Naast de immer huilende Turkse tegenover ons wordt een vrouw op haar plek gereden die het Avé Maria inzet. Rita en ik kijken elkaar even aan op een wijze dat ‘deze nieuwe’ onze privacy verstoort. We waren immers bezig met serious business. Met het digitaal bestellen van een diner bijvoorbeeld. Of met de aanzet tot een recensie over ons nieuwe onderkomen, waarvan, toegegeven, de eigenaar zich loyaal ontfermt over ieder nieuw gezelschap. Pluspuntje op het evaluatieformulier.
Ook het tweede en derde couplet hadden niet gehoeven, maar klant is koning. Zeker in dit geval. En anders wen je er maar aan, zal de bediening denken. En gelijk heeft die.

Door de ruis heen vraag ik wijzend naar het schermpje voor me; ‘Heb je de gehaktbal gezien?’
Rita schiet in de lach. Ze is een vrouw op leeftijd die 60 jaar onafgebroken zware shag heeft gerookt. Lachen is dus geen optie, maar ze heeft de pech dat we dezelfde humor delen. Haar broze lichaampje verkrampt tijdens de zoveelste poging om de lach amechtig weg te hoesten. Morgen wordt ze geopereerd en dan kan het hoesten haar funest worden. Dan kun je dat nu beter nog maar een keertje goed doen.

‘Zal ik 1-1-2 bellen?’ Grap ik, terwijl we al op de zwaarst bewaakte afdeling liggen. Aansluitend verschiet haar hoofd naar paars.
Nadat ik voor de helft opsta en mijn nog functionerende arm achter haar rug schuif, vraagt de Turkse jongedame van de overkant of ze de ober erbij moet roepen.
‘Nee’, rochelt Rita… ‘Is normaal zo.’ Op mijn arm voel ik haar rug ontspannen.

Terug hinkend vlij ik alles voorzichtig terug in het gareel en ga weer zitten. Op het door het etablissement geoutilleerde beeldschermpje worden wij dus alsnog geacht bijtijds een avondmaaltijd te reserveren.
‘We hebben een date.’ Zeg ik. ‘Kies wat je wil, ik trakteer.’
Rita en ik gaan voor de bami, wat achteraf oriëntaalse spaghetti blijkt te zijn. Na de maaltijd pakt ze een blocnootje en mompelt; ‘Minpuntje.’

Niet veel later druppelt het eerste bezoek binnen. Nou ja, druppelt… In eerste instantie wordt er een emmer leeg geflikkerd. Half Mekka is ingevlogen om de Turkse te troosten. Daar waar er maximaal twee aan een bed worden gedoogd, probeert een toom Turken toch rond haar bed te geraken. Het wordt de patiënte allemaal teveel. Nadat ze een diepe slaap veinst, komt er een verpleegkundige verhaal halen en commandeert minimaal 17, 18 man de gang op. Een man en een vrouw blijven zitten. Ieder driftig draaiend aan een kralenkettinkje in hun hand naast de slapende Turkse.

Ook Rita krijgt bezoek. Vier stuks, waarvan niets gezegd wordt. De twee mandjes tulpenbollen die ze overhandigd krijgt parkeert ze naast de andere drie. Door het ‘uienveldje’ heen zie ik nog net de allermooiste binnenwandelen. Het is mijn eigen Nachtzuster. Ze brengt mij schone kleding en een kaart voorzien van de meest hoopvolle woorden die je je maar kunt bedenken. Ik had haar gevraagd om mijn euvel low profile te houden. Eerlijk gezegd heb ik alleen behoefte aan haar gezelschap. We vermaken ons met naar elkaar te kijken en het schouwspel van de Turkse toerbeurten aan de overkant.

’s-Avonds kijk ik zonder te kijken op hetzelfde maaltijdschermpje tv en tel mijn zegeningen. Het is zondag 31 januari 2016 en afgelopen nacht ben ik bevallen van een herseninfarct. Morgen krijg ik een aantal onderzoeken dat een recidief moet uitsluiten. Ondanks dat mijn linker lichaamshelft foetsie is, heb ik mijn kracht nog. Is mijn denk- en spraakvermogen onveranderd, ben ik nog bij zinnen, maar lig ik wel slechts voor de helft in bed. Mijn linkerkant is gevuld met een harde ruis. Een soort tinnitus, maar dan overal, behalve in je oor. Daarnaast houden de adrenaline, het gehuil en het gesnurk mij wakker. En ik was gewaarschuwd dat het personeel er nazipraktijken op nahoudt. Ieder heel uur maken ze je volgens het protocol wakker. Na 42 uur wakkere waan, staan er vanuit het niets vier man personeel om mij heen. Langzaam open ik mijn ogen en vraag mij af waar ik ben. Naast mij zie ik twee verpleegkundigen opgelucht ademhalen. Ze kregen mij niet meer bij bewustzijn. Zo diep was ik in slaap gevallen. Vanaf dat moment lig ik weer klaarwakker. Tegenover mij hoor ik zachtjes snikken.
Met; ‘Hé, het is goed, je bent nog jong’, kom ik niet weg. Als ze me überhaupt al verstond. Het snikken verhevigt en links van me stopt het snurken.

‘Rita?’ Probeer ik.
‘Ja?’
‘Ben je bang?’
‘… Nee… En jij?’
‘… Nee.’

Twee dagen na mijn ontslag gaan Nachtzuster en ik bij haar op bezoek. Ze is blij verrast, maar schrikt ook en vraagt mij of ik weer moet worden opgenomen.
‘Nee, we komen voor jou.’ Nachtzuster overhandigt Rita een mandje ‘uien’. Dat parkeert ze naast de andere vijf.
‘Voor in je moestuintje. Hoe is de operatie gegaan?’
Trots kantelt ze haar heup en laat een grote vochtplek in haar pyjama zien nabij haar lies. Na maandenlang verzorgings- en ziekenhuizen mag ook zij morgen weer naar huis.
Als ik arts was, dan had ik haar niet laten gaan met de diagnose; ‘Voor de gezelligheid hier houden.’

 


15 reacties

Mien · 26 april 2016 op 13:30

Mooie en veelzeggende titel. Blij je hier weer te ontmoeten. Uien hoef je niet mee te brengen. Je bent ook zonder weer van harte welkom. ?

Meralixe · 26 april 2016 op 13:33

Mooie vriendschap in uitzonderlijke omstandigheden. Heerlijk mooi genoteerd.
Vraag me wel een beetje af wat er autobiografisch aan is en uiteraard hoe het nu met u is.:)

NicoleS · 26 april 2016 op 13:33

Wat een mooi geschreven stuk. Ik hoop dat je je inmiddels weer kiplekker voelt.☺

Spencer · 26 april 2016 op 14:01

Mooi.

Mosje · 26 april 2016 op 14:35

Met plezier gelezen

Lianne · 27 april 2016 op 14:33

Fijn om je subtiele humor weer terug te zien. Een mooi stukje tekst!

Yfs · 27 april 2016 op 16:33

Dat je personages neer kunt zetten als geen ander bewijst deze column maar weer. Om nog maar te zwijgen over je subtiele humor.

Juist door de geestigheid en je kostelijke observaties lijkt het bijna alsof je ’terloops’ vermeldt een herseninfarct gehad te hebben. Ondanks een nog onzeker verder verloop weet je toch je zegeningen te tellen. Wellicht heb je nog een lange weg te gaan, wat een zegen dat je daarbij Nachtzuster aan je zij hebt!

Vermakelijk, mooi en vooral dapper geschreven! Sterkte!

Pierken · 27 april 2016 op 17:26

Thnks Mien, fijn om te lezen. Had er afgelopen zaterdag graag bij willen zijn om bekende en onbekende schrijvers te ontmoeten. Die mogelijkheid komt vast nog een keer.

Het was/is de realiteit, Meralixe. Autobiografisch dus. Dank voor je reactie.

Dank je Nicole. Leuk om te lezen dat je zo enthousiast met schrijven bezig bent. Zeg je vader maar dat ik Bopske mis. Qua gezondheid heb ik nog aardig wat restschade te overwinnen. Momenteel type ik bijv. met alleen rechts. Maar zoals gezegd tel ik ook mijn zegeningen en zolang de inspiratie blijft, dan leer ik daar wel mee te leven.

Hahaha; Ja mooi, hè, Spencer. Hou jij dit keer de tel bij? Ik wilde je nog wat vragen over ‘Schrijven voor geld’, maar dat komt nog wel…

Lianne en Mosje: Dank!

Ik heb mijn aantekeningen vanuit het ziekenhuis bewust nog even laten liggen, Yfs. Vond het weer een leerzame gewaarwording dat je in een gedeelde omgeving met eenzelfde acuut dilemma moet leren dealen. Maak er dan samen maar iets van, niet? Thnks voor je lieve reactie.

Ferrara · 27 april 2016 op 18:09

Pierken toch, ik dacht even het zal toch niet en ja dus. Wat een humorvol, maar ook dapper schrijven. Ons de indruk geven dat je niet bij de pakken neerzit. Ik wens jullie beiden sterkte en alle goeds op nog een lange weg te gaan.
Weet je nog? Karpedimus schreef je mij in oktober. Na deze column van jou komt dat extra binnen.
Die trappen Pier, lukt je dat?

Dees · 28 april 2016 op 08:21

Het gaat over een ander, het gaat over jou. Binnen en buiten beschouwing. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om jou. Veel beterschap. Dat je helften maar weer tot overeenstemming mogen komen.

Mien · 1 mei 2016 op 11:23

Nou Pierken, dat moet toch een geweldige opsteker zijn. Gefeliciteerd met de Column van de Maand. Volkomen terecht. :yes:

Yfs · 1 mei 2016 op 11:59

Proficiat Pierken! Een terechte benoeming van column van de maand. Als je het dan toch over zegeningen hebt, mag je daar zeker je schrijftalent aan toevoegen! 🙂

Meralixe · 1 mei 2016 op 12:13

Proficiat Pierken…(D)

Pierken · 3 mei 2016 op 13:14

Dank voor deze waardering en felicitaties! Zeer aangename verrassing op de eergister toch al heerlijk zonnige dag. Voelt weer als een cadeautje en eer om tot CvdM verkozen te worden!

Spencer · 4 mei 2016 op 10:30

Gefeliciteerd!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder