Zijn frites was niet te eten
Toch bleef zijn zaakje open
en stond hij boven snacks te zweten
zolang de buurt bij hem bleef kopen Kroketten verkocht hij half bevroren
Gehaktballen waren er veel te zout
Maar niemand leek zich hieraan te storen
Het liet alle klanten koud
De bamischijf was vaak verbrand
De vlammetjes te snel geblust
Het Russisch ei smaakte naar zand
en ook z’n frikadel was geen ‘must’
Een oud broodje met hagel
Niemand stelde vragen
Een nassibal met stukjes nagel
werd geslikt zonder te klagen
Uiteindelijk heeft er iemand gebeld
met de Keuringsdienst van Waren
Een buitenstaander -zo werd verteld-
die z’n piepende kipcorn niet kon verklaren
De keuringsdienst wipte even binnen
Keek goed rond en riep: “Mijn God!”
En wat de fritesboer nog wilde verzinnen;
het zaakje ging meteen op slot
De fritesboer kon daar niet mee leven
-vernam ik vanochtend uit de krant-
Uiteindelijk heeft-ie zichzelf z’n vet gegeven
en is zo terstond verbrand…
MODO
1 reactie
gast · 4 maart 2003 op 15:08
😛 🙂 😀 😉 😎 😛