‘Kwaad zaad wordt vroeg geoogst’, bedenk ik me. Even daarvoor ben ik met ferme stappen de supermarkt binnengestapt. De schappen liggen er vol mee, advertenties schreeuwen moord en brand. ‘De ellende heeft de landsgrenzen zichtbaar weer bereikt’, is mijn conclusie. Ik stop en peins even. Het is de mensheid blijkbaar aangeboren om dergelijke narigheid aan te grijpen. Het liefst met beide handen tegelijk. Ieder jaar dezelfde misère. Pepernoten, of eigenlijk kruidnoten, ze zijn er weer. ‘Sta me bij’. De schuld in de schoenen schuiven van Nicolaas van Myra kan ik niet. Helaas. De man met twijfelachtige staat van dienst heb ik nooit gekend. Dat is logisch, want Sinterklaas is al eeuwen geleden overleden. Morsdood, heengegaan en nooit meer teruggekomen. Anderen beweren anders, maar ik geloof ze niet. Niet meer tenminste. Ondertussen werd echter wel tig jaren lang míjn schoen bevuild. Doorgaans met smerige kruidnoten, die ik niet eens lust. Hoofdverdachte, of in ieder geval medeplichtig? Bram van der Vlugt. Poeh, die zou ik wel eens met de roe er mee van langs willen geven.

Als kleine dreumes had ik er al een hekel aan. Waarschijnlijk was ik het enige kind bij de verschillende intochten die juist zo vér mogelijk van de slecht geschminkte pietenbende wilde staan. Zodra de donkere boemannen in de buurt kwamen, zakte het angstzweet tot diep in mijn luier. Ondertussen kletterden mijn melktandjes bevreesd op elkaar. Kommer en kwel moest ik elk peuterjaar weer doorstaan. Die bomvolle postzakken met gevreesde pepernoten hingen als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Ik lustte ze niet en wilde ze niet. Geen lichtblonde haar op mijn hoofd die daar anders over dacht.

Echter, niemand begreep mij. Ik was het buitenbeentje, het gevalletje apart. Het kind dat geen kruidnoten lustte. Het jochie dat angstvallig de taaie schuimpjes en knapperige hartjes tussen het snoepgoed weg peuterde om vervolgens met halve tegenzin de veroverde zoetigheid weg te kauwen. Er zat immers inmiddels wel een pepernotensmaak aan. Duizenden handen met gevuld strooiwaar heb ik stoïcijns afgeslagen, verbouwereerde gezichten achterlatend. ‘Lust je het dan echt niet?’ Nee! Verdomme.

De coming-out van mijn ouders, zo rond een jaar of zes, heeft me goed gedaan, denk ik achteraf. Angsten zijn inmiddels overwonnen. En toch, iets wringt. Dat besef ik tijdens mijn korte stop. De zakken met kruidnoten loeren me aan. Ik spits mijn ogen, recht mijn rug. Drie ijzige seconden volgen. Ik zet een stap naar voren en blijf staan.

Vlug pak ik een zak taaie schuimpjes, reken die af en fiets naar huis.

Ik heb nog wind mee ook.

Judah Bolink (2 okt, 22:04)

Categorieën: Diversen

13 reacties

Siebe · 26 november 2007 op 12:15

Sta me toe even te ontsnappen uit de zak met bestemming Spanje: wat een prachtig verhaal over een soort van vertrouwdheid met een soort van angst of afkeer.

Slechts enkele noten.

1 – Ik weet niet of je, wanneer je je eigen gedachten citeert, je die perse tussen aanhalingstekens dient te plaatsen wat je een aantal keren doet. Misschien weet een andere lezer daar het antwoord op. Volgens mij hoeft het namelijk niet.
2 – Het ‘mee’ in de zin over de roe is volgens mij dubbel en dus onnodig en eigenlijk onjuist.
3 – Je naam onder de column is begrijpelijk, vermelding van datum en tijd lijkt me meer iets voor jezelf. Hier leidt het storend af van het mooie denkmoment waar je ons mee achter wilde laten.

Kruidnoten in een schuimpjescolumn.

Gr.
S

champagne · 26 november 2007 op 12:33

[quote]De coming-out van mijn ouders, zo rond een jaar of zes, heeft me goed gedaan[/quote]

Mooie column. Het Sinterklaasgebeuren vanuit een andere hoek belicht. Leest als een trein, of een op hol geslagen schimmel, zo je wilt 😉

Grumpy-old · 26 november 2007 op 13:08

Makkers staakt uw wild geraas. Ik vind het een leuke column. 😀

Greetz
Grumpy old man

weathergir · 26 november 2007 op 13:22

Hee Judah, welkom op CX!

Sterk verhaal, joh. Ook ik vond de zin van de coming-out heel geestig!

Een paar kleine mierenwipjes:

– “maar ik geloof [i][b]ze[/b][/i] niet” -> vierde naamval = hen;
– “Ik lustte [i][b]ze[/b][/i] niet en wilde [i][b]ze[/b][/i] niet” – ook weer die vierde naamval. Omzeilen? Ik lustte en wilde deze/die niet.
– een aantal uitdrukkingen die wellicht onder de dichterlijke vrijheid vallen, zoals:
* kletterende melktandjes (klapperen?);
* loeren me aan (loeren naar me?);
* ogen spitsen (ogen kun je niet spitsen, oren wel).

Maar nogmaals: dit zijn mierenwipjes en mogen vooral niet afdoen aan jouw fantastische debuut hier! Pietenpetje af… 🙄

dj_Eddy · 26 november 2007 op 13:50

Erg leuk verhaal, met plezier gelezen. Die datum en tijd hadden idd niet gehoeven (net als de copyright die ik onder sommige columns zie staan), dat leidt alleen maar af, ben ik met Siebe eens. Voor de rest niets dan lof.

KawaSutra · 26 november 2007 op 14:32

Beetje eentonig misschien maar ook ik ben het helemaal eens met mijn voorgangers. Overigens knap dat er nog zoveel oneffenheden gevonden zijn want door het boeiende verhaal had ik er zo overheen gelezen.

SIMBA · 26 november 2007 op 14:45

Welkom op ColumnX met je kletterende tandjes en lichtblonde haartjes! 😀
Prima binnenkomer wat mij betreft!

pally · 26 november 2007 op 14:54

Welkom hier met je geestig verstrooide column, Judah!
Zo lusten we ze hier wel, óók met kruidnotensmaak.

groet van Pally

(Over de kleine oneffenheden is al genoeg gezegd)

KingArthur · 26 november 2007 op 15:16

Bij het gedeelte over die blonde haren moest ik ineens aan Geert Wilders denken (weet niet waarom).

Ik moet zeggen dat de tekst dan in een heel ander perspectief leest.

Mup · 26 november 2007 op 16:33

Welkom op cx, en ja, ik begin in herhalingen te vervallen, maar kan me wedereom allen maar weer aansluiten bij vorige reacties. Zelfs bij Geert en Sint, allebei ongeloofwaardig, helaas bestaat Geert echt,

Groet Mup.

lisa-marie · 26 november 2007 op 16:45

leuk debuut.
Enne… taaie schuimpjes zijn ook heel lekker 😀

Ineke · 27 november 2007 op 12:31

Er zijn al wat reacties gepost en ik kan niet anders dan mij hier bij aanluiten. Goede column. Heb vooral gelachen om:
[quote]Het jochie dat angstvallig de taaie schuimpjes en knapperige hartjes tussen het snoepgoed weg peuterde om vervolgens met halve tegenzin de veroverde zoetigheid weg te kauwen. Er zat immers inmiddels wel een pepernotensmaak aan.[/quote]
Top!

Groeten Ineke

Judah · 28 november 2007 op 13:45

Dank jullie wel 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder