Robert liep naar het midden van het dakterras uit de oudheid. Alsof hij daar een beter uitzicht zou hebben op de sterrenpracht. Hij stond daar stil, zakte een fractie door zijn knieën, en sloot de ogen. Hij stond daar roerloos. Hij bracht zijn handen naar zijn buik, zijn vingertoppen beroerden zijn onderbuik, net onder zijn navel.
Hij richtte zijn aandacht naar binnen. Naar het grote Niets. Of het grote Al. Zijn kracht leek zich samen te ballen, te concentreren, in het gravitatiepunt van zijn fysieke lichaam. In het tan tien punt, de hara, vlak onder zijn navel. Als praktizerend karateka was Robert zich heel goed bewust van de energie die in dit krachtcentrum huisde. In zijn training had Robert geleerd vanuit zijn hara te ademen. En te bewegen. Als hij extra kracht nodig had, putte hij uit zijn hara.
Robert ging echter nog een stapje verder. De energie huisde niet zozeer in zijn hara, de hara was voor Robert meer een soort toegangspoort. Een soort “portal” waarmee hij kon tappen van de onuitputtelijke energie van het universum. In meditaties kon Robert de verbinding leggen tussen het aardse, de manifestatie, en het hemelse.

 

Robert had de ogen gesloten en zijn hara werd warm. Zijn hara gloeide als een rode vuurbal. De vuurbal werd zwaarder en het voelde alsof hij erdoor naar beneden werd getrokken. Alsof hij de piramide werd ingezogen. Alsof hij één werd met de piramide. Alsof hij de piramide was.
Als een piramide stond hij daar, onwrikbaar, onder het weidse firmament. Met gesloten ogen zag hij de sterren. Zag hij de constellaties die hij de afgelopen jaren had bestudeerd. Ineens voelde hij een schok en een flits. Hij voelde de flits, hij zag hem niet. Het voelde alsof hij werd doorkliefd door de bliksemflits. Zijn voorhoofd werd nu warm, het plekje tussen zijn ogen waarachter de tot een erwt ineengeschrompelde hypofyse huist.
De hemel begon te draaien. Snel te draaien. Sneller te draaien. Robert waande zich in een kosmische zweefmolen. Maar hij raakte niet gedesoriënteerd. Hij was bekend met de draaikolkbewegingen. Hij had ze zo vaak op zijn computer gesimuleerd, thuis in Zürich. Maar anders dan op zijn computer bewoog hij zich tegen de wijzers van de klok in. Was Robert aan het reizen in het verleden?
Plots stopte de draaimolen. De hemel stond weer stil. Maar hij was anders. Anders dan tevoren. Hoe anders?
Een fris ochtendbriesje deed Roberts neusharen kriebelen. Je kon de hitte van de aanstaande dag erin ruiken. Robert rook het ook. Langzaam opende hij zijn ogen en zag dat de hemel een paar tinten lichter was gekleurd. Hoelang had hij daar met zijn ogen dicht gestaan? Een uur? Een kwartier? Een halve minuut?
Het was tijd om naar beneden te gaan. De afdaling ging sneller dan de beklimming, en kostte minder inspanning, maar was meer zenuwslopend . Als je omhoog gaat heb je veel minder erg in de gaten hoe diep de afgrond is. De vijf manoeuvreerden behoedzaam langs de versleten flanken van de door mensenhanden vervaardigde berg. De zon kroop in het oosten zachtjes boven de horizon, zodat het zicht ook wat beter werd. Het was even na half zes toen ze de vaste woestijnbodem weer hadden bereikt.
Ruim een uur hadden ze geen woord gesproken. Af en toe een blik van verstandhouding, een knikje. Maar verder geen kik. Nu kwamen de tongen los.
“Dat was heftig, zeg. Ik dacht een paar keer dat ik onderuit zou gaan. Het scheelde echt niet veel. Vooral bij dat middenstuk op de terugweg. De stenen waren helemaal afgesleten.”
“Maar Phillipe, het was een waanzinnige ervaring, een letterlijk hoogtepunt in mijn leven. Wat een uitzicht over Caïro. Zo dicht bij en toch zo ver weg. En dan die sterren. Precies zoals 5000 jaar geleden.”
“Neen William, niet precies zoals 5000 jaar geleden,” dacht Robert in stilte, “Helemaal niet zoals 5000 jaar geleden. Toen zag de sterrenhemel er heel anders uit.” Hij kon het zijn medeklimmers niet kwalijk nemen dat zij niet op de hoogte waren van de precessiecyclus van de aarde.
“Ja, inderdaad. Het was geweldig, William. En heb je ook nog naar het zuiden gekeken, de woestijn in. Duizenden sterren. Jammer dat wij de zon er niet hebben kunnen zien opkomen. ”
“Ja, ik vond het ook heel bijzonder,”zei Robert, “Ik had nooit verwacht dat ik ooit op een piramide zou staan. En zelfs gisterenmiddag nog, had ik niet kunnen bevroeden dat deze dag voor mij op deze manier zou beginnen.”
“Ja, inderdaad,” zei Philippe, “Mooi trouwens hoe jij daar zo stil stond. Je leek wel een oude sjamaan.”

 
“Hallo heren, gelukkig zijn jullie niet van de piramide afgevallen.” Graham Preston kwam aangelopen. “Ik denk dat het goed is om nu te vertrekken. Ik nodig jullie uit om bij mij te ontbijten.”

 
De zon was nu opgekomen en het beloofde een warme dag te worden. De groep liep terug naar de vertrekplaats. Preston liep naast Robert.
“Wel, Robert, heeft het Egyptevirus je al besmet?”
“Als je bedoelt of vanochtend indruk heeft gemaakt, dan is mijn antwoord volmondig: Ja!”
“Je zult in de komende tijd nog veel meer indrukwekkende zaken zien, Robert,” en hij keek Robert monsterend aan. En iets later vervolgde hij met gedempte stem:” Heb je het gevoeld?”

Categorieën: Vervolg verhalen

Chris

Chris den Daas

12 reacties

Chris · 13 augustus 2014 op 19:12

Hmm, 21 views op een dag, zonder dat ik de post ergens anders gedeeld heb is niet erg veel. Het lijkt er op dat columnx zijn langste tijd als actief platform heeft gehad.

Mien · 13 augustus 2014 op 20:11

En misschien ook nog eens van dezelfde klikker.
Tsjongejongejonge … Waar gaat dat naartoe …?
Dat je hier nog iets plaatst Chris, daar mag CX je dankbaar voor zijn, nietwaar …?
Boffen wij als nederige CXertjes eventjes dat jij CX af en toe iets toestopt.
Suikergoed en marsepein.
Waarvoor dank.

trawant · 13 augustus 2014 op 20:42

Kan ook aan het onnavolgbare spirituele gehalte van je verhaal liggen Chris. Wij zijn daar waarschijnlijk te laag bij de grond voor. Mijn zonnevlecht is er denk ik nog niet aan toe.

Chris · 13 augustus 2014 op 23:07

O, het zijn er nu 48.

Het was niet mijn bedoeling om jullie te raken hoor, Mien en Trawant.

NB Ja, ik denk dat columnx dankbaar mag zijn dat ik hier stukjes post. Ik denk dat columnx dankbaar mag zijn met iedereen die hier stukjes post. Zonder mensen die de moeite nemen om stukjes te schrijven en te posten (en af en toe een stukje feedback op een stukje geven) zou er geen columnx zijn.

    Mien · 14 augustus 2014 op 01:28

    Goed gesproken Chris. Maar niet liegen hoor. Natuurlijk wil je raken. En iedereen is raakbaar. Niets mis mee. Alle Menschen werden Bruder nietwaar … ! Ook in het aquariustijdperk. Het is wat de mensen zo bijzonder maakt. Het raakbaar zijn. 😉

Pierken · 14 augustus 2014 op 01:55

Dat je jezelf als graadmeter neemt om de gezondheid van deze site samen te vatten says it all, Chris. Jouw reactie is m.i. uit frustratie geschreven. Waarom wil je zo graag kwijt dat het tegenvallende aantal hits op jouw verhaal niet aan jou ligt, maar aan deze site?
Al zou dat zo zijn, dan nog voegt jouw reactie niets toe aan de voortgang van dit platform. Als het jou ook om ColumnX gaat, reageer dan bijvoorbeeld zelf eens wat vaker op columns van anderen. Dat genereert dan ook weer reacties op jou, dus ook hits.

    Chris · 14 augustus 2014 op 08:26

    O nee hoor. Mijn reactie was eerlijk gezegd niet uit frustratie geschreven hoor. Helemaal niet. Ik was gewoon benieuwd hoeveel mensen mijn column hadden gelezen, vooral omdat ik nog geen linkje naar het stukje op facebook had geplaatst. Omdat mijn vorige link pas een dag daarvoor was geplaatst. ik vond dat een beetje kort op elkaar. En toen viel het mij op dat 21 wel erg weinig is en ik vermoedde dat dit het geval zou zijn voor de totale activiteit op columnx.

    Ik kan natuurlijk niet zien hoeveel andere stukken dan die van mijzelf worden gelezen (in columnx oude stijl kon dat nog wel) maar ik heb de indruk dat dat ook veel minder is dan vroeger, toen stukken in de eerste dag gemakkelijk meer dan 200 keer gelezen werden.

    Ik laat mij absoluut niet leiden door het aantal lezers of reacties op mijn stukjes hoor. Anders was ik bijvoorbeeld veel eerdere gestopt met bijvoorbeeld de reeks stukjes over de Road to Cape Argus.

    Ik moet overigens bekennen dat ik idd lang niet alle columns van anderen lees. Reageren doe ik overigens best wel eens. Maar lang niet altijd, dat is waar.

Meralixe · 14 augustus 2014 op 08:03

Ik ben de eerste om toe te geven dat ik mijn columns, als dat dan nog columns die naam waardig zijn, voor een groot deel aanpas aan de lezers van de site. Doorrammen met een thema dat de mensen minder aanspreekt getuigt enerzijds van een doorzettingsvermogen maar bij minder succes de bal in het kamp van de lezer leggen is toch ook niet proper. 🙁

    Chris · 14 augustus 2014 op 08:41

    Om stukjes aan te passen voor de lezers van de site gaat mij te ver. Vooral van deze site, die toch een breed publiek zou moeten trekken en waar het om het schrijven “an sich” gaat.

    Het is iets anders als je voor sites met een specifiek thema schrijft. Voor een spirituele site schrijf ik bijvoorbeeld geen analyses van de huidige politieke situatie en voor een site voor persoonlijke ontwikkeling en leiderschap schrijf ik geen fictie.

    Het thema van deze serie betreft overigens een voor mij bijzonder experiment. The Age of Aquarius is – zoals het er nu uit ziet – een roman in spe. Ik publiceer gemiddeld twee keer per week de voortgang en vraag om feedback.

    En dat werkt!! Er reageren telkens tientallen mensen. En op divers gebied. Over technisch zaken, inhoudelijke zaken, maar zelfs tips mbt uitgevers e.d. Voor mij is het een soort van “co-sourcing”.

    Ik vind het een fraai staaltje van hoe het internet mensen een stukje dichterbij elkaar brengt en hoe mensen (die ik helemaal niet ken) belangeloos energie stoppen in het nauwgezet lezen van stukjes en er nog meer energie in stoppen om iemand verder te helpen.

Chris · 14 augustus 2014 op 08:49

Mocht je het interessant vinden, dit is de begeleidende
tekst die ik op mijn fb pagina heb geschreven over dit stukje:

“Robert staat boven op de grote piramide van Gizeh. Benieuwd naar wat hem daar toch allemaal overkomt?

Lees het in alweer een nieuw deel van The Age of Aquarius, de thriller over een briljante jongeman die op het spoor lijkt de bron van alle kennis te ontdekken. Een mogelijke ontdekking die het lot van de totale mensheid (ten goede) zou kunnen veranderen. Maar kwade machten zitten hem op de hielen.

Net als bij de voorgaande delen ben ik reuze benieuwd naar jullie feedback.Ik realiseer mij dat ik wel veel van de trouwe lezers vraag. Immers er spelen diverse verhaallijnen en ik publiceer maar 2-3 keer per week. Je zou de draad zo maar kwijt kunnen raken. En er komen nog lijnen bij. Op Spitsbergen, op Oxford, en wellicht ook nog elders. Maar wacht maar tot het verhaal zich verder gaat ontwikkelen en de verhaallijnen in elkaar zullen verstrengelen.

Ik ben wederom erg benieuwd naar jullie feedback.”

Dees · 14 augustus 2014 op 13:16

Reacties uitlokken werkt idd goed om het aantal hits omhoog te krijgen. De meest gelezen column ooit op CX is getiteld ‘Naaktstrand’. Doet het bijzonder goed in Google. Misschien kun je daar ook iets mee?

Mien · 14 augustus 2014 op 14:02

Eens met Dees. Mijn ‘Uierzalf’ doet het ook goed. 12413 hits. Heb de redactie ooit nog gevraagd hoe dat mogelijk is. Het is haast buitenproportioneel. Misschien wordt hij ergens naar doorgelinkt. Geen idee.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder