Zo nu en dan wordt het wel heel donker hier in de straat. Dan valt de straatverlichting weer eens uit, of er gebeurd iets anders waardoor de kamer opeens wel erg naargeestig lijkt. Dat heeft waarschijnlijk te maken de man die op dat moment op mijn kapotte bel drukt. Het is hem niet aan te leren dat dat ding al tijden niet meer werkt. Als hij vervolgens een paar fietsbellen laat rinkelen weet ik genoeg. De nare man wil zijn verhaal weer eens kwijt. “Genosse”
“Freund?”
“Mag ik even binnenkomen, ich habe eine frage!”
Hij stapt al over de drempel. Omdat ik niet agressief ben aangelegd, laat ik hem zijn weg vervolgen. Het is immers Gaston van de postcodeloterij niet.
In mijn kamer aangekomen maakt hij zich het gemakkelijk. Hij grijpt een asbak uit de kast, pakt een biertje en gaat in de gemakkelijkste stoel zitten.
”Komrad, i have some left psycho’z who needs to be tortured and be rotted.”
Ik kijk hem wat vreemd en vragend aan, verstond iets over links en gemarteld. Hij zal wel bedoelen dat hij mijn hoofd liever brandend op de stadspoort gespietst ziet. Snap ook niet wat hij hier nog doet. Ik hang al steeds meer posters van Marx en Ché op in de hoop dat hij eens een ongemakkelijk gevoel zal krijgen.
”En u, laat u deze mensen fusileren in Siberie?“
“Ehh, nou hmz ik zou ze in ieder geval niet in mijn land willen hebben.“ Ik praat altijd maar wat mee, in de hoop dat hij zijn gedachtes niet als eerste op mij uitprobeert. Dit landengedoe heeft te overigens maken met het feit dat hij zich ziet als toekomstig dictator. Ik ben daar ooit maar eens in mee gegaan, en sindsdien denkt hij een lotgenoot te hebben gevonden.
“Zeg, weet jij wat er zo op tv is?“
“Nou?!” zeg ik.
”The real prince dracula alias: Vlad the impaler. Die keerl had 40 tot 100 duizend mensen op houten staken gezet.”
“Nou dan is hij daar wel enkele daagjes mee zoet geweest zeg.”
Deze opmerking viel verkeerd. Meestal kon hij dit soort humor wel waarderen, maar vandaag werd hij wel heel snel link.
“Dus jij dacht mij te slim af te zijn ?” Deze ogen had ik nog nooit bij hem gezien.
“Ja ik zie het wel dat je bang bent, je mag me gewoon niet! Zeg dat dan direct.”
Ik vroeg me af of hij misschien drugs had gebruikt. Hij zag mijn lichaamshouding en geestesgesteldheid opeens wel erg scherp. Op alles wat ik zei had hij opeens een weerwoord, en de verwijten die hij maakte waren nog waar ook.

”Je trilt met je handen! Ik zie het wel, jij linkse rat. Ik heb het altijd wel geweten dat je niet deugt. Je zit me hier gewoon elke keer weer stilletjes uit te lachen. Jij ziekelijke communist!”
”Nuke them all” probeerde ik nog.
”Sieg!” hoorde ik, maar ik voelde eigenlijk vrij weinig toen het mes mijn vlees binnentrad.

Zelf op de intensive care moest ik nog denken aan een stom versje wat mijn Atheïstische leraar mij eens voorlas.

”Ik heb een vriend.
Hij denkt dat hij de anti-christ is.
Was hij maar diegene,
dan ging ik nog eens naar de mis.”

Categorieën: Fictie

3 reacties

Mup · 29 maart 2004 op 15:49

Omdat stomme vragen niet bestaan, durf ik wel te vragen of je me de intensie van de column uit wil leggen, ik mis hem,

Groet Mup.

Mosje · 29 maart 2004 op 19:50

Net als Mup snap ik niet helemaal waar je de lezer heen wilt leiden.
Als het eenvoudigweg je bedoeling is een absurdistisch verhaaltje te vertellen, dan had het nog wel wat gekker gekund. Zodanig gek dat iedere lezer direct de gekkigheid er van snapt.

FritzderTraktorist · 30 maart 2004 op 22:19

Het probleem is natuurlijk dat deze man echt bestaat, hij is alleen nog niet tot directe actie overgegaan. Dus al te absurdistisch was niet echt mijn bedoeling. Deze “gekken” bestaan echt.

Zal proberen in de toekomst wat meer uitleg te geven over personages ed., kijken of het nog wat wordt.

Gegroet!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder