In de altijd zo rustige baai spatten de golven hoog op. Bijna niemand durft de zee in te gaan. Men blijft liever toekijken, en smeert zich nogmaals in tegen het verbranden. De zon straalt fel. Wat een uitdaging om door die dreigende branding heen te duiken. Even weifel ik, dan loop ik de zee in en duik door de eerste golf.
Dat is één, denk ik, en lachend duik ik door de volgende. Ik word achterwaarts met de stroom mee naar de volgende golf geduwd.
Hang nu tussen twee golven in en draai me om en wil verder door de volgende aanstormende hoge golf zwemmen.
Haal diep adem strek mijn armen vooruit en duik verder. Kom er niet echt goed doorheen en word heen en weer geslingerd. Dan voel ik dat er stenen tegen mijn billen, benen en buik gegooid worden. Ik word aan alle kanten bekogeld, lijkt het wel. Plotseling voel ik geen grond meer, een hoge golf duwt me naar boven.
Ik ga kopje onder, en krijg veel water binnen. . O,o, ik raak nu echt in paniek. Ik word weer omhoog gezwiept, heb geen controle meer. Ik probeer nog te zwaaien, boven de watermassa uit en schreeuw zo hard als ik kan. Maar ik word weer teruggeworpen…
Verdomme, waarom ziet niemand me…
Ik kom niet vooruit, val steeds om, er knelt iets om mijn benen. Nu voel ik dat mijn bikinibroekje afglijdt, en probeer het omhoog te trekken, wat niet lukt. Dan trappel ik heftig met mijn benen, maar het broekje blijft om mijn voeten hangen.
Met alle kracht die ik nog heb, crawl ik zo naar achteren met de golven mee. Ik probeer grond onder mijn voeten te krijgen, alleen de bodem schuift steeds weg. Doe weer een poging om mijn evenwicht te vinden en… vooral kalm te blijven. Ik stuw mezelf omhoog om aandacht te trekken. ‘ Help, help’, roep ik . Ik raak uitgeput, ik verlies mijn krachten en ben in ademnood. Waarom ziet niemand me dat ik in nood verkeer, denk ik wanhopig, ik word heel duizelig … De zee stuwt me voort.
Ik voel een arm om me heen en nog een. Trekkend en duwend slepen ze me voort, naar het strand. Ik lig voorover, ze draaien mij om. Laten me zitten, en kloppen op mijn rug. Ik hoest en proest het vele water uit en kokhalzend sta ik op.
In een waas kijk ik rond. Ik hoor lachen en schateren om mij heen, begrijp niet waarom de mensen zo lachen. Ik probeer weg te lopen, maar struikel over mijn voeten…
Mijn bikinibroekje, vol met grote kiezels, hangt over mijn voeten en halverwege mijn heupen, mijn beha als zakjes gevuld met gruis en steentjes.
‘ Hahaha,’ hoor ik. ‘ Kijk, kijk, die vrouw daar. ‘ Ze blijven kijken en wijzen naar mij. Sommigen houden hun hand voor hun mond. Ze lachen mij uit…flitst het door me heen.
‘ Hahaha, broekje in de branding, hahaha. ‘
Ik kijk naar beneden, en in voel dat ik een vuurrood hoofd krijg.
Dan stap ik heel langzaam maar uitdagend uit mijn broekje. Mijn beha laat ik bengelen op mijn taille. Steek mijn middelvinger omhoog, en loop heupwiegend weg van het strand.
rim sartori
5 reacties
pepe · 30 september 2004 op 07:58
Lachen is dat nu. 🙂
Maar ik kan me voorstellen dat je dat op dat moment even niet deed.
Mup · 30 september 2004 op 11:03
Waar ken ik dat verhaal toch van? 😉
Omdat ik weet dat je een kritische noot op je stukjes wel kunt waarderen, plaats ik als kanttekenig erbij dat je indeling in alinea’s wat mij betreft wat minder mag.
Groet Mup.
rimram · 30 september 2004 op 19:07
Dag Mup,
je hebt helemaal gelijk, wat de álinea’s betreft, verkeerd ‘gekopieerd en geplakt’. Ik had beter moeten kijken Zal niet meer gebeuren 😮
gr. rim 🙂
Mosje · 30 september 2004 op 19:59
Nooit met een bikini een wilde branding ingaan. Doe ik ook niet.
😛
ignatius · 2 oktober 2004 op 16:30
Ik hoop voor jou dat ritho met zijn camera niet aanwezig was! 😀