Stevig arm in arm vinden ze houvast. Ze houden elkaar overeind door de ander niet te laten vallen. In gebroken tred schuifelen ze in de schaduw van het groene lichte lover. Daarboven knalt de zon uit de hemel en verborgen vogels kwetteren om het hardst om het brood van het leven. Op de grond vinden hun blikken rust. Ergens ver weg klinken schelle noten van koperen muziek en een krassende zolenmassa op het scherpe zand dat aan de knellende klinkers is ontsnapt. Onhoorbaar voor de daartussen verbonden verstrengelden. Zand wordt gras en maakt de stappen als in verstrooide as lichter maar de gang zwaarder. De enkele tranen verdampen voor ze de grond raken: het is hun tijd nog niet om voorgoed in de kille aardse diepte opgenomen te worden. De poort staat indringend uitnodigend open. Even aarzelend wachten en ze zweven geruisloos samen verder, zich nog inniger aan elkaar vastklampend. Ze buigen straks het hoofd naar de inslagkrater die hun eigen diepste emoties verteert. En zullen nog een keer terugkeren. Verlies en verstilling in een levend beeld gevangen dat op het netvlies inbrandt en alleen vanuit het hart kan worden geblust. Twee broze zusjes achter de baar van hun laatste broer.

28 juli 2012
Robert

www.robertbeernink.nl

Categorieën: Algemeen

5 reacties

Meralixe · 1 augustus 2012 op 08:43

???

Sagita · 1 augustus 2012 op 11:45

Ik vind de eerste en de laatste zin mooi!
Het stuk ertussen barst van de mooischrijverij. Ik kan er slecht doorheen komen. Volgende keer beter!

Ferrara · 1 augustus 2012 op 12:15

Met de eerste en de laatste zin is eigenlijk al voldoende gezegd. Eens met Sagita.

pally · 1 augustus 2012 op 21:33

Tja, ik vind hem ook niet sterk, Robebeer. Te veel kitsch. Maar dan toch die eerste en vooral die laatste zin.
Die maken het nog bijna goed…

groet van pally

Harrie · 2 augustus 2012 op 10:12

Bijzonder hoe sommige mensen verdwalen in hun eigen woorden … :hammer:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder