Liefde
Him
Zondagochtend. Zes uur. Dan half acht en uiteindelijk negen uur. De jongen in bed slaapt nog. Vannacht heeft hij me naar zijn bed gedragen en alle spoken en prinsen vervolgens weggejaagd. Nu schijnt hijzelf in dromenland te zijn; zijn lippen mompelen af en toe nog een onverstaanbaar woord. Zoals het winterweer begin ik gewend aan hem te worden; hoe zwaar hij ademt en zucht, de eeuwige stoppelbaard, hoe hij elke avond weer opnieuw Doornroosje in me losmaakt.