In 2011 wilden we wat anders. Onze verbouwing noopte tot snoeien in de begroting en dus ook in het wagenpark. Onze benzineslurper Lars, een Volvo 940 uit 1998, werd omgeruild voor Anders, een Volvo 164E (vooral de E niet vergeten) uit 1972. Ook ons leven werd een beetje anders.

Toegegeven, rijden in een klassieker heeft iets aparts. Tijdens vakantieritten word je vrijwel overal aangesproken en onze 164E wordt altijd wel ergens mee op de foto gezet. Met veertig klassieke Volvo’s door een herfstig bos toeren is leuk en wanneer je als toetje ergens met zijn allen op de oprijlaan van een echt kasteel parkeert is dat sprookjesachtig. Minder magisch wordt het wanneer je hortend en stotend zo’n oprijlaan bereikt. Mijn man is de avonturier in ons gezin; ik heb andere genen en kwaliteiten.

Sinds 2011 heeft onze Anders een transformatie ondergaan. Technisch en optisch. De helft van de tijd stond ons autokind in de steigers. Met kuren. Er werd gas ingebouwd. De nokkenas werd vervangen en de kleppen gesteld. Van de zes cilinders bleken er slechts  vier te werken. Na de operatie deden niet alleen alle cilynders weer mee, ook alle kleppen zongen hun eigen lied. Een enorm verschil in rijplezier.

Motorisch in orde werd de carrosserie opnieuw gespoten. Nadat de auto tot op detail weer in elkaar was geschroefd werd ons autokind in elkaar gereden op een concours van oude autootjes op Zandvoort. Einde oefening. Naast het feit dat de auto ergens een mankement linksonder de motorkap vertoonde (aanrijding) moest uw schrijverinne twee jaar soebatten met de rechtsbijstandverzekering voor uitkering van de schade.

Op de verjaardag van het echte kind haalden we gebak. Plotseling, midden op de weg, raakte onze Anders bewusteloos en stonden we maar een beetje te staan. Beetje rammelen aan het contactslot en we gingen weer. Honderd meter en opnieuw raakte  Anders in een motorisch coma. Losse draadjes her en der in de auto noopten tot een drastisch besluit: vervanging van de gehele kabelboom. Wederom stond ons Volvokind geruime tijd aan de kant.

Begin 2015 moest de auto opnieuw worden gekeurd. Mijn handige en uitermate geduldige man besloot het drastisch aan te pakken. Tectyleren, carrosserie-inspectie, revisie van de motor, revisie van de versnellingsbak dat eindeloos duurde en compleet werd verprutst. Iets waar mijn handigerd niks aan kon doen. Met vier maanden vertraging besloot mijn man het revisieproject van de versnellingsbak dan maar zelf te doen. Daarna nog de remmen vervangen en nakijken (iets met schoenen, klemmen en klauwen). Ook een minutieus priegelwerk, doordat de ontluchting steeds niet goed kwam.

Pas onlangs in december kon Anders alsnog naar de keuring. Groot was de opluchting en de trots dat onze Anders in een keer werd goedgekeurd. Met complimenten voor het verrichte werk want het was te zien dat er een vakman mee bezig was geweest.

Vier dagen mocht het duren, het rijplezier. Ergens in de omgeving van Delft stond ons autokind ineens stil op de snelweg en wilde niet meer verder rijden. Het kan de ontsteking zijn, maar ook de bougies. Het kan ook zijn dat de auto niet op tijd staat. (Ik lees voor uit het eigen werk van de handige man). Kort gezegd komt het erop neer, dat er weer moet worden gepuzzeld om een nieuw probleem op te lossen. Hoewel ik er zelf niet hoef mee te puzzelen zie ik er tegenop want het betekent, dat ik de handige man weer een tijdje niet zal zien, doordat hij in de garage vertoeft om de oplossing te vinden.

Ik denk, dat ik in de tussentijd wat anders ga zoeken. Een shredder, of zo. Eenmaal getransformeerd als kunstig vierkant blikje vind ik onze klassieker binnenkort vast heel leuk, op de schoorsteenmantel.


Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

13 reacties

troubadour · 31 december 2015 op 12:30

Allemachtig mooi verhaal. Laat het uit je lijf met die shredder wil je. Dit zijn gewoon de laatste loodjes voordat Anders 100.000 km probleemloos gaat rijden.
Meestal is het de bobine. Mijn DS is ook uit 1972. Bij mij was het de condensator. Zul je zwaaien als je me tegen komt?

    Odette · 31 december 2015 op 17:57

    Ehm…. troubadour, ik heb al zo lang geduld gehad. Met uit huis zijnde mannen, puzzelende mannen, vloekende mannen, lege bankrekeningen, vloeren vol onderdelen…. ????
    maar ik wacht gewoon nog even. Nog heel even.

Esther Suzanna · 31 december 2015 op 12:41

Haha, geweldig dit goed in elkaar zittende, schattige, cynische, grappige stuk. ‘Autokind’ en ..’echte kind’ 😉

‘Motorische coma!’, ik maak hier bijna een rondedansje van plezier (écht, als ik iets héél erg leuk vind, dan doe ik dat…)

Mien · 31 december 2015 op 15:20

Deze column werkt drie keer zo sterk als de huidige Volvo-reclames. Chapeau! ?

    Odette · 31 december 2015 op 17:59

    Dank je, Mien. Ik zet in op een rijdend 2016. Zal ooit een filmpje posten. Ter reclame uiteraard. ?

pally · 31 december 2015 op 18:56

Geestig verslag van het tweede leven van een autokind, van toch ook stiekem nog steeds wel een liefhebber…

    Odette · 31 december 2015 op 19:27

    Je hebt me door, Pally.
    Voor een deel ben ik helemaal klaar met die bak. Echt, na vier jaar sleutelen en af en toe een piekmoment is het eind in zicht. Maar stiekem, heel stiekem, wil ik graag nog een rondje toeren. Dat zeg ik uiteraard niet, thuis. 😉

Mosje · 31 december 2015 op 19:11

Iets anders zoeken? Een shredder? Ik zou eens een andere man proberen ;-);-)

    Odette · 31 december 2015 op 19:28

    Nee, Mosje. Weer een gebruiksaanwijzing downloaden en installeren? Doe mij de oude maar. 😉

trawant · 31 december 2015 op 20:54

Een Volvo doe je niet weg, die doet jou weg.
Op weg naar een verre garage waar ik onze oude station ging inruilen
hield ie er ineens mee op en dat deed ie anders nooit!
Gewoon wraak, we moesten worden weggetakeld, ik bleef op de oplegger in de auto zitten.
Mooi stuk, je haalt de echte liefhebber er zo uit, maar Volvo scheidingen als gevolg van eeuwig gesleutel ken ik ook.

arta · 1 januari 2016 op 11:22

Ach, ik kan me de Facebookpost van een jaar of vier geleden nog herinneren, hoe trots je was op jullie nieuwe gezinslid!

Het heeft nu de bof, de mazelen en de rode hond gehad, dus hopelijk krijg je al jouw gezinsleden snel weer terug!

Klein dingetje: Eerste alinea: Twee zinnen achter elkaar begonnen met ‘onze’. Ik struikelde erover 😀

WritersBlocq · 1 januari 2016 op 18:37

Oh wat een leuke. Wij hadden vroeger ook zo’n 140 voor de deur. Oranje. Mijn ouders konden geen goede Volvo betalen, maar het móest een Volvo zijn. Wij hadden dat exemplaar, dat van kleur veranderde: oranje werd roestbruin. En mijn ouders hadden geen geld voor reparaties, dus deed mijn vader het zelf. Een kluns was het, geen klus was voor mijn vader te doen. Wij reden even later in een giraffe-Volvo. Oranje met roestbruin en witte lijnen, waar mijn vader de roestplekken omrandde met plamuur.

Je brengt veel jeugdherinneringen terug. En nu die vent van jou nog, terug het huis in 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder