Als u dacht dat ik als een braaf vastgebonden, demente bejaarde bij mijn AOW’tje neer bleef zitten, help ik u bij deze uit de droom. Ik ga namelijk studeren! Nu ik heb vernomen dat mijn grote Zweedse vriend -waarvan de naam mij is ontschoten omdat ook bij mij de contouren van Alzheimer verschijnen- is toegelaten aan de universiteit, ga ik ook beginnen.
U hoeft niet te beweren dat mijn kansen op de arbeidsmarkt gering zijn na het behalen van mijn bul, want daar is het mij allesbehalve om te doen. Mijn natuur wil simpelweg sex, zuipen en feesten.
Zodra het academisch jaar begint, stel ik mezelf verkiesbaar voor het voorzittersschap van het corps. Mijn concurrenten: rijke, verlepte papa’s pubers bij wie de kringen van de pot nog in de kont staan, leveren bij voorbaat al de titel op. Mocht een fles jenever ‘atten’ als ontgroening gelden dan kan ik alvast verklappen dat een gemiddelde bridgeavond een kater van groter kaliber oplevert.
Het eerste en beste feest dat ik als rimpersauriër organiseer, komt met stip binnen in de kronieken van Nijenrode.
Alleen mooie Minervasletjes met juiste borst-taille-heupproporties krijgen een invitatie. De cohorten corpulente giecheltrutjes met lichte vorm van biercellulitus mogen wat mij betreft de taps bewerken. Een lijntje coke kan me ook niet meer schelen; als je tachtig bent, mag je best eens experimenteren verontschuldig ik me aan de rector magnificus.
Na een avond ad fundum en vies tongen -studentikoze deernen willen nou eenmaal graag een ervaren jongere van gisteren- loop ik met een goddelijk geschapen hinde naar buiten. Nog één keer vingeren in een steegje is fantasie waar ik als vijftiger al van droomde.
Het liefst zou ik haar aan mijn schandpaal rijgen, maar vergrijzing vergt zijn tol. Hoezeer mijn gedachten ook klodders in het frêle gezichtje verven, de aanblik van het naakte, jonge geitje kan me de broek niet bollen.
Na een uitstekende avond strompel ik terug naar het verzorgingstehuis. Terloops braak ik nog even tegen een standbeeld, trap ik een abri aan diggelen en zeik ik over de schoenen van een chagrijnige veldwachter. Een aanhouding voorkomend beroep ik mijzelf op maagzuur, parkinson en incontinentie.
Omdat ik helaas nu nog te jong ben, heb ik me ingeschreven voor studie jaar 2055; het gerucht gaat dat er dan een schone lichting gleufjes op het toneel verschijnt. Ad multos annos!
Categorieën: Gein & Ongein
8 reacties
Mosje · 20 augustus 2004 op 20:51
Nou beste kerel, ik ben benieuwd hoe de ColumnXtrutjes hier op gaan reageren.
Ik maak dat ik wegkom. Sterkte ermee!
😛
ReporterL · 20 augustus 2004 op 20:53
Daarom heb ik het stuk ook maar onder een neutrale rubriek laten plaatsen :-)…oh en ik ben ook op vakantie aankomende week 😀
Kees Schilder · 20 augustus 2004 op 23:02
Gave column.Met veel plezier gelezen.Van mij mag je er nog wel een paar zo insturen
sally · 20 augustus 2004 op 23:31
hij is grof
maar wel erg grappig!
🙂
sally
Ma3anne · 20 augustus 2004 op 23:48
Twee feestjes die ik per ongeluk ooit bezocht (als introducée) bij het Nijmeegse Carolus Magnus en Groningse Vindicat atque Polit hebben me doen besluiten nooooooooooit lid van welke studentenvereniging dan ook te worden.
Kun je deze column niet in het gastenboek van de site van deze verenigingen plaatsen? 😀
Louise · 21 augustus 2004 op 08:19
Toch knap om een stukje te schrijven over een hoofdpersoon, die kwa leeftijd een heel eind van je afligt. Hoewel, de gedachtengang zal niet eens zo heel veel anders zijn 😉
Leuk hè, met schrijven kan alles!
KingArthur · 21 augustus 2004 op 16:47
Ik kan bijna niet wachten tot ik ook een respectabele leeftijd heb bereikt.
Lekkere column! 🙂
ignatius · 23 augustus 2004 op 18:06
Hahahaa.
[quote]U hoeft niet te beweren dat mijn kansen op de arbeidsmarkt gering zijn na het behalen van mijn bul, want daar is het mij allesbehalve om te doen. Mijn natuur wil simpelweg sex, zuipen en feesten.[/quote]
Amice, we hadden samen moeten studeren! Zeker die arbeidsmarktrelevantie heeft mij toentertijd ook nooit ene mallemoer uitgemaakt i.t.t. de andere moverende redenen die je noemt.
In navolging van Ma3anne ben ik ook ooit eens bij Carolus verzeild geraakt. Zum Kotzen! Mocht er na die avond ook nooit meer verschijnen.