Zie, daar: een tafel. Nee, ik zal niet in detail treden over de vorm, de kleur, het type hout, of andere beschrijvingen. Ik constateer een feit, een tafel: een plank met vier poten. Een tafel waaraan de meeste mensen iedere dag hun dagelijkse honger stillen, en waaraan de meeste mensen, naast het consumeren van een snee brood met gebakken spek en ei, of een vijf gangen diner waarvan er drie goed te eten waren, en waarvan er twee – de enigszins waterig smakende champignonsoep, en de ronduit mislukte tiramisu waarin wederom de verkeerde drank werd gegoten, minder aan te prijzen vielen – nog vele andere occupaties verrichten. Ik zie een tafel waaraan men conversaties voert over de prijs van benzine, een tafel waaraan men kranten leest, terwijl men onzichtbaar voor de buitenwereld in zijn of haar neus peutert, en starend naar een foto van verbrande lijken in Irak mijmert over die opvallende vrouw in de bus die iedere morgen om vijf over half negen op de Rembrandtlaan instapt. Ik zie een plank met vier poten; maar bovenal: een tafel.

Tafels zijn er in alle vormen en maten, maar wat opvalt is dat iedere tafel, of hij nu versierd is met weelderige, handgemaakte houtuitsnijdingen op de poten, of bedekt is met een glasplaat waarbij men iedere keer wanneer men een mok of bord neerzet op dient te passen dat het glas onbeschadigd blijft, simpelweg bestaat uit vier poten en een plaat. Natuurlijk zijn er naast de eettafel waar ik me nu tot wil beperken, nog vele andere tafels, waarvan er enkele, te denken aan de salontafel, een ander aangezicht vertonen en soms zelfs nog wel eens schuil willen gaan onder één sierlijke poot, maar dat zijn niet het soort tafels die ik nu zie of waar ik over wil schrijven; het is de eettafel die mij mateloos fascineert.

Hoe zou u reageren als uw tafel plotseling opstond – op twee poten welteverstaan – en tegen u zou zeggen: ik neem ontslag, ik heb er meer dan genoeg van om uw tafel te zijn. Zou u zeggen: goed, vertrek maar, maar verwacht niet dat ik je ook maar een seconde zal missen. Of zal u hem smeken om te blijven, en hem beloven om voortaan meer notie te besteden aan het feit dat hier voor u een tafel staat, dat u zijn aanwezigheid ten volste respecteert, waardeert, en dat u hem niet, nee nooit, voor vanzelfsprekend zult bezien. In een ander geval zou het ook zo kunnen zijn dat u hevig aan uw psyche begint te twijfelen, dat u wellicht denkt dat u lijdt aan een ziekte waar enkel de beste psychologen wel raad mee weten. Maar dat geval laat ik liever buiten beschouwing. Tafels komen niet in verzet, ze zijn trouwer dan de meeste honden en loyaler dan de Sint Bernard. Ze aanvaarden het eindeloze geknoei van u zonder te zeuren, en zelfs wanneer de kinderen met hun messen in zijn blad krassen, zullen ze geluidloos doorgaan met hun functionele zijn. Het zijn van een tafel: van vier poten en een plaat.

Is het niet bijzonder, zo’n tafel? Is een tafel niet het bewijs van de ultieme vorm van luxe? Een tafel verbroedert, nodigt uit tot aanschuiven, hij roept op tot momenten van introspectie, tot het roken van een nachtelijke sigaret, en tot het schrijven van een verhaal dat al vanaf de eerste zin door de betreffende schrijfster was afgekeurd, en daarom het weloverwogen besluit heeft gemaakt om zich niet bekend te maken.

Op naar de column van de maand, maar dan wel anoniem….


17 reacties

Mosje · 9 juli 2006 op 10:55

Leuk stukje, en geen idee wie het geschreven zou kunnen hebben, dus ik doe maar een gooi: Raindog.

KingArthur · 9 juli 2006 op 11:17

Als voorzitter van de ronde tafel zou ik het zo geschreven kunnen hebben :-). Maar ook ik tast geheel in het duister wie de auteur hiervan is.

Ma3anne · 9 juli 2006 op 11:57

Ik zeg ook Rain, ondanks dat er in de laatste alinea sprake is van een schrijfSTER.

WritersBlocq · 9 juli 2006 op 12:55

Het dacht aan King maar die zegt het niet te zijn.
De lange, mooie zinnen, prachtig. Een paar foutjes, hele kleintjes, dus Mup valt af 😆
Ik heb nog zitten denken aan Kawa, maar op de een of andere manier is hij het niet. Raindog kan het zijn, maar toch… King?
@ Ma3: dat kan ook een trucje zijn, die schrijfster;-)
Ik weet eigenlijk alleen maar zeker dat ik het NIET ben, maar wie wel 😕 Vanavond nog maar een keertje lezen.

Troy · 9 juli 2006 op 13:25

Heel lastig, deze. Wel leuk om te lezen. Ergens denk ik ook aan Raindog, maar zeker weten doe ik het niet. Om de één of andere reden denk ik niet dat dit stuk door een vrouw is geschreven. Tsja, Raindog dan maar…

DreamOn · 9 juli 2006 op 13:41

Ik denk dat Li dit heeft geschreven. Ik weet in ieder geval zeker, dat het door een vrouw is geschreven.

pepe · 9 juli 2006 op 13:48

Ik weet niets zeker en na het lezen van deze column heb ik een heel groot vraagteken in mijn hoofd!

Dees · 9 juli 2006 op 20:39

MaLiDog, zeker weten… Pffff 😕

Trukie · 9 juli 2006 op 21:22

De laatste alinea verwijst naar een vrouw.
Ik zie Wendy wel in staat om een tafel pootjes te laten krijgen 😀

Li · 9 juli 2006 op 22:33

Met die schrijfster worden we op de verkeerde tafelpoot gezet. Gneh, gneh.
Ik ben in de bonen en denk daarbij aan Troy

Li

KawaSutra · 9 juli 2006 op 23:19

Geen echte Troy en daarom volgens mij Troy. Maar het zijn wel errug lange zinnen. 😕

KingArthur · 9 juli 2006 op 23:34

Verdomd Kawa je zou gelijk kunnen hebben. Ik ga ook voor Troy.

melady · 10 juli 2006 op 02:22

Deze is van Mosje, geen twijfel mogelijk denk ik.

Troy · 10 juli 2006 op 02:45

Mosje: Mispoes, hond bedoel ik…

King Arthur: Niet geraden is altijd juist.

Ma3anne: Watch out for the tricks.

Wb: Geen van allen en bedankt voor het compliment.

Troy: Wat mankeert je? Je kunt zelfs de schrijver van je eigen column niet raden 🙁

Trudy: Nee, ik ben nog steeds geen vrouw – zal ik goddank ook nooit worden -, maar dat je me voor Li aanziet beschouw ik natuurlijk als een groot compliment.

Pepe: Haal dat vraagteken maar snel weg dan.

Dees: Malidog…troy

Trukie: Helaas pindakaas.

Li: Meneer Boon schept op; dit keer aan tafel. Très bien!

Kawa: Jij weet welke bronnen je kunt vertrouwen; goed zo.

King: Zie antwoord bij Kawa.

Melady: Je hebt me ervan overtuigd dat ik voortaan maar écht onder Mosjes naam moet gaan schrijven 🙂

Grappig dat mensen in eerste instantie niet direct mijn stijl hier in terug hebben gevonden. Ik heb deze column toch écht, voordat ik van deze actie wist geschreven; heb dus niet opzettelijk geprobeerd om in een andere stijl iets neer te zetten:-)

Trukie · 10 juli 2006 op 19:06

Voor een “Troy” is hij wel heel erg doorzichtig. Maar nu we dwars door je heen gaan kijken, pikken we je er de volgende keer zo uit. 😀

Mup · 11 juli 2006 op 17:28

Knap gedaan, Troy, ik had je er niet uitgehaald, dacht bij de titel en de spek met ei, aan Pepe, schrijfstijl weer niet. Li kan ook van een ‘gewoon’ onderwerp prachtige verhalen maken, en ook ma3 kwam bij me op. Jij dus niet, ondanks dat ik dacht dat het vernoemen van schrijfSTER een instinker zou zijn. Dees is ook nog bij me opgekomen, denkend aan haar stuk over de brandmelder:-)

Groet Mup.

Troy · 12 juli 2006 op 13:01

Edit: Foutje 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder