Ondanks het feit dat ik zelf zeer geregeld op deze aardkloot rond loop met de status ‘toerist’, uitgerekend ik, heb een hekel aan toeristen. Het zal wel te maken hebben met het feit dat ik op een boogscheut van het strand woon. Niet dat het strand me één fluit interesseert. Mij zien ze er zelden of nooit, toch niet in de zomer. Zand tussen m’n reet is niet aan mij besteed. Maar heel wat mensen denken daar anders over. Strandlovers. Mensen die tegen een slakkegangetje door het stadscentrum tuffen, hersenloos hun GPS volgend, op zoek naar een parkeerplaatsje die ze toch niet zullen vinden en die dan hun auto maar achterlaten op de meeste onmogelijke plaatsen. Mensen die plots voor mijn wielen springen en me bekijken als een schaap met eksterogen als ik toeter, die doelloos slenteren en de ongelooflijke feeling hebben dit te doen vlak voor mijn voeten. Mensen die me aankijken alsof zij, als toerist, persoonlijk voor mijn inkomen zorgen. Mensen die er voor zorgen dat de rekken van m’n favoriete warenhuis geplunderd zijn wanneer ik vrijdagavond boodschappen wil doen en die er voor zorgen dat ik op zondagmorgen, twintig minuten moet aanschuiven bij de bakker in plaats van de gebruikelijke twee. Mensen die verontwaardigd zijn dat ik en mijn lotgenoten geen Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans of Limburgs spreken.

Eén van die dingen waar ik me bovendien mateloos aan erger zijn hun blote voeten op het dashbord. Ik weet niet waarom, maar als de zon zich een beetje laat zien, hebben nogal wat toeristen de walgelijke gewoonte om hun voeten op het dashbord van hun auto te deponeren, althans de passagier vooraan. Er zijn er zelfs bij die ze door het zijraampje steken om ze te ventileren. “Schat, hang je voeten wat buiten want ze stinken.” Doorgaans lelijke, opgezwollen, vaak ongewassen vieze voeten, eigendom van vaak vieze ongewassen toeristenmensen. Vleeshompen voorzien van tien onooglijke stompjes. Mooie mensen leggen hun voeten niet op het dashbord. Mooie mensen hebben doorgaans mooie, verzorgde voeten maar hebben zelden of nooit de behoefte hun voeten te gaan prostitueren.

Sta ik op een snikhete, loeihete zomerse namiddag in de file, ergens tussen Bredene en Oostende. Het verkeer verloopt stapvoets en dat is niet de schuld van de Oostendenaars, noch van de Bredenaars. Naast me komt een Nederlander te staan met zijn Volga en zijn sleurhut. “Kom van dat dak af”, dendert loeihard door de krakende boxen van zijn roestbak. Een Volga, verdorie. Die maken ze niet meer sinds de val van de Berlijnse muur. Jammerlijke zaak. Neen, niet dat ze die Volga niet meer maken. Stinken dat die bak doet en lawaai maken. Naast de chauffeur zit een dikke troela, één blote voet op het dashbord, één blote voet door het open raampje op een goeie halve meter van mijn neus. Zij kijkt me aan met haar haringogen, vettig haar tussen de tanden. Duidelijk iets met een schrijnend gebrek aan vrouwelijke schoonheid. Wat ik ook doe en welke maneuvers ik ook uithaal, om de tien, twintig meter verschijnt de voet naast mij. Rond de dikke teen zit een brede metalen ring. De teennagels van deze geringde olifant zijn gelakt met het lelijkste rood dat ik ooit zag. Leontien – iemand met dergelijke afschuwelijke rode teennagels kan toch niet anders heten dan Leontien – blijft me onnozel aankijken door haar onooglijk brilletje met ronde glazen. Leontien, het type dat op vrijdag het huis kuist met krulspelden in het haar. Het bruine patroon op haar voet verraadt een regelmatig gebruik van crocs. Je weet wel, die afschuwelijke plastiek dingen waar je gegarandeerd zweetvoeten en wintertenen in kweekt. In feite erger ik me nog meer aan crocs dan aan toeristen.

Op de achterbank zit een jonge eau-de-javel-blonde bimbo met een paarse tres in het haar, breedsmoels knabbelend op haar kauwgom die ze straks van tussen de blokjes van haar beugel zal mogen peuteren en ogenschijnlijk mijmerend over haar puistenlief dat ze heeft moeten achterlaten voor een kutvakantie met haar oudjes aan de Belgische kust. Je zou voor minder er de pest in hebben. Word je bovendien nog aangegaapt door een geile Belg in de auto naast je die doet alsof hij naar je moeders voeten zit te kijken.

Categorieën: Maatschappij

4 reacties

Libelle · 9 oktober 2012 op 16:49

Gelukkig geen ‘overkill’ maar gewoon lekker en welbespraakt foeteren. Ik ken Belgen die expres in de file gaan staan op weg naar die veel te korte kust van jullie. Ik heb dames gezien met hun voeten op het dashbord om van te watertanden. Sommigen hadden hun badpak nog niet eens aan, want ook dat is waarneembaar. De file naar De Panne, niet te versmaden!

GiedoD · 9 oktober 2012 op 20:56

Gij hebt blijkbaar meer geluk dan ik, m’n beste Libelle. Ik kijk al uit naar de volgende zonnige dag, mijn benzinetank is gevuld.

Meralixe · 11 oktober 2012 op 14:06

Waarom worden er bij ‘humor’ steeds ‘flodder’ achtige toestanden opgevoerd?

GiedoD · 12 oktober 2012 op 11:21

omdat deze vorm van ‘humor’ door floddermensen zou begrepen worden :lach:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder