Dag Mart!

Ik nam je mee naar het station in Zwolle. Het was geen ceremonieel afscheid. Ik had niets met jou, jij niet met mij. Op perron 1 stonden drie bankjes. De middelste was leeg. Ik liep voorbij, legde je neer en haalde een cappuccino. Groot, twee zakjes suiker, die ik behendig openscheurde tussen mijn tanden. Al roerend in mijn dampende kartonnen beker liep ik de trap af, de tunnel in, precies onder jouw bankje door. Ik ving nog een laatste glimp van je op. Zo stralend, zo oranje. Daar lag je dan.

De vrouw op de kaft

Het boek ligt eenzaam in de vierzitter naast me. Een scherpe bocht naar links. Het boek schuift mee in de stoel, richting het gangpad, maar het blijft liggen. De bus mindert vaart. Er stappen nieuwe mensen in. Ze kijken, maar zien niets meer dan de vrije plek die ze willen bezetten voor de komende 18 minuten. Een blonde jongen neemt schuin tegenover het boek plaats.

Koos Hopeloos

“Hmmmm…. Wat moeten we toch met die jongen aan? Werken? Naaah, dat kan die niet zoveel met die rug. Ik bedoel, die is zo sterk als een luciferhoutje. Eén tikkie erop en het koppie valt eraf. Iets anders… Uitkering? Dat is het ook niet echt hè, het moet natuurlijk niet teveel geld gaan kosten. Wacht eens. Ik heb het! Hij kan dan wel niet echt werken, maar we verplichten hem toch. En we laten de betaling wel over aan de bedrijven!”

Doe mij die maar

“Doe mij die maar.”
“Prima! Dan zal ik deze even opzij zetten, totdat uw vrouw er klaar voor is.”
“Dank u. Zal ik alvast afrekenen?”
“Wilt u dat contant doen, of wilt u het liever in termijnen betalen?”
“Heeft u terug van 15.000?”
“Dat is bij ons geen probleem, meneer. Wilt u het bonnetje nog mee?”

Eerlijke kleding

Floortje Dessing is er al druk mee bezig: ze struint mediageil de ene krant na de andere af. Maatschappelijk ondernemen! Nuku Hiva! Mijn winkel! Pers, pers, joehoe, ik heb eerlijke kleding! Schone kleding! Ik wil aaaaaandacht! Mijn kleding is hip én eerlijk! Het zit goed, dat willen ze toch? Koop nou bij mij jongens, ik zit in Amsterdam!