‘Het is extreem warm vandaag.’
Bubba, zijn rechterhand kijkt hem vragend aan. ‘Zal ik water op het vuur gooien, Meester?’
De Meester kijkt vanaf zijn troon op hem neer.
Bubba kijkt smekend, zijn gelaat gloeit, en waar eens mooie volle vleugels hadden geprijkt – hangt enkel nog een rafelig netwerk.
‘Wacht nog maar even, laat ze maar even zweten,’ antwoordt de Meester en zijn lach schalt door de zaal.
Bubba schrikt. Zijn meesters’ lach is niet prettig. Vol leedvermaak; satanisch.

Het is niet nieuw. Sinds Bubba’s aankomst is het afzien. Om naast de Meester te mogen staan, heeft hij offers gebracht. Mensenoffers. Brandstof voor het genot van de baas. Hij is geen haar beter.
‘Bubba, ik wil vandaag een selectie van tien zielen,’ buldert de Meester vanaf de troon. Hoog torent hij boven Bubba uit, die op zijn pijnlijke knieën naast hem knielt. Hij buigt nederig voorover, zijn voorhoofd raakt de stenen grond. Steen brandt niet. Steen wordt gloeiend heet. Zijn voetzolen verdragen de hitte door het littekenweefsel. Littekenweefsel is gevoelloos.
‘Ja Meester.’
Bubba komt moeizaam overeind en schuifelt buigend achteruit, richting de poort. De ijzeren deuren zwaaien open, en sluiten zich achter hem.

Paniek en angst overheersen zijn daadkracht. De meester verwacht dat hij uit de ronddolende zielen, die arme schepsels die kermend tegen gloeiend hete wanden opkruipen een selectie maakt. Het vuur moet blijven branden. Snel loop hij door de donkere gangen. De fakkels aan de wand verlichten niet, ze werpen enkel onheilspellende schaduwen in het labyrint.
Uit de cellen komt gekerm, af en toe doorbroken door een ijzige gil. Arme donders.
In het begin zat hij daar ook. De Meester had hem geselecteerd. Hij had alle afgrijselijke testen doorstaan, en nu was hij de tweede man.
De engel des doods.

Bubba loopt door naar de gang, die naast het Heiligdom ligt. De laatste cel. Het is er stil. Zijn sleutelbos rinkelt schel in de relatieve stilte. Het geluid van oplaaiend vuur is altijd te horen; een continuele ruis, soms gelijkend op gezang.
Het is lastig om in de donkere cel nog levendige zielen te vinden. Ervaring leert dat velen al op sterven na dood zijn. De meester wil de sterken, de weerbarstigen; ze moeten het voelen. Het vuur. Hij stapt over levenloze lichamen en schuifelt naar de verste uithoek, daar waar het nog het minst heet is. Daar zijn ze. Tegen de muur gedrukt. Uit zijn tuniek haalt hij de weerhaak, en hij rijgt ze stuk voor stuk aan elkaar. Er is geen weerstand. Het touw gooit hij over zijn schouder en hij trekt de zielen achter zich aan, richting traliedeur.

De zielen zijn zwaar. Achter zijn rug klinkt gekreun, bijna onhoorbaar door het gezang van het vuur. Bubba voelt zijn huid schrijnen, nog erger dan daarstraks. Het is ondraaglijk.
‘Het is bijna voorbij,’ zegt hij luid. Bubba bedoelt het troostrijk. Het vuur maakt een eind aan het lijden van die arme zielen. Soms wil hij één van hen zijn. Niet de uitverkorene. Hij weet niet meer wat erger is, het vuur of de hitte? Wat als de zielen voor eeuwig blijven branden? Dat zou de hel zijn.


Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

9 reacties

Nummer 22 · 6 juni 2018 op 07:51

Schitterend! Ben ik net mijn 2e schrijfopdracht aan het vormgeven dat lijkt op deze..pfff.. opnieuw beginnen.

Maar E.S. ..voor sommige is de hel een hemel en voor anderen de hemel een hel!?

Arta · 6 juni 2018 op 08:27

Supermooie uitwerking van de OvdM!
Jouw fantasie werkt heerlijk!

Nachtzuster · 6 juni 2018 op 08:54

Heel mooi! Bijna filmisch geschreven. Een soort sprookje. Mis alleen ergens een verdwaalde ´t´. Maar das mijn mierenneukerij. Niks van aantrekken dus 😉

Mien · 6 juni 2018 op 09:25

ES als tante Dante. Mooi.

Esther Suzanna · 6 juni 2018 op 13:15

Wat een gave reacties. Ik had dit stuk op fb gepost, en mensen wisten volgens mij niet wat ze ermee moesten. Haha, mijn moeder vond het eng. Ze maakte zich zorgen…

De t heb ik gevonden Cora, of juist niet…? 🙂

Thomas Splinter · 6 juni 2018 op 22:33

Goed bezig ES. Je legt de lat wel hoog. Ben zelf ook bezig met een OvdM, maar ga er nog eens goed voor zitten.

    Esther Suzanna · 8 juni 2018 op 17:15

    Mmm… weet niet goed hoe daarop te reageren. Fantasie is persoonlijk… de mijne is altijd op een zekere realiteit gebaseerd dus het kan écht beter. 🙂 Succes!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder