Verwensingen mompelend, torn ik tegen de oostenwind in. Als je in dit jaargetijde wordt verteld dat de ‘wiend uut de Maas kumt’, weet je dat het voelt alsof je die vijf lagen kleren toch per ongeluk thuis hebt laten liggen. Ik voel me ronduit bedrogen dat ik als kind leerde dat Nederland een gematigd zeeklimaat heeft. De lui die dat bedacht hebben, woonden zeker in Bloemendaal of Vlissingen, hier in het zuidoosten krijg ik visioenen van Siberische toendra’s. Een trip naar tropisch Gambia in dit jaargetijde leek echt een erg goed idee, maar in mijn enthousiasme vergat ik dat de kou je bij terugkomst, als wraak voor je vlucht, recht in je gezicht slaat. Ik weiger het gevecht aan te gaan en draai de thermostaat nóg maar een graadje hoger, zet het reggae-cd’tje dat ik kreeg van een van mijn nieuwe Gambiaanse vrienden op repeat en droom weg bij de foto’s die al dagenlang als een doorlopende diapresentatie op mijn laptop worden vertoond.

Ik ben weer op het paradijselijke Jinack Island, in het geboortedorp van mijn gids. Of liever gezegd, de gids van mijn zus, want we hadden elk min of meer een eigen gids. Puur omdat we het niet over ons hart verkregen er eentje weg te sturen, want welke dan? De meest eenvoudige oplossing was om dan maar dagelijks op pad te gaan met allebei. Dat bleek een goede beslissing. We hielpen er twee complete families mee, die ons ook nog eens hartelijk in hun huis ontvingen, elk in een ander deel van het land. En aan het eind van onze vakantie hadden we niet alleen genoten van uitstekend gezelschap, maar er ook twee vrienden bij.

Op mijn laptop rolt het ene na het andere prachtige plaatje voorbij van verlaten stranden, wonderschone mangroven, trotse zwarte vrouwen en kluwen vrolijke kinderen. Opnieuw geniet ik van het kleurrijke schouwspel op de overbevolkte, door Russen afgedankte, veerboot naar Barra, ben terug in de stoffige sloppenwijken en wentel me in de vrolijke drukte van de visafslag .

Ik mis zelfs de bedelaar in rolstoel die ik de eerste dag eerder uit irritatie (hij bleef maar rondjes om me heen rijden) dan uit overtuiging wat geld gaf. De volgende dag, amper de deur van mijn hotel uit, kwam hij alweer op me afgeraced en ik dacht geërgerd, ‘het zal toch niet’. Heel enthousiast riep hij met smile van oor tot oor door de hele straat: ‘thank you Holland, you made me so happy yesterday.’ Gevolgd door zijn bijna extatische broer, 100 meter verderop: ‘you made my brother so happy, thank you Holland.’

Geen enkele gift werd meer van me verlangd, maar elke dag als ik uit het hotel liep, viel me deze luidruchtige dankbetuiging ten deel. Erg gemakkelijk voelde ik me er niet bij, maar ik zou er veel voor over hebben om daar nu opnieuw even voor joker gezet te worden.

Uit mijn raam zie ik de wereld witter en witter worden. Ooit vond ik sneeuw heel leuk, nu vind ik het onhandig, kleurloos en koud. Andere jaren zorg ik dat ik vrij zicht heb op de dwarrelende vlokjes, nu sluit ik het liefst de gordijnen. Met een ferme klap sluit ik mijn laptop. Er is maar één remedie tegen deze winterblues. Familie en vrienden optrommelen voor een ouderwets sneeuwballengevecht.


19 reacties

datmensinkenia · 8 december 2010 op 13:12

Dit kan ik natuurlijk niet zonder opmerking voorbij laten gaan. Je leest mijn gedachten en ik moet vragen: waarom ga je daar dan niet wonen?

Prlwytskovsky · 8 december 2010 op 15:56

Die visioenen van jou, dat moet je ruim zien Anti. In Etheopië hebben ze dat allemaal niet. 😉
Ja leuk dat sneeuwballengevecht. Mag ik meegooien?

Frans · 8 december 2010 op 15:57

Ik spreek maar even voor anti maar je gaat er natuurlijk niet wonen omdat er uiteindelijk niks boven de winterblues gaat. Ik zou mijn dagen graag in Vietnam slijten, maar dat werkt alleen zolang ik er niet woon. Als ik me er daadwerkelijk zou vestigen is het in notime net zo gewoontjes als wonen in Nederland nu. Daarom blijven bergbeklimmers ook altijd weer nieuwe bergen beklimmen. Zo lang je niet aan het verlangen toegeeft, blijft het bestaan en verlang je ook niks anders. Als je het verlangen bevredigt, doemt een nieuw verlangen op. Dus kun je het net zo goed bij het eerste verlangen laten en dat gewoon niet bevredigen. Scheelt een hoop gedoe.

datmensinkenia · 8 december 2010 op 16:28

Gedoe hou ik van. En als je je totaal niet lekker voelt in noord europa, moet je er toch iets aan doen. Brrrr – nooit meer.

Lachen: je zegt dat we dan helemaal geen verlangens moeten hebben, want dat leidt altijd naar teleurstelling? We kunnen dan beter niet geboren worden, helemaal niks doen in het leven, geen ambitie hebben? Interessant, maar triest standpunt.

SIMBA · 8 december 2010 op 17:28

Dat tegen de wind in tornen, komt bij mij wat vreemd over. Verder is het een heeerlijke feel-good column!

Frans · 8 december 2010 op 21:05

Nee dat zeg ik niet. Ik stel alleen dat er na een bevredigd verlangen altidj een nieuw verlangen komt. Je blijft dus altijd ergens naar verlangen. Als je dan je eerste verlangen niet bevredigd ben je uiteindelijk meteen al net zo ver als iemand die de ene na de andere berg beklimt of grenzen blijft verleggen. Ik geloof dat Boeddhisten stellen dat geluk het aantal vervulde wensen gedeeld door het aantal wensen is. Als je dus niks wenst ben je oneindig gelukkig want dan deel je door nul.

Anti · 8 december 2010 op 23:54

Er wonen….misschien een maand of twee per jaar, zou best lekker zijn. Ik hou toch ook wel echt van Nederland en de Nederlandse seizoenen en van sneeuwbalgevechten.
En wat Frans zegt is ook waar, juist omdat je het niet altijd hebt, is het zo bijzonder.

LouisP · 9 december 2010 op 00:08

Anti,
ik vind em goed..
dat contrast koel,kil tegenover lekker warm,
goeie, nee mooie warme beschrijving van Gambia..

louis

Mien · 9 december 2010 op 00:22

Je kunt natuurlijk ook met zandballen gooien.
Zolang je maar geen ijsballen krijgt.
Whatever, als je het maar weer snel warm krijgt.
EWen optie is ook om deze column hardop voor te laten lezen via auto repeat.
Ook dat helpt want hij is vanuit het hart geschreven.

Mien just returned from icecold R’dam

sylvia1 · 9 december 2010 op 08:50

Ik had al de sneeuwbalen na een weekendje Barcelona, dus kan me er wel iets bij voorstellen. “Erg gemakkelijk voelde ik me er niet bij, maar ik zou er veel voor over hebben om daar nu opnieuw even voor joker gezet te worden.” Herkenbaar, iets wat je ter plekke stoort maar je later bij thuiskomst mist…

pally · 9 december 2010 op 10:39

Heel mooi geschreven dialectisch stukje over heimwee naar de zon en toch houden van de winter, Anti!
Ik kan het echt meevoelen, want ik was 3 jaar geleden ook in Gambia toen het hier ijskoud was.
Heb er toen ook reiscolumns over geschreven.
(zie ‘Afrika voor beginners’,drie delen)Ik weet nog steeds niet hoe te linken :oeps:

groet van Pally

Avalanche · 9 december 2010 op 11:18

Prachtige contrasten; mooie omschrijving van warm Gambia.

P.S. Met een ferme klap de laptop sluiten kan dodelijk voor het apparaat zijn, weet ik uit ervaring! Oppassen geblazen, dus.

Anti · 9 december 2010 op 11:28

@ Avalanche. Dank je voor de tip 😀 , heb de laatste paar jaar al iets te veel van die apparaten versleten.

@ iedereen. Bedankt voor jullie reacties, krijg ’t er weer lekker warm van.

arta · 9 december 2010 op 11:42

Nou, nog eentje dan en maar hopen dat je er niet oververhit van raakt 😀
Ik vond hem ook heerlijk weglezen, mooi tempo/ritme/onderwerp.

Kwiezel · 9 december 2010 op 17:37

Mooi gedaan Anti, heb ervan genoten. Dit vind ik een leuke zin: [quote]Ooit vond ik sneeuw heel leuk, nu vind ik het onhandig, kleurloos en koud.[/quote]

Nimrod1979 · 9 december 2010 op 17:43

Een lekker leesbaar, goed geschreven verhaal. Lekker.

Harrie · 10 december 2010 op 12:35

Ah Gambia. Daar zaten ooit mijn voorouderen. Daarom heb ik het nooit koud. Draag ook nooit een winterbloes.

WritersBlocq · 10 december 2010 op 13:24

Mooi en leuk geschreven! Geweldig, die twee gidsen, da’s dan ook weer typisch Hollandsch 😀

Anti · 11 december 2010 op 01:30

@ Writersblocq. We hebben er zelf ook hartelijk om moeten lachen. Extra grappig als je weet hoeveel bezuinigings- en efficiëntiebevorderende trajecten ik voor mijn werk heb begeleid.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder