Vlinders vliegen niet, ze dartelen. Vrij als ze lijken, zijn ze alleen maar onderweg, van bloem naar bloem. Ze wórden verleid en ze verleiden. De meeste vlinders leven niet lang, soms maar een week of twee. En dan is haast geboden, om zoveel mogelijk bloemen te vinden. Want bloemen leveren nectar en vlinders kunnen simpelweg niet zonder. Elke vlinder komt hier vroeg of laat achter; sommige al na een dag, de eerste zonsondergang nadat ze uit hun cocon gekomen zijn, nog niet eens meegemaakt. Dit is het verhaal van een vlinder. Over een vlinder die ’s nachts actief is, tegen de donkere avondlucht moeilijk te zien is maar opeens kan verschijnen en weer verdwijnen, wanneer het haar uitkomt. Zo gaat het al haar leven lang, al negenentwintig jaar.
Voortgedreven door onrust en sinds kort ook door angst.

Onderweg in het vliegtuig, de piloot heeft de landing op het vliegveld Tempelhof al aangekondigd, vraagt ze zich voor de zoveelste keer van binnen af wat haar te wachten zal staan, wetende dat ze geen antwoord zal krijgen totdat het zover is. Ze veegt blonde haren uit haar warme gezicht. Ze zweet, hoewel het vliegtuig aangenaam verkoeld de landing inzet en zoemend over de uitgestrekte buitenwijken van Berlijn zweeft. De lucht is lichtblauw en wolkeloos, een trillende warmte houdt de stad onder haar in haar benauwde greep.
Ze is bang voor wat komen gaat. De zon schijnt fel, door het raampje en ze houdt haar hoofd schuin om niet verblind te worden maar tegelijkertijd de voorbijkomende uitzichten over wijken en bossen niet te missen. De man rechts van haar, aan de andere kant van het gangpad, zit alweer langs zijn krant naar haar te kijken. Of verbeeld ze zich dit?
‘Wat heeft die man toch?’ Begint het hier al?’, vraagt ze zichzelf af, wetend dat ze geen antwoord zal krijgen. Daar is het weer, die spanning. Nooit heeft ze spanning gekend. Ja, positieve spanning. Spanning voordat een van haar optredens begint, of voor een avondje uit met vriendinnen of een mysterieuze man. Maar deze spanning, daar zal ze nooit aan wennen. Die zenuwslopende spanning die zich van haar meester maakt zodra een ontmoeting met één van hen nadert, die interessante maar idiote…

Haar bijnaam heeft ze te danken aan Chris, haar hartsvriendin sinds ze samen opgroeiden en ook nu nog lief en leed delen. Ze zweeft door de nacht, haar voeten lijken de grond nooit te raken. Haar blik op oneindig, ze is eigenlijk niet van deze wereld. Althans, dat is wat haar vriendinnen haar vaak vertellen. Zelf lijkt ze het niet door te hebben, hoe ze overkomt of waar ze zich bevindt. Haar vriendinnen zijn jaloers op het gemak waarmee ze lijkt te leven, het gemak waarmee ze zich voortbeweegt en lééft. Leeft tot ze erbij neervalt. Privé en in haar werk, al gaan deze twee in haar leven moeiteloos in elkaar over.
Tot het uiterste gaan, grenzen opzoeken heeft haar altijd gekenmerkt en dat doet het nog steeds. Als kind was ze vaak ‘kwijt’, het tuinhekje door naar de brede, onbekende wereld die daarbuiten lag. Altijd op zoek naar het andere, het nieuwe. Haar vader, een geslaagde maar verbeten en verbitterde muzikant, vond haar in het geurige dennenbos verderop, bij interessante vreemden waar ze zomaar naar binnen gelopen was, of dwalend door de grote brede straten van het rustige dorp waar ze opgroeide, op het platteland. Op haar zestiende, tegen de wil van haar vader, vertrok ze. In tegenstelling tot de Madonna’s van deze wereld, trok zij naar ‘de grote stad’ met veel geld bij zich, maar zonder een duidelijk doel. Slechts voortgedreven door een ondefinieerbare onrust.
In de vreemdste, mooiste en meest dynamische stad ter wereld leerde zij ze kennen en onbeschermd en naïef als ze toen was, werd ze erbij betrokken. Om er nooit meer los van te komen.

‘Wilt u uw tafeltje inklappen? Ik heb het u net nog gevraagd, we gaan zo landen’.
Ze schrikt wakker uit haar peinzen. Ze haalt de stapel boeken van haar tafeltje en onhandig probeert ze die in haar tas te proppen. De vrouw naast haar kijkt verstoord op als ze haar aanstoot. ‘Sorry hoor!’, lacht ze met een blik die bijna kan doden.
‘Wat heeft die man toch, godverdomme…’, denkt ze bijna hardop. Met de tas tussen haar benen gebruikt ze haar zonnebril om haar haren uit haar gezicht te houden. Een folder van de vliegmaatschappij brengt als waaier enige verkoeling. Maar haar gedachten blijven oververhitte overuren draaien. De uitgestrekte, groene wijken die nu onder het vliegtuig doorschieten, herinneren haar aan haar jeugd. Het vrije leven waarin je puur je hart volgt, werd haar door haar vader met de paplepel ingegoten. Ze dwaalden van stad naar stad, van ervaring naar ervaring. En ondertussen, hoewel ze nooit veel tijd op een school heeft doorgebracht, deed ze wijze levenslessen op.
Ze deelt nu als saxofonist de podia met internationaal bekende muzikanten. Haar vader is trots op haar, maar die trots kan haar gestolen worden.
New York, Buenos Aires en Berlijn staan de komende tijd op het programma; allemaal optredens die er mogen zijn. Maar niemand weet dat Berlijn wel eens haar laatste optreden zou kunnen zijn.
‘Niemand, ook die vrouw naast me zou eens moeten weten’.
Want nachtvlinders mogen dan goed te zien zijn als ze het licht van een lantaarnpaal opzoeken, maar daarna vliegen ze de duisternis weer in. En na de spotlights op het posium van de befaamde poptempel heeft ze elders in de grote wijk Kreuzberg een heel andere afspraak.

Categorieën: Algemeen

7 reacties

JLP · 31 augustus 2007 op 19:35

DIT IS GEEN COLUMN MAAR DE START VAN EEN VERHAAL – REACTIES ZIJN WELKOM THANX JLP

Li · 31 augustus 2007 op 20:10

Volgende keer onder de rubriek ‘verhalen’ plaatsen dus!Ik moet mezelf er toe zetten om langere lappen tekst te lezen, maar ik vind dit eerste hoofdstuk lang niet slecht. Hoewel ik de intro een beetje saai vind.

Li

SIMBA · 31 augustus 2007 op 20:12

Jouw toevoeging veranderd veel! Ik vond dit inderdaad erg onaf.
Het heeft in elk geval mijn nieuwsgierigheid gewekt, dus ik wil wel weten welke andere afspraak ze heeft.
[quote] posium [/quote]
Zou ik “podium” van maken 😀

FatTree · 31 augustus 2007 op 20:31

Het begin van een boek, of lang verhaal vind ik zelf altijd even doorbijten. Erg gevaarlijk om alleen het begin van een thriller te plaatsen, zonder een directe climax! Welk is het mooi geschreven, eerlijk heid gebied me te zeggen dat dit niet mijn ‘cup of thea’ is om te lezen (ik bedoel het genre), wellicht zou ik anders nog lyrischer zijn 😉

Veel succes!

lisa-marie · 31 augustus 2007 op 21:39

Voor een column is het inderdaad te lang maar voor een verhaal een mooi intro. Ben benieuwd met wie ze een afspraak in Kreuzberg heeft.

JLP · 1 september 2007 op 11:40

Dank je voor je bericht. Het had inderdaad onder ‘verhalen’ moeten staan, dank je.

JLP · 1 september 2007 op 11:42

Hoi Li, bedankt voor je tips.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder