“Krijg toch de Zuid-Aziatische teelbalcorrosie!” roep ik, terwijl ik fors op mijn rem trap. Vloekend sta ik stil. De adrenaline giert door mijn lijf. En hij kijkt niet eens om. Fietst op zijn dooie akkertje verder. Wat me dus nóg kwader maakt! Wat denkt hij nou helemaal? Dat de weg van hém alleen is? Dat er geen verkeersregels bestaan? Dat alleen je hand uitsteken voldoende is om over te kunnen steken?! Ik had gewoon moeten toeteren, zodat hij zich een rotberoerte was geschrokken. Maar ik ben weer eens te laat. Ik toeter namelijk zelden of nooit, dus voordat ik weet waar de toeter van mijn auto ook alweer zit, is hij alweer kilometers verder. Maar verdomme, mijn bloed kookt! Het is de zoveelste keer al dat ik dit meemaak de laatste weken. Het lijkt wel een epidemie, al die fietsende oudjes! Een pláág, beter gezegd!