:17

Pally,
hè, mooi stuk. Dit leest zoveel échter, dit voelt, speelt, geeft beelden.
Een echt hele goede eerste alinea…
en een prachtig einde…

L.

lisa-marie · 21 maart 2011 op 18:28

O, voel met je mee. Zelfs koffie helpt niet. 🙁
laat het maar heel gauw voorjaar worden en alles uitlopen dan komt het echt wel goed.

ps. vergat ik helemaal te zeggen dat ik het een mooie ladingdekkende titel vind en dat ik ook van het geheel genoten heb.

arta · 21 maart 2011 op 18:42

Dit is gewoon goed schrijven!
Ik zag echtgenoot gewoon gáán! Geweldig!

Meralixe · 21 maart 2011 op 20:08

Als het een troost mag wezen, bij ons in Vlaanderen is er een spreekwoord: Snoeien is groeien.
Goed geschreven!
Prachtig, die grappige woordkeuze en de er uit verder vloeiende situatiebeschrijvingen

phoebe · 21 maart 2011 op 21:09

Het moet eerst erger worden voor het beter wordt!

(al was dit stuk gelijk vanaf het begin goed hoor!)

Ferrara · 22 maart 2011 op 12:25

Sorry Pally, maar met veel pezier gelezen.

Harrie · 22 maart 2011 op 18:01

Ik noem dat takkenrukkers. Mensen die met de lente in de bol, bos en tuinen mutileren. De katjes zijn niet meer veilig in mijn bos.

Kwiezel · 22 maart 2011 op 22:58

Pally!

Beeldend geschreven, je geeft de lezer het gevoel de hele scène mee te maken. Knap!

pally · 23 maart 2011 op 23:11

Erg bedankt voor de leuke reacties!
:kus:
groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder