Anders

Het was een mooi gebouw. Of neen, het was een karakteristiek gebouw. Met grote ruiten, twaalf op een rij. De houten kozijnen waren onlangs lichtgeel geschilderd en staken af tegen de oude verweerde stenen. Ze gaven het schoolgebouw, dat dateerde uit de jaren dertig, een jeugdig gezicht, passend bij haar jonge gebruikers. Rechts van de ingang, een duo fraaie houten openslaande paneeldeuren op een bescheiden bordes, liep een blinde muur van zo’n twintig meter lang. Daarachter huisde de gymzaal, die in de hongerwinter plaats had geboden aan een locale gaarkeuken.

De file

De rode puntjes leken zich te vermenigvuldigen en smolten uiteindelijk samen tot een rode waas. Ook Paul trapte nu op de rem en hij stond weldra stil. Zoals iedere ochtend. Op deze plaats. Hij was het inmiddels gewend. Hij beschouwde het als zijn meditatieve moment van de dag. Alleen. Alleen tussen zijn mede-forensen. Alleen, met de radio uit. Hij stond helemaal stil nu. Hij keek om zich heen.

Een toeristische aanslag

We mogen van geluk spreken. Op het laatste nippertje is een toeristische aanslag verijdeld. Ja beste brave medeburgers, nauwelijks een week nadat onze Nationaal Coördinator Toerismebestrijding het dreigingsniveau heeft teruggebracht van “substantieel” naar “beperkt” is een Nigeriaanse toerist met een explosief poedertje op zak zomaar langs de naar waterflesjes en tandenpasta speurende toeristenpolitie geslenterd.

The United Nations Moral Climate Change Top 2009 in Kopenhagen

Ik keek weer eens naar dat dagelijkse praatprogramma waarvan een van de presentatoren een warrige haardos heeft, die niet au naturel is en daarmee zeker niet CO2-neutraal. Er was een jongedame, waarvan de naam me niet duidelijk is geworden, aan het woord met een bruin vlekje in haar gezicht. Ik dacht dat het een Bekende Nederlander was. Ze had een week lang klimaatneutraal geleefd, zei ze. Je zag haar vervolgens in een filmpje met haar driejarig dochtertje in een badkuip rondlopen. “Het is goed voor de was als je stampt”, lichtte ze het tafereel toe.

Gevangen

Het harde schijnsel van de tl-balk verlichtte de sobere keuken. De grenen kastjes oogden fris. Het aanrecht was van kunststof en bood plaats aan een verchroomde broodrooster en een overjarig koffiezetapparaat. En een afdruiprek, met daarin de vaat van een typisch eenpersoonshuishouden. Een geel met wit geblokt plastic gordijn bedekte het kleine raam. Het was nog donker buiten. Er lag een kleurig gebatikt kleed uit een ver land over de eenvoudige houten eettafel gedrapeerd. Ze zat naast de tafel. Ze zat daar bewegingloos. Met op haar schoot een dichtgeslagen foto-album. Ze staarde voor zich uit in de stille ruimte. Hààr stille ruimte. Achttien jaar was ze met hem getrouwd geweest, de klootzak.