Mijn mobiel rinkelt indringend. Een onbekend nummer. Direct gaan alle alarmbellen af, met de avonturen van Miss Alzheimer vers in mijn geheugen.
Vaak turfden we het aantal telefoontjes per dag, toen ze nog thuis woonde. Op zware dagen werden we vier maal gebeld door de personenalarmering, die dan vroeg of we mijn schoonmoeder wilden bellen, want dat had ze graag. Uitleggen dat ze niet meer kón telefoneren had geen zin. Waarbij ik wil opmerken, dat sommige mensen niet geschikt zijn voor het grillige vak van personenalarmingscentralist.
Daarnaast werden we regelmatig gebeld door personen van de thuiszorg, die overspannen raakten door het wispelturige gedrag van mijn schoonmoeder. Op topdagen, wanneer we echt in de prijzen vielen, kwamen er ook nog telefoontjes bij van passanten, wanneer ze Miss Alzheimer ontredderd buiten, voor haar eigen voordeur die openstond, hadden aangetroffen.
De allerlaatste dagen dat ze thuis woonde, zwierf ze over straat. Het was doodeng. En bovenal verdrietig. Gelukkig hebben we haar nooit hoeven ophalen uit een wildvreemd oord, werd ze altijd weer netjes thuisgebracht, van een kopje thee voorzien en in een stoel gezet. Waarna het ritueel weer van vooraf aan begon.
Inmiddels woont ze op tweehonderd kilometer afstand in een vervangend thuis voor dementerende bejaarden, in een woongroep. Met een gezamenlijke woonkamer, een grote woonkeuken en een ruime eigen slaapkamer, die inmiddels vol staat met haar eigen spulletjes. Thuis brak ik regelmatig mijn nek over de tafels en kastjes, het is een genot om te merken dat dat in haar nieuwe thuis ook het geval is.
Er is sprake van een-op-vier-zorg. Dat wil zeggen vier dementerende bejaarden op een gespecialiseerde verzorgende, gewapend met een vrachtwagen geduld en heel veel liefde. Hier in Amsterdam is de zorg inmiddels een op tien patiënten geworden. Daarnaast was er in onze omgeving slechts plaats in een verpleeghuis met zwaar dementerenden, met zijn vieren op een zaaltje, zonder ruimte voor eigen inbreng en spullen.
De keuze voor het verre oord was daarmee gauw gemaakt, al moest er een rechterlijke machtiging (Miss Alzheimer zag het belang van een opname niet in) aan te pas komen en verliep de daadwerkelijke verhuizing niet helemaal volgens de van toepassing zijnde regels. Soms staat veiligheid echter voorop en moet je regels breken, om ongelukken en erger te voorkomen.
Toen we haar onlangs hebben bezocht mochten we voor het eerst in onze mantelzorgcarrière zonder tegenstribbelen of ander drama naar huis, mits mijn schoonmoeder lekker op haar bed mocht gaan liggen want moe van de visite. En of de zuster haar mocht komen helpen want die wist het beste hoe dat ging. Het was uitermate prettig om met een goed gevoel weer naar huis te vertrekken. Thuis was dat lang niet altijd het geval, verliet ik regelmatig onzeker en verdrietig het pand van mijn schoonmoeder. Soms ging ik nog een keertje terug, om dan beter afscheid te kunnen nemen.
Mijn mobiel rinkelt nog steeds. Dat is waar, ik heb de voicemail eraf gegooid. Verstrooid neem ik op. Een overactieve dame biedt me zes weken lang een abonnement op een Amsterdams dagblad. Nadat ik twee keer heb aangegeven, geen interesse te hebben, druk ik even later op de rode knop.
Innerlijke rust daalt als een warme lappendeken over me heen.
8 reacties
Bruun · 13 maart 2016 op 18:54
Ik had hem destijds op je website al gelezen. Fijn om hem hier weer terug te lezen. Hij blijft mooi.
Mosje · 13 maart 2016 op 20:11
Een-op-vier-zorg. Dat is nog aan de krappe kant, vind ik.
Een-op-tien lijkt me helemaal uit den boze.
Mooi geschreven
Odette · 13 maart 2016 op 21:07
Mosje, de zorg wordt finaal uitgekleed. Wanneer het met een mensje minder kan (of het nu de patiënt is of de verpleegkundige) is het goed. De zorg verschraalt. Meer in de Randstad dan erbuiten….
Mien · 13 maart 2016 op 21:24
Zorgelijk allemaal. Zeker met een vergrijzende samenleving. Goede zorg is en wordt onbetaalbaar in dubbele betekenis.
Personenalarmingscentralist. Lijkt wel een term uit 1984!
Goede column wederom.
Mien · 15 maart 2016 op 09:06
Is het niet personenalarmeringscentralist?
Meralixe · 14 maart 2016 op 12:05
Hier in Vlaanderen kennen we de rusthuizen waar ook mijn 89 jarige dementerende moeder een vrij goed onderkomen gevonden heeft. Zowat de enige troost die mijn broer en ik nog mogen ervaren is dat ze ons nog kent maar daar stopt het verhaal dan wel.
Vergeef me de omschakeling naar het financieel plaatje maar dit kost ons wel alles er op en er aan 2000 € per maand. Ik kan mii niet van de indruk ontdoen dat ‘bejaardenzorg’ een lucratief winstgevend zaakje geworden is.
Nog een gedachte waar zelfs een zielige kant aan kleeft.
Ons moeder heeft steeds zoals wij dat noemen gierig geleefd. Nu heeft ze samen met haar pensioen en enkele andere toelagen geld genoeg om alles te financieren. Nu heeft ze het geld dat ze NIET gespendeerd heeft aan iets dat ze indertijd wel leuk zou gevonden hebben nodig voor de zorg rond haar ziekte en hoge leeftijd.
Odette · 14 maart 2016 op 13:10
Zorg is duur geworden, Meralixe. Dat ligt niet aan de patienten en veelal ook niet aan personeel maar ligt voornamelijk aan de tussenlaag die is gecreëerd, de managers. Per maand zijn er vele vergaderingen nodig en netwerkbijeenkomsten. Casemanagers komen op visite bij de patiënt om te kijken of het allemaal nog gaat en dit gaat ook van zorg geld af, daar kwamen wij op het laatst nog achter. Schoonmoeder kon niet meer naar de dagopvang, (geldkwestie) en toen bleek dat de casemanager uit hetzelfde potje werd gefinancierd. Dit soort zaken maakt zorg onnodig duur….. Schrijnend als je altijd zuinig hebt geleefd, zoals jullie moeder.
pally · 14 maart 2016 op 15:20
Heel goed geschreven over niet alleen je schoonmoeder, mar hoe het er in het algemeen in Nederland voor staat met de zorg.