Dag 1 : Zaterdag
Met alle fysieke en mentale kracht die ik beschikbaar heb, forceer ik mezelf om die laatste 50 toetsblaadjes, de een vrij leesbaar en de ander onderhevig aan ingewikkelde ontcijfertechnieken, na te kijken, want voor morgen moet het af. Terwijl mijn radeloze onderbewuste zich in alle toonaarden ziek schreeuwt dat ik nu moet ophouden, ben ik vastberaden om de laatste opdracht die ik me voor vandaag had voorgenomen gewoon nog te voltooien, anders getuigt dat namelijk van een portie ongegeneerde wanprestatie en daar hou ik niet van.
Dag 2: Zondag
De dagelijkse routine klusjes kosten me relatief veel moeite en zo ongehoord arrogant als dat ik ben, geef ik nog steeds geen gehoor aan de vermoeidheid die me in wezen al heeft overmeesterd Ik ben de ervaren juf hier en geen enkel negatief gevoel gaat mij de les voorlezen. Ik weiger simpelweg ziek te worden, de virale luchtwegenontsteking van onlangs die anderhalf week duurde, is zat voor de rest van het jaar.
Zo stoer mogelijk noteer ik álle cijfers (van gisteren) keurig in mijn roze notitieboek. Ziezo, technisch gesproken helemaal klaar voor start op de frisse maandag ochtend. Echter, nog voordat ik mijn bureau verlaat voor een hartstochtelijke roddelsessie met mijn wederhelft over mijn vetgemeste nicht en haar ernstig simpele man met zijn inwonende moeder, kan ik de pijn niet meer wegdenken. Het sluipt stapvoets binnen via mijn knieën en danst als een cobra richting mijn dijen. Ook de bovenarmen, voorhoofd en achtergevel geven zich binnen no time gewonnen aan het bejaarde virusje, van een tijdje terug, wat zich binnen halve etmaal muteert tot een spiksplinternieuwe bacteriële ontsteking…
In de avond maak ik mijn nu nog jong-en-geduldige man het leven verdraaid ondraaglijk vanwege het-39-graden-koorts waar ik niet mee overweg kan. Als ik dan ook nog misselijk word en wild om me heen begin te braken, komen al mijn trauma’s van de twee waardeloze zwangerschappen naar boven en is het einde zoek. Ik vervloek mijn metgezel omdat hij vaak gemeenschap met mij wenste waar ik die twee maal negen maanden aan te danken heb en waardoor ik nu zo godsgruwelijk angstig word als mijn maag begint te draaien. Ik zie de hulpeloze wanhoop nog in zijn ogen..
Als een bezetene pakt hij de telefoon, draait het nummer van de spoedeisende hulp en zet in een adem uit wat er aan de hand is. De vrouw aan de andere kant van de lijn lijkt onder de indruk en kiest ervoor om deze ene keer zónder bekvechten de diensdoende arts te consulteren in zake mijn kwaal. De boodschap waar ze mee terugkomt is duidelijk: ‘’U hoeft niet langs te komen, mevrouw heeft last van een voorhoofdholteontsteking, dat is gangbaar na een virale keelontsteking. De antibiotica voor mevrouw ligt klaar bij de receptie.’’… Ik hou van haar.
Dag3: Maandag
Ik bedank god dat hij vaders heeft geschapen en bel die van mij op te vragen of hij de kinderen naar de creche kan brengen. Met het schaamrood op mijn kaken en heel veel spraakproblemen bel ik vervolgens mijn werkgever op om te vertellen dat ik me wederom beroerd voel. Zijn begrip en medeleven wekt een totaal onverwachte waterval aan emoties tot leven. Een hele lange, eenzame, met dikke, groene snot en tranen gemarineerde janksessie is het gevolg. Even denk ik dat het meubilair zich getreiterd voelt en mij verlaat, maar dat blijkt een waanbeeld.
’s Avonds komt mijn man thuis met een heleboel Mac Donalds tassen en een opgewekt gezicht. Ik voel me zeer teneergeslagen als ik zie dat hij voor de kindermenu’s maar eén fritessausje heeft gehaald. En dat voelt hij, ik laat niets aan verbeelding over als ik hem vertel wat voor een diepe spijt ik heb dat ik met een man ben getrouwd die na 5 jaar nog steeds niet weet hoe een perfecte Mac diner samengesteld wordt. Ik zie hem nog kijken……
Dag4, 5: Dinsdag, woensdag
Af en toe lijkt het wat beter te gaan, maar dan roept mijn lichaam mij snel terug. Ik breng veel tijd door onder dikke lagen felgekleurde, inmiddels naar mij ruikende, dekens. Ik heb sterk het vermoeden dat de kids denken dat ma’s ziel bezeten is door een flink gefrustreerde alien die erg goed is in haar hoofd vasthouden, traantjes laten en heftig zeiken. De profdrummers in mijn hoofd trekken zich niets aan van mijn zen pogingen. Ik snotter, huil en jammer dagelijks met ingebouwde tussenposes de boel bij elkaar. De misselijkheid is wat minder maar ik pas er natuurlijk voor om daar blij mee te zijn.
Dag 6: donderdag
Nog een keer draai ik een aantal klassieke kostuumdrama’s van Bronté en Austen af. Prachtige films. Ik doe vooral rustig aan en gedraag me opvallend minder krankzinnig. Mijn humeur krijgt helemaal een boost als ik een bosje bloemen ontvang van mijn werkgever. In de avond vertel ik mijn man dat alles wat ik in de afgelopen week tegen hem zei, natuurlijk niet zo letterlijk bedoeld was. Wat een geweldig stukje Turks fruit is het ook, hij neemt het me niet kwalijk en lacht veelzeggend…
Dag 7: Vrijdag
Mijn lichaam heeft de koorts definitief geëlimineerd. Misselijk ben ik alleen zo nu en dan maar hoesten doe ik nog regelmatig. Hoofdpijn lijkt voorlopig aan te houden (weliswaar minder heftig), maar gelukkig leiden ook mijn spieren inmiddels een vreedzamer bestaan. Ik bedenk hoe ik mijn dochter blij kan maken met een tuttige cake-sessie en mijn zoontje met een hoop nutteloos kabaal. Mijn levenspartner…daar ik trek een leuk kostuumpje voor aan…ik zie hem al kijken…
3 reacties
DreamOn · 20 oktober 2010 op 19:09
Oftewel: je had griep.
Ach ja, wie niet?
Ik heb alleen nog nooit iemand gelezen die zo veel woorden nodig heeft om over een griepje te schrijven! Het is te hopen, dat je nooit écht iets gaat mankeren, want dan wordt het vast een boek! 😀
pally · 22 oktober 2010 op 11:48
Leuk in te voelen en met zelfspot geschreven, Nisa, maar er zou wel m.i. een boel geschrapt kunnen worden, terwijl er toch een goed verhaal overblijft.
groet van Pally
off topic) Do, ik moest glimlachen om je reactie Je weet vast wel waarom… 😉
DreamOn · 22 oktober 2010 op 11:53
😀
Toch leuk om het ook eens tegen een ander te kunnen zeggen? 😉