Aan de keukentafel klinkt geprevel. Vader dreunt het op, zoals hij dat elke dag doet, enkele malen zelfs.
“Geef ons heden ons dagelijks brood…..”. Ieder heeft de handen gevouwen en moeder en het talrijke kroost mompelen wat mee, maar of ze ook “horen” wat ze zeggen is vers twee. De ogen moeten gesloten zijn, maar door een klein spleetje kun je ook nog wat zien. Zo probeert moeder in de gaten te houden of Jantje weer gekke bekken te voorschijn tovert dan wel of Marietje stiekempjes Janneke aan de lokken trekt. Op de tafel, gedekt met broodplankjes en een groot brood met een vervaarlijk broodmes, prijkt wat eenvoudig broodbeleg, liefst van eigen vee of uit eigen tuin. Maar wel met èchte boter! Dit soort taferelen deden zich in vroeger jaren in heel wat huisgezinnen voor. Maar of dat nog zo is waag ik te betwijfelen. Ter eerste: waar zijn er nog grotere gezinnen, waar zijn er nog huishoudens die dagelijks tegelijkertijd aan tafel gaan, en in hoeveel gezinnen wordt er nog gebeden en gedankt voor en na de dis ?
Ja, ook in zich nog christelijk noemende gezinnen, waar kerkgang dan wel niet meer zo vanzelfsprekend is als dat vroeger was, maar toch met enige regelmaat (ook buiten daarvoor zeer geëigende gelegenheden als Kerst en familiezaken als doop, huwelijk en overlijden) de dagindeling op zondagen siert?

“Geef ons heden ons dagelijks brood” is niet meer zo van deze tijd in onze westerse beschaving. Doelt dit er wellicht op dat er vroeger niet altijd “dagelijks brood” was om de honger te stillen ? Wie zal het zeggen, maar een feit is dat er bij de broodhoeken in de supermarkten en nog meer in de luxe bakkerswinkels, de één nog mooier dan de ander, zo’n overvloed aan broodproducten wordt aangeboden dat een gedachte aan schaarste bij vrijwel niemand op zal komen. En hadden we vroeger wit (voor als je het je permitteren kon) of “een beetje” bruin ( voedzamer, minder sneetjes van nodig, ook nog beter om een doctorandus united kingdom –gewoon een drs-ooster-lengte- te produceren), tegenwoordig moet alle vindingrijkheid worden aangewend om steeds weer nieuwe namen voor nauwelijks andere produkten te verzinnen. Boerenbruin, kloosterbrood, maanzaad dit en noem maar op.

In dit rijtje past ook “Zeeuwse vlegel”. Op de akkers staat hier en daar een bord de aankondiging te doen dat daar graan groeit waarvan de broodsoort zeeuwse vlegel wordt gebakken. De granen hiervoor worden zo mogelijk minder met chemische middelen geproduceerd, in soms nog met pure windenergie door grote molenstenen in korenmolens van korrel tot meel gemalen, en vervolgens door “ambachtelijke” bakkerijen tot een best smakelijk bruin brood gebakken. Wat de klandizie aanspreekt en waarvoor men best bereid is een paar eurocenten extra op de kassabon te laten zetten. Maar de werkelijkheid wordt en toch wel wat geweld bij aangedaan. Een “vlegel” is volgens de “dikke van Dale” een lange stok, met een andere korte dikke stok aan het einde ervan beweeglijk bevestigd, dienende om koren te dorsen. Ja, zo gebeurde dat tientallen jaren geleden nog in de boerenschuren op de dorsvloeren, maar ik garandeer u dat dit verleden tijd is. Hooguit op folkloristische dagen valt zoiets nog waar te nemen. En dan “ambachtelijke” bakkerijen. Zijn er dan ook niet-ambachtelijke-bakkerijen of slaat dat op de hoeveelheid handwerk die er aan te pas komt ? “Echte” ambachtelijke bakkerijen bestaan al lang niet meer en ook de kleinere zijn rijkelijk van allerlei machinerieën voorzien. “Warme bakker” is ook zo’n nietszeggend item. U gelooft toch zeker ook niet dat er “koude bakkers” zijn. Brood maken in de diepvries ? Nee, “warme” broodfabrieken die het brood voorbakken vóór de diepvries, die zijn van deze tijd !

Pas las ik in een bijlage bij een landelijke krant, waar aandacht wordt gegeven aan streekeigen producten, een verhandeling over de Zeeuwse vlegel. Die was zo lovend dat je er als brood bijna vanzelf bruin van zou bakken! Maar de journalist draafde maar door. Hij ging zelfs zover dat hij verkondigde dat die zeeuwse vlegel in “met takkebossen gestookte ovens” wordt gebakken. Vergeet het maar, ik zei het al: Zeeuwse bakkerijen zijn modern toegeruste bedrijven. En ook daar valt smakelijk brood te bakken ! Die journalist noem ik, treffend in dit verband, “vlegelachtig”. De geheel andere betekenis van “vlegel” is, weer volgens “de dikke”, een “lomperd, onbeschaamde kerel, een baldadig opgeschoten jongetje”.

Of wilde hij gewoon een leuk stukje schrijven ? Dat wil uw columnist toch zeker ook! Misschien is dat dan wel een “baldadig opgeschoten ouwetje” !!!!!


4 reacties

Mosje · 25 mei 2004 op 19:07

De nieuwste rage op broodgebied: je eigen brood bakken met een broodmachine. In te stellen een half uur voordat je opstaat, zodat je wakker wordt van de broodgeur.
Er wordt dus niet meer gebeden voor het eten, maar geslapen……

Ma3anne · 25 mei 2004 op 20:54

Nou, ik betrap mezelf er wel eens op, dat ik zo krap bij kas zit, dat ik niet meer in euro’s maar in broden begin te rekenen. En dan bedoel ik de broden van de onderste schap bij de Aldi. Dus zo luxe heeft iedereen het nu ook weer niet.

Ik bid niet meer voor het eten, maar ben elke dag dankbaar als we weer een gezond kostje bij elkaar hebben weten te schrapen.

Bakema_NL · 25 mei 2004 op 21:33

Niet zeuren hoor, iedereen doet mee aan dat gehaaste gedoe en ook iedereen vind dat het allemaal zo goedkoop mogelijk moet. Dus gaat het ambachtelijke er af en verdwijnen die leuke kleine winkeltjes……………hup, naar de supermarkt jullie, je hebt het zelf gewild.
En iedereen is zo gehaast dat de tijd voor het gebedje ook ontbreekt, laat staan dat idd iedereen tegelijk aan het knagen gaat. En zo gelovig zijn de meeste mensen ook niet meer en terecht ook, je in de maling laten nemen heeft nooit zo lang geduurd als dit…………wat niet wil zeggen dat mensen niet gelovig op zich moeten zijn, ga gerust je gang, maar al die door mensen verzonnen onzinnige gebruiken slaan natuurlijk nergens op en heeft niks met geloof te maken, dat zit toch echt van binnen bij jezelf.

Li · 25 mei 2004 op 22:11

Je hebt er een leuke en leerzame column van gebakken Floor 😛

Li

Geef een reactie

Avatar plaatshouder