Onbetaalbaar geluk

Het is nacht, donker, rustig, tenminste zo zou het moeten zijn. In plaats daarvan lig ik op een ongemakkelijke stretcher, terwijl de kamer onheilspellend wordt verlicht door gekleurde streepjes die hartslag, zuurstof en ademhaling aanduiden. Plotseling gaat het alarm af en met een ruk zit ik rechtop in bed, staar naar de getallen op de monitor en luister naar een onregelmatige en moeizame ademhaling die mijn zoontje van tweeëneenhalf produceert.

Werkende moeders doen het net zo goed!

Vandaag stond in de Trouw het volgende nieuwsbericht: ‘Vrouwen met een betaalde baan besteden steeds meer tijd aan hun jonge kinderen, nu gemiddeld bijna twintig uur per week. Dat is slechts twee uur minder dan de tijd die huisvrouwen aan hun kinderen spenderen.’ Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht terwijl ik met mijn krant in de hand richting de woonkamer loop.

Apothekerskast

Mijn hoofd is als een apothekerskast. Van binnen dan hè, niet van buiten, hoewel de symboliek van laatjes en hoekigheid ook nog wel valt toe te passen op mijn buitenkant, maar dat zou misschien te ver gaan voor de gemiddelde Telegraaflezer die zich over dit stukje buigt. Dertien jaar en ouder, maar zeker niet veel ouder dan zestien, dan wordt het toch meer Algemeen Dagblad publiek in plaats van de Volkskrant onder de plebs.