Voor de tweede keer stap ik de winkel binnen, nu met een duidelijker doel voor ogen. Zelfzeker? Ja! Behoedzaam, sterk om mij heen kijkend, maar ook met klamme handjes en een kropje in de keel die de zenuwachtigheid maar moet onder controle houden.

Bij mijn eerste al even onopvallend bezoek had ik een soort inventaris opgemaakt. Grootte van de winkel, indeling, aantal bedienden, aantal bezoekers, aard van de artikelen, bewaking, alarmsystemen, alles zit bijna fotografisch opgestapeld in mijn brein. De winkel voldoet aan mijn persoonlijke eisen wat betreft de moeilijkheidsgraad. Ik haat spiegels, de nooduitgang achteraan kan eventueel gebruikt worden als vluchtroute. Binnen mijn denken geef ik de zaak een gele kleur die gelijk staat aan actie toegelaten. Groen is nog beter, geel is O.K. Eén keer heb ik oranje gedaan… Gewone bektangetjes pletten de kabel plat.

Het is zoals gewoonlijk matig druk in de winkel. Aan de buitenkant, denk ik van mezelf, ben ik een grijze vlek in het totale plaatje op de set. Achter de façade van interesseloos rondkuieren beweegt er zich echter een gespannen zenuwpees. Even voorbij een tiental T.V. schermen, allen bedacht met eenzelfde filmfragment, kom ik bij mijn werkterrein, de stand met allerlei toebehorende attributen voor computers. Daar voorbij zijn er dan de laptops en de nu zeer in trek zijnde tablets die liggen te wachten op hun begerige koper.
De bruinkleurige U.S.B. stick is mijn prooi. 128 G.B. en een kostprijs die me nauwelijks interesseert. Weg uit de veel te grote omslachtige plastiekverpakkingen en, volgens de antidiefstalbeveiligingsnormen van de zaak, zeker duur genoeg bevonden om hem via een inoxkabeltje aan de rest van het interieur vast te leggen. Dat IS hem.

Terwijl de ene verkoper aan de balie nog enkele computergegevens in orde brengt probeert de andere een bejaard koppel een geluidsbalk van ‘Boze’ aan te smeren. Zijn veel te hoog technisch gepalaver doet het vrouwtje de wenkbrauwen fronzen, dit terwijl de man nog wat stand probeert te houden door enkele vooraf gerepeteerde vragen te stellen. Eventjes zappen en de ganse winkel wordt voor enkele momenten gevuld met de sterke tonen van Henri Morricone. De droge knak afkomstig van mijn tangetje zindert na in mijn kop maar vind verder geen gehoor bij de rest van de aanwezigen. Dank u wel verkoper B. Deel één van het plan, het uitschakelen van dat hinderlijke inoxkabeltje is gelukt. Bij wijze van veiligheid kuier ik toch even verder. Er zijn geen verder gevolgen door de wijzigingen die ik heb aangebracht. Maar, dat wist ik reeds bij mijn eerdere bezoek aan het pand, van waar komt anders het gele labeltje? Het onderbreken van de inoxkabel geeft geen rechtstreekse verbinding met één of ander onnozel snerpend alarmgeluid. Over naar deel twee van de werkzaamheden.
Eventjes raak ik schijnbaar sterk geïnteresseerd in een laptop. Niet al té natuurlijk daar op die manier een verkoper tot bij mij lokken oervervelend zou zijn. Nee, nee, eventjes stil blijven en van daar uit het ganse gebeuren van de winkel bijna fotografisch in ’t geheugen opnemen, resumeren en snel tot besluiten komen… Vooral bij deze fase primeert de veiligheid in een nu op hoog toeren draaiende kop, nog steeds baas over elk aspect van de situatie.

Ik merk de triomferende blik in verkoper B tegenover zijn ‘slachtoffers’ dit terwijl verkoper A nog steeds bij de balie staat te prutsen. Er is geen camerabeveiliging. Met grote zelfzekerheid keer ik traag terug op mijn stappen. Ik graai de bruine U.S.B. stick weg. De andere eveneens los gemaakte attributen interesseren mij niet. Nergens verraad mijn lichaamstaal enige vorm van paniek of onbesuisde snelheid. Mijn rustige blik op oneindig camoufleert het laatste greintje eventuele zenuwachtigheid. Bakken adrenaline willen zich vrij maken uit het mijn geoefende lichaam. Zelfs als ik de balie passeer ben ik nog steeds de grijze muis met de ongeïnteresseerde tred. Nu merk ik pas dat A een spelletje aan ’t spelen is op het kleine scherm van zijn computer. Nog een tiental stappen en ik ben vrij. Eens op ’t straat vloeit er een spanning uit mij weg. Die maakt plaats voor een overwinningsgevoel. Ik kan nauwelijks een triomfkreet onderdrukken. “Yes!”

Tijd voor een tasje koffie.

Het is gezellig druk in de cafetaria waar een meisje me een euro teveel terug geeft op mijn tien Euro. Ik roep het haar na. Ze bedankt beleefd. Trots heb ik de aandacht van andere koffiedrinkers op mij getrokken. “Elk ’t zijne! “ Iedereen lacht me vriendelijk toe.

Op mijn salontafel staat een grote glazen bokaal, over de helft gevuld met een honderdtal U.S.B. sticks, allen met een capaciteit van meer dan 100 G.B. Honderd is de minimumnorm. Ik kijk er naar en glimlach zachtjes voor mij uit. Wat doen we morgen?

Categorieën: Fictie

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

12 reacties

Mien · 21 november 2013 op 07:54

Leuke column met een verrassend eind. Ik word er naar toe gesleept. Wel oppassen met het veelvuldig gebruik van bijvoegingen. Die beginnen op den duur te irriteren. Dan verlies je mij als lezer. Gigabyte schrijf je aan elkaar. De afkorting is derhalve GB en niet G.B. Een tas koffie drinken vind ik wel erg veel. Doe mij maar een kopje. 😉 Graag gelezen.

Libelle · 21 november 2013 op 12:17

Mij verlies je niet als lezer, te interessant!
Wij ouderen moesten ons allen gaan bekwamen in dit soort technieken vind ik. Een leuk shopje heb ik al uitgekozen, heb je nog tips?

Nachtzuster · 21 november 2013 op 13:17

Geïnspireerd door de column over het vangen van winkeldievegges? Leuk gedaan. Uiteraard zag ik jou liever lingerie jatten, dat heeft meer mijn interesse dan USB sticks, maar dan was je rap ontmaskerd, denk ik. Je hebt je goed ingeleefd in de rol van kleptomaan inclusief de research in de winkel. Een bloem voor jou! :rose:

Pierken · 21 november 2013 op 17:21

Het genoegen dat een kleptomaan beleeft heb je mooi neergezet, Meralixe. Dit is duidelijk een gigabyte-fetisjist. Daar schaar ik mijzelf ook onder. Daar heb ik er altijd te weinig van, als Malle Pietje van data. Leuk dat je dit product als onderwerp neemt, als niet pc-dompteur. Dat het het personage slechts gaat om het vullen van zijn bokaal maakt het geheel rond.

Ik denk dat je Henry Mancini en Ennio Morricone door elkaar hebt geschud. Verder wat merknaam pesterijtjes vandaag, Libelle met z’n kroketten van Mona en jij met een ‘Boze’-geluidsbalk.

Dat je op de grens van Frankrijk en Nederland zit blijkt wel uit je ‘tasje koffie’. Ik vind dat prettig om te lezen. Net als het woord ‘gepalaver’. Mooier dan ‘gezever’. Graag gelezen!

Yfs · 21 november 2013 op 22:23

Wederom aangenaam verrast door een column van jou Meralixe. Kan niet anders zeggen dan dat ik het een spannend geschreven verhaal vind. Hoewel het om een USB stick ging, hoorde ik in gedachte de muziek van de haaienfilm Jaws, vlak voordat de haai toeslaat. Een mooi, onverwacht contrast, die eerlijkheid bijna aan het einde van de column. Met heel veel plezier gelezen. :yes: :-))

trawant · 22 november 2013 op 11:28

Spannend hoor..Ik verwachtte even de hand op de schouder en het verzoek om even mee naar achteren te komen..
Ik verzamel nl. badkuipen..
Wel op het rechte pad blijven hoor Meralixe.. :-))

Meralixe · 22 november 2013 op 15:00

Beste dank voor het reageren.

Enkele weken geleden zag ik bij mijn dochter een boek, STRAF, van de schrijver Birger Baug. In de inleidende proloog zette de schrijver in een kleine column een seriemoordenaar neer.
Naar mijn mening één van de beste stukjes die ik de laatste jaren heb gelezen. Bloedstollend mooi! Dit was voor mij de aanleiding om ook eens een raar personage neer te zetten. Mijn column komt nog niet aan de hielen van het schrijverschap van Birger Baug. Door zelf iets in de zelfde zin te proberen zag ik maar pas hoe moeilijk een dergelijk schrijven is.

Onder meer door me sterker te moeten concentreren op het moeilijk te vertellen verhaal zitten er zoals gewoonlijk enkele kemeltjes (fouten) in het schrijven. Wat Mien bedoelt met die bijvoegingen begrijp ik niet zo goed. Dit kan deels MIJN schrijfstijl zijn die ik dan toch langzamerhand aan het ontwikkelen ben en dan heb je ook nog deels mijn Vlaamse afkomst die, zo merk ik hier dagdagelijks, meer dan grondig verschild van de ECHTE Nederlanders. 🙂

En nu, tijd voor een tas koffie of, zou ik me eerst een bad nemen? :laugh:

    Mien · 22 november 2013 op 16:04

    [b][url=http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article_content&wdb=WNT&id=M008995]Bijvoegingen[/url][/b]: niet meer en niet minder, qua betekenis dan.

Bart Brompot · 23 november 2013 op 16:34

Mag wat mij betreft wel een druppel smeerolie in. Of met een wals de woorden wat egaliseren. Verhaal is wel leuk, maar vind hem stroef lezen. Heb steeds het idee dat ik over woorden struikel. Uiteraard een zeer persoonlijke mening.

arta · 24 november 2013 op 13:37

Deels ben ik het eens met Bart, echter valt mij op dat je steeds meer smeerolie in jouw stukken gebruikt. Jouw neiging tot detailleren grenst aan perfectie en al maakt het het lezen lastiger, het is wel jouw stijl.
Mien zijn feedback sluit hier op aan.
Tis de aard van het beestje, dat absoluut sprongen maakt.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder