Dertien uur lang zit je in de trein te gapen. Dat is het lot van de 2e klasse, of eigenlijk het lot van de arme student. Corré de Armer, zouden ze in Frankrijk gezegd hebben. Even zoveel uren slaap je dan in je eigen bedje. Niet omdat het na anderhalve week weer de vertrouwde slaapplaats is, maar omdat een vakantie niet bedoelt is om uit te rusten. Het lijkt me dan ook duidelijk dat je van al dat gapen enorm moet schijten. Net zoals je van schapen moet geiten. Dat is namelijk wel lekkerder op je eigen toilet. Op vakantie gaat het niet of juist veel te goed. Met de nadruk op veel. In de trein vroegen we elkaar nog wat het eerste zou zijn dat we gingen doen als we terug waren. Ik loog een biertje te drinken, want ik in werkelijkheid wilde in poepen. In zat niet voor niets vanaf Amersfoort de trein al vol te puffen. Aan gekomen op de bril -die overigens net zo wit was als de bril op mijn gezicht, ik leek wel op wintersprot geweest- was het genot niet te beschrijven. Of eigenlijk wel: Poeh de Chien. Het was fijn, totdat ik aan mijn linkerhand geen papier kon bespeuren. Dat is dan weer kut geregeld. Gelukkig lagen er nog tien Volkskranten op de mat.

Ik had mijn reet natuurlijk ook af kunnen vegen met alle vellen van mijn rug. Maar het probleem was dat deze er in kleine stukje vanaf bladderden. In plaats daarvan draaide ik het maar om. Na tien dagen met een rode rug rondgelopen te hebben, was deze toch nog bruin.
Natuurlijk is het een grap. Ik heb nooit poep op mijn rug gehad. Wel chocola. Maar leg dat een Fransman maar eens uit. “C’est chocolat. Realy. Just lick it off. C’est fansatique. Non? Quelle heure et il? A demain.” Ik denk dat zelfs als ze wel Anglais gesproken hadden, dat ze het niet gedaan hadden. Het moraal van dit verhaal: Neem geen Choco Prince mee naar het strand, maar zonnebrandcrème.

Het is sowieso de vraag wat je tegen een Fransman zou moeten zeggen. Meestal zeggen ze dingen tegen jou. Hele verhalen. Waarschijnlijk is mij het parlementaire systeem van de Franse regelgeving uitgelegd. Of werd de metafysica op de meest simpele manier aan mijn openbaard. En natuurlijk is het bewijs van het bestaan van God mij aangeleverd. -Hij woont in Frankrijk, wisten jullie dat. Hij woont op de Col d’Aubisque. Zo’n 14 kilometer onder de top. Uitkijken over het dorpje Laruns. Hij was alleen niet thuis, want hij zat nog bij Remco in de tas.- Het enige wat ik op al die verhalen kon zeggen was: “Je ne comprendre pas. Anglais?”. Mevrouw de Jong, bedankt godverDOMME. Zes jaar les in de Franse taal. Maar laten we het allemaal relatieveren. Zij zijn zielig, zij kennen geen andere talen. En uit het beetje Engels dat zijn dan wel spreken, blijkt dan dat er een klein hoertje op het strand zit. The little bitch.

Het is dan ook geen wonder dat ik geen Française heb kunnen versieren. Ik had het wel gewild, want de Françaises die geen gokkel hebben, zijn best aantrekkelijk. Zeker als je ze in de zomer in een strandplaatsje in een club situeert. Het zou zeker literair verantwoord geweest zijn. Met haar lange bruine haren en korte bruine lichaam. Ze zal vijfenveertig geweest zijn, maar zag er minstens tien jaar jonger uit. En als je alleen naar haar lichaam keek, nog eens tien jaar minder. Ze bezat de mooiste lach die ik een vijfentwintigjarige ooit heb zien lachen. Helaas wist ik niet wat ik moest zeggen. De tijd zat om mijn pols en haar leeftijd dacht ik al te weten. God heeft zich in Babel goed verslikt, de sukkel. Gelukkig heeft dans een universele zegswijze. Langzaam naderden we elkaar tot een afstand waarbij we nog net niet konden zoenen. Toen pakte ik haar hand en danste met de vrouw van achttien. Uren lang bewogen we langs elkaar heen, met als doel langs elkaar te bewegen. Ik gaf haar een drankje (9 euro, verdomme) en zij veegde drie keer het zweet van mijn voorhoofd voordat ze mij naar buiten dirigeerde. Onderweg drukte Ma mij de huissleutel nog in de kontzak, die veilig naast een condoom belandde. Ze zei nog iets in het Frans tegen een andere vrouw, misschien haar zus, en tegen de uitsmijter “Au revoir”. Ik knikte.
Een rots gaf wat schaduw van de boulevardverlichting. Daar gaf ze me haar eerste kus. Geen Franse, maar wel net iets te lang. Er was dus geen twijfel dat onze tongen elkaar nog zouden vinden deze nacht. Toen begon ze zich te ontkleden. Voor zover ik gelijk kledingstukken aanhad, deed ik haar na. Haar jurkje trok ze over haar hoofd en legde ze naast haar schoenen. Eén arm verdween achter haar rug om vervolgens haar bh van haar armen af te laten glijden, bovenop haar jurkje. Ze had geen kinderen, of voor elke een operatie. Vrouwen met een kleine b cup zijn zeldzaam schoon. En zoals het een setje toebehoort, eindigde het slipje samen met de bh op dezelfde stapel.
Met mij in haar rechter hand rende ze de branding in. Het water was niet koud. Mijn pain was alles behalve introvert. Haar water was duidelijk kouder of het kwam door kwam doordat mijn vingers haar al gepasseerd hadden, maar haar tepel bleef steken achter mijn duim. Onze tongen verzorgden een rendez-vous. Nous fairez l’amour à deux dans la mer.
Ze droogde zich af met mijn overhemd, gaf mij een kus en liep het licht in. “A bientôt”, hoorde ik haar nog zeggen. “Ik ook van jou”, was het enige dat ik zo snel kon bedenken. Toen ik opgedroogd was trok ik mijn kleren weer aan. Met een nat overhemd stapte ik de club weer in en zag hoe ook zij weer aan het dansen was. Ook ik deed alsof er niets gebeurd was en begon weer te dansen naast Ma. “Deze heb ik niet meer nodig”, zei ik in zijn oor en drukte de sleutels in zijn kontzak. “Balen man”, reageerde hij. “Non non non”, sprak ik in mijn beste Frans en klopte hem op zijn rug. “Ok nice” en deed hetzelfde bij mij. “Jezus je bent helemaal nat.”
“Ja, het is hier warm hè.”

Mooi verhaal, niet? Jammer dat het niet waar is. Alleen haar glimlach en mijn natte overhemd waren werkelijk. Alles in de tussentijd speelde zich af in mijn hoofd, op de beats van David Guetta. De mooie vrouw lachte wel naar me, maar sprak uiteindelijk met een surf dude. Zo eentje met lange haren en een baard. Iemand met inhammen en dons op zijn wangen kan daar nooit tegenop. Zeker niet als deze geen Frans spreekt. Ik ben het roerend eens met Hans Dorrestijn: Iemand met een surfplank kan niet deugen. Wij hebben dezelfde gedacht ietwat anders geformuleerd: Alle, maar dan ook alle Fransen zijn homos.
Uiteindelijk moet ik het wel nuanceren. De vakantie heb ik namelijk toch nog goed afgesloten met sjans, met Elysee. Of zoals Alexandr Vonikourov het zei, de Tour eindigt pas in Parijs.

[i]Cor Jan van Zwol[/i]


2 reacties

Quinn · 3 augustus 2007 op 17:19

Leuke vakantie gehad, CJ? 😀 Ik vind bepaalde delen van deze column een beetje ‘CJ goes Shit’, en niet alleen vanwege het onderwerp van het eerste gedeelte. Hij is ook wat lang, misschien dat die fantasie over de Française die steeds jonger werd (leuk detail trouwens!) een aparte column had verdiend. Zo is het een beetje een verhaal in een verhaal. Verder vind ik ‘m leuk qua taalgrapjes en hij leest lekker door. Jammer van de slordigheden – in ipv ik, wintersprot, Vonikourov etc. Maar een erg leuke uitsmijter, dat wel!

Oh, terzijde: doe mij maar zo’n surfdude :oeps:

Troy · 3 augustus 2007 op 19:44

Een beetje adhd, deze column. Best leuk om te lezen, maar af en toe word ik er ook lichtelijk confuus van. De taalfouten storen me niet gezien je dyslexie (wat een k.. woord trouwens). Met je vlotte manier van schrijven en ruime woordenschat maak je veel goed.

En mooi dat ik nu eindelijk weet waar ik het beste op vakantie kan gaan 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder