Vervlogen vlucht
Het is druk op straat. Met moeite kom ik vooruit. De enorme mensenmassa beweegt zich voort als een dikke stroperige pap. Het is zeker koopzondag.
Een grote elleboog beukt zich tussen mijn ribben. Ik doe een stap opzij en de stroom versnelt zich. De druk neemt toe en de warmte van de vreemde lijven waarin ik gevangen zit beneemt mij de adem. Het verstikkende gevoel is overweldigend. Bang kijk ik om mij heen. Maar de gezichten naast mij kijken niet om. Paniek giert door mijn lijf.
Ik kijk omhoog en zie een stralend blauwe lucht. Ik hap naar adem.